Ecologie les 2

Ecologie
13.5 relaties tussen soorten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ecologie
13.5 relaties tussen soorten

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen § 13.4
1. Je kunt de betekenis van de volgende termen noemen: co-evolutie, commensalisme, interspecifieke concurrentie, intraspecifieke concurrentie, mutualisme, parasitisme, symbiose.

2. Je kunt de verschillende vormen van interactie (predatie, interspecifieke en intraspecifieke concurrentie, parasitisme, mutualisme en commensalisme) tussen soorten herkennen, benoemen en voorbeelden geven.

3. Je kunt uitleggen dat evolutie kan zorgen voor veranderingen in de interactie tussen de soorten en binnen een soort en dat die interactie kan leiden tot co-evolutie.

Slide 2 - Tekstslide

Predator-prooi relatie

Slide 3 - Tekstslide

negatieve terugkoppeling

Slide 4 - Tekstslide

Andere vormen van interactie tussen soorten

Slide 5 - Tekstslide

Symbiose
Symbiose is het langdurig samenleven van twee of meer organismen van verschillende soorten waarbij de samenleving voor ten minste een van de organismen gunstig of zelfs noodzakelijk is. De verschillende partners heten symbionten. De grootste partner is de gastheer.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Commensalisme
Commensalisme is interactie tussen twee organismen waarbij het ene voordeel heeft en het ander niet beïnvloed is. De term commensalisme komt van het Latijnse cum mensa, dat wil zeggen met dezelfde tafel. Het is een vorm van symbiose.

Slide 8 - Tekstslide

Symbiose
  • Mutualisme: +/+
  • Parasitisme: +/-
  • Commensalisme: +/0

Slide 9 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 10 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 11 - Quizvraag


Wat heeft de anemoon aan deze relatie?
 De anemoonvis is een soort onderwaterbodyguard, die koraalvlinders wegjaagt als die de tentakels van de anemoon proberen op te eten. Minstens één soort anemoon overleeft het niet zonder ‘inwonende’ anemoonvis. Toen onderzoekers de anemoonvissen weghaalden, waren de anemonen binnen 24 uur volledig verdwenen. Blijkbaar waren ze door koraalvlinders opgegeten.

Slide 12 - Tekstslide

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 13 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 14 - Quizvraag

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Concurrentie
Bij interspecifieke concurrentie willen verschillende soorten organismen beschikken over hetzelfde voedsel en/of over dezelfde verblijfplaats om te broeden of te schuilen.

Slide 17 - Tekstslide

Concurrentie
Bij intraspecifieke concurrentie zijn organismen van dezelfde soort elkaars concurrenten. Als een populatie te groot wordt, kunnen soortgenoten elkaar verjagen.

Slide 18 - Tekstslide

Co-evolutie: evolutie door interactie
Als twee individuen van soort A concurreren om voedsel, een schuil- of een broedplaats, dan heeft het individu met de betere erfelijke eigenschappen meer overlevings- en voortplantingskansen. De erfelijke eigenschappen van die succesvolle individuen blijven binnen de populatie van soort A behouden. Op langere termijn kan dit leiden tot aanpassingen binnen de soort. De nieuwe eigenschappen kunnen evolutionaire aanpassingen veroorzaken binnen een soort B waarmee soort A een interactie heeft. We noemen dit co-evolutie.

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag 
Opdrachten 13.4:
2, 5, 7, 10, 12

Slide 20 - Tekstslide