3Me - Hoofdstuk 3

Nederland en Indonesië
Hoofdstuk 3
Toetsweek januari
3MEgs
Leren:
- Tijdlijn (die we in de les hebben gemaakt)
- Begrippen (tekstboek blz. 78 en 79)
- Vragenlijst H3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 29 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Nederland en Indonesië
Hoofdstuk 3
Toetsweek januari
3MEgs
Leren:
- Tijdlijn (die we in de les hebben gemaakt)
- Begrippen (tekstboek blz. 78 en 79)
- Vragenlijst H3

Slide 1 - Tekstslide

Afmaken tijdlijn H3
1910 - Het nationalisme ontaat. 
1914 - Het Nederlandse gezag in heel Nederlands-Indië wordt gevestigd.
1918 - De Volksraad wordt opgericht. 
1927 - De Partai Nasional Indonesia (PNI) wordt gesticht. 

9 maart 1942 - Nederlands-Indië geeft zich over aan Japan.
15 augustus 1945 - Japan geeft zich over aan de Geallieerden. 
17 augustis 1945 - Soekarno roept de onafhankelijkheid van Indonesi;e uit.
Okt/nov/dec 1945 - De Bersiap-periode
zomer 1947 - De eerste politionele actie
december 1948 - De tweede politionele actie.
27 december 1949 - Nederland ondertekend de soevereiniteitsoverdracht. 

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Handelen in de Oost

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Naar Indië
  • Cornelis de Houtman de eerste Nederlander die de reis naar Indonesië maakte.
  • De reis was erg gevaarlijk, van de 250 bemanningsleden bleven er uiteindelijk 90 over.
  • De reis heen en terug duurde 2,5 jaar. 

Slide 5 - Tekstslide

VOC
  • De VOC werd in 1602 gesticht. 
  • Waarom?
  • Doordat er veel Nederlandse bedrijven waren die handelden in Azië, was er een grote concurrentie. 
  • Hierdoor daalde de winsten.
  • De regering besloot al deze handelaren samen te laten werken in één bedrijf. 

Slide 6 - Tekstslide

3.2 Veroveren en verdienen

Slide 7 - Tekstslide

Imperialisme
  • Imperialisme = Landen willen hun gebieden uitbreiden, meestal door veroveringen.    (lijkt op kolonisatië)
  • Modern Imperialisme = Landen willen de vollegdige zeggenschap over hun veroverde gebieden. Er ontstaan hele grote wereldrijken. 

Slide 8 - Tekstslide

KNIL
  • Het Koninlijk Nederlands Indisch Leger.
  • Opgericht in 1814.
  • Waarom?
  • Om in Nederlands-Indië het Nederlandse gezag af te dwingen. 
  • Oftewel het leger moest ervoor zorgen dat andere landen Nederlands-Indië niet zouden veroveren én dat de Indonesische bevolking zou doen wat de Nederlanders willen. 

Slide 9 - Tekstslide

Macht 1
  • In 1814 wordt Indonesië een kolonie van Nederland: Nederlands-Indië.
  • Vanaf 1870 breidde Nederland zijn macht in Indonesië steeds meer uit. 
  • Waarom?
  • Nederland wilde meer gebied in Nederlands-Indië bezitten, want dan kun je meer geld verdienen en werd ja al een machtig land gezien door anderen. 

Slide 10 - Tekstslide

Macht 2
  • Hoe?
  • Door het Suez-kanaal werd de reis van Nederland naar Java vijf weken in plaats van vier maanden. 

Slide 11 - Tekstslide

Atjeh-oorlog
  • Probleem voor Nederland: door het gebruik maken van het Suez-Kanaal moeten de Nederlandse boten langs Atjeh. Hier worden veel boten aangevallen door de actieve piraten.
  • Duurde van 1873 tot 1903.
  • Het KNIL staat dan onder leiding van generaal van Heutsz.  



    Van Heutz was militair tijdens de Atjeh-oorlog. Hier wist op te klimmen op de 'militaire ladder' en werd steeds belangrijker. Van Heutz trad genadeloos op en zijn handelen wordt ook wel gezien als zeer omstreden. Van Heutz wordt gouverneur van Atjeh en later zelfs Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië. Dit is de hoogste rang die behaald kon worden in Nederlands-Indië.

    Slide 12 - Tekstslide

    Generaal van Heutsz bekijkt zijn troepen tijdens een gevecht.

    Slide 13 - Tekstslide

    Atjeh-oorlog
    • In de oorlog vallen meer dan 100 duizend doden.
    • Veel geweld= mensen krijgen zweepslagen zodat ze strijders verraden en dorpen worden in brand gestoken.


      Slide 14 - Tekstslide

      Slide 15 - Video

      Het cultuurstelsel
      • Het cultuurstelsel was een systeem waarbij boeren op Java verplicht bepaalde producten moesten verbouwen, bijvoobeeld koffie, thee en suiker.
      • Dit waren producten waarmee veel geld verdiend kon worden. 
      • De boeren werden door de inheemse bestuurders gecontroleerd. 

      Slide 16 - Tekstslide

      Het cultuurstelsel
      • Gevolgen:
      • Er werd veel geld verdiend. Het grootste deel ging naar de Nederlandse schatkist.
      • De boeren kregen weinig geld voor hun producten. Ook konden zij op die plantages geen voedsel voor zichzelf meer verbouwen. 

      Slide 17 - Tekstslide

      Het cultuurstelsel
      • In 1870 werd het cultuurstelsel afgeschaft door de liberale regering in Nederland.
      • Redenen:
      • Liberalen willen persoonlijke vrijheid: het cultuurstelsel lijkt op slavernij en dwangarbeid.
      • Liberalen willen economische vrijheid: in het cultuurstelsel werden particuliere bedrijven niet toegestaan.

      Slide 18 - Tekstslide

      Slide 19 - Tekstslide

      Slide 20 - Video

      3.3 Indonesië ontwaakt

      Slide 21 - Tekstslide

      Ethische politiek
      • Rond 1900 vonden veel mensen het onrechtvaardig dat Nederland veel verdiende aan de kolinnie.

      • Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld)

      • De nieuwe ideeën werden de ethische politiek genoemd. 

      Slide 22 - Tekstslide

      Ethische politiek
      • Indiërs meer betrokken bij bestuur (mislukt)
      • verbeteren onderwijs (plattelandsscholen, scholen voor kinderen elite)
      • verbeteren irrigatie
      • migratie naar dunbevolkte gebieden (mislukt)
      • verbeteren gezondheidszorg (inentingen)

      Slide 23 - Tekstslide

      Zelfbestuur

      Naast het onderwijs
      mochten de Indonesiers een klein beetje meebeslissen in de Volksraad.

      Slide 24 - Tekstslide

      Teleurstelling bij Indonesische nationalisten
      • De Volksraad heeft weinig invloed

      • Jongeren krijgen meestal niet de goede baan waarvoor ze zijn opgeleid

      • Uit alles blijkt: voorlopig nog geen onafhankelijkheid, het bevalt de Nederlands wel in Indië (Tempo Doeloe)

      Slide 25 - Tekstslide

      Gevolgen
      • Radicalisering: geen samenwerking meer met de Nederlanders

      • (Gewapende) strijd voor onafhankelijkheid, bijvoorbeeld met een opstand

      • Partai Kommunis Indonesia (PKI)

      • Partai Nasional Indonesia (PNI)

      Slide 26 - Tekstslide

      Reactie Nederland
      • Partijen worden verboden: PKI (1927), PNI (1931)

      • Leiders worden gevangen gezet: Soekarno en Hatta (PNI)

      • Alleen gematigde groepen werden toegestaan

      Slide 27 - Tekstslide

      Zelfbestuur
      Nederland
      beloofde een eigen bestuur maar dat bleek uiteindelijk schijn. 

      Slide 28 - Tekstslide

      Door het onderwijs namen de Indonesiers ook de Westerse ideeen over!

      Onder andere: het nationalisme
      Nationalisme: het idee dat je trots moet zijn op je eigen volk en dat elk volk recht heeft op een eigen staat!

      Slide 29 - Tekstslide