In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
planning
terugblik vorige les
uitleg H2§4
evaluatie Quinten
zelfstandig werken
Slide 1 - Tekstslide
Met welk apparaat kun je de stralingsdosis meten?
A
Teslameter
B
dosismeter
C
energiemeter
D
spanningsmeter
Slide 2 - Quizvraag
Wat is de eenheid van stralingsdosis
A
Gy
B
J
C
Sv
D
J/kg
Slide 3 - Quizvraag
Albert heeft bij de tandarts een röntgenfoto van een kies laten maken en daarbij een stralingsdosis van 0,005mSv opgelopen. Dit is een vorm van
A
Bestraling
B
Besmetting (en bestraling)
Slide 4 - Quizvraag
De stralingsdosis (in milliSievert) is een maat voor
A
hoeveel straling je ontvangt
B
hoeveel atoomkernen er vervallen
Slide 5 - Quizvraag
Halveringsdikte geldt voor:
A
Alfa straling
B
Beta-straling
C
Gamma-straling
D
Alle straling
Slide 6 - Quizvraag
14. Na twee halveringsdikten heb je een kwart van de atomen over. 1/2 * 1/2 = 25%
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Lood heeft bij 2,0 MeV een halveringsdikte van 1,34 cm. Hoe dik moet de plaat zijn om 93,75% te absorberen?
A
2,0 cm
B
0,9 cm
C
3,7 cm
D
5,4 cm
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de halveringsdikte van het plaatje?
A
6 mm
B
3 mm
C
1,8 mm
D
3,6 mm
Slide 9 - Quizvraag
Welk materiaal heeft een grotere halveringsdikte?
A
Bot
B
Spieren
Slide 10 - Quizvraag
Halveringsdikte is de dikte van een stof waarbij de stralingsenergie is gehalveerd
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
lesdoelen
wat een ct scanner is en doet
wat een tracer is
inwendige en uitwendige bestraling
zelfstandig werken
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Medisch onderzoek met een tracer
1. een tracer wordt in je bloedbaan gebracht
2. de tracer verspreidt zich door je lichaam
3. de gammastraling die de tracer uitzendt komt je lichaam uit en kan met een camera geregistreerd worden
Slide 15 - Tekstslide
Straling: medische toepassingen
Kwaadaardige cellen kapot
- uitwendig gammabestraling
- inwendig beta-bestraling
Tracers: inwendig- gammastralers om te volgen (tracen) positie van tumoren
Slide 16 - Tekstslide
Inwendige bestraling
Dit geeft minder risico op schade aan het gezonde weefsel eromheen dan bij uitwendige bestraling.
Voor het geven van deze vorm van bestraling is veel ervaring nodig. Daarom wordt inwendige bestraling in een beperkt aantal ziekenhuizen en bestralingscentra gegeven.
Soms is voor een inwendige bestraling opname in het ziekenhuis nodig.
Je kunt inwendige bestraling krijgen:
via een radioactieve bron die tijdelijk in je lichaam geplaatst wordt;
met radioactief materiaal dat in je lichaam blijft zitten: permanent geïmplanteerd.
Een voordeel van inwendige bestraling is dat een hoge dosis straling gegeven kan worden in een klein gebied.
Dat verhoogt de nauwkeurigheid.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Welk soort straling zal de minste stralingsenergie hebben?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
allemaal hebben ze evenveel stralingsenergie
Slide 20 - Quizvraag
Welk soort straling zal de meeste stralingsenergie hebben?
A
alpha
B
beta
C
gamma
D
allemaal hebben ze evenveel stralingsenergie
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
alpha-straling wordt altijd gebruikt voor inwendige straling. Leg uit waarom het geen zin heeft om gamma-straling te gebruiken voor inwendige bestraling.
Slide 25 - Open vraag
Voor radio-therapie wordt altijd gebruik gemaakt van gamma-straling. In enkele gevallen kan er ook gebruik worden gemaakt van een beta-straler. Geef een voorwaarde voor het gebruiken van een beta-straler in radio-therapie.
Slide 26 - Open vraag
Een tracer is een stof die radio-actieve straling uitzendt. Een voorbeeld hiervan is jodium-131. Deze stof wordt gebruikt voor onderzoek naar de werking van de schildklier. Dit orgaan neemt jodium op en verwerkt het tot andere biochemisch actieve stoffen. Leg uit wat soort straler jodium-131 zal zijn en verklaar jouw antwoord.
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Lesdoel behaald? Ik kan de verschillende soorten radioactieve straling benoemen.