Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§2 Socialisatie
§2 Socialisatie
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
135 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
§2 Socialisatie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je leert....
wat het socialisatieproces inhoudt.
wat rolgedrag is.
Slide 2 - Tekstslide
Aangeboren of aangeleerd?
Slide 3 - Tekstslide
Aangeboren kenmerken
Bijvoorbeeld
:
Talent
Verlegenheid
ADHD
Slide 4 - Tekstslide
Aangeleerde kenmerken
Bijvoorbeeld:
Je eet met mes en vork.
Je komt op tijd in de les.
Je hebt respect voor anderen
Slide 5 - Tekstslide
Eigenschappen zijn aangeboren of aangeleerd.
Je ... is vooral aangeleerd.
Welk woord of welke woorden kun je hier invullen?
A
muzieksmaak
B
technisch inzicht
C
taalgevoel
D
voetbaltalent
Slide 6 - Quizvraag
Voor veel Nederlanders is het moeilijk om Chinees te leren spreken, omdat:
A
taal een aangeboren eigenschap is.
B
Chinees veel moeilijker is dan bijvoorbeeld Japans of Arabisch.
C
zij niet opgevoed zijn met de Chinese taal.
D
je een taal vooral onbewust aanleert.
Slide 7 - Quizvraag
Welk gedrag van de mens is aangeboren?
A
Mensen durven niet naakt over straat te lopen, ook al is het heel erg warm.
B
Een baby huilt, want hij heeft een vieze luier.
C
Een meisje huilt, omdat ze niet met de jongens mee mag voetballen
D
Een jongen krijgt tranen in zijn ogen als hij hoort dat hij een onvoldoende heeft.
Slide 8 - Quizvraag
Socialisatie
Het bewust of onbewust aanleren van normen, waarden en gewoonten die bij jouw groep of samenleving horen heet
socialisatie
Hierin zit het woord
sociaal
wat te maken heeft met hoe mensen met elkaar omgaan
Slide 9 - Tekstslide
Waar vindt socialisatie plaats?
In het gezin.
Op school.
Door je vrienden.
Op sportclubs.
Op je werk.
Door je geloof.
Door media.
Door de overheid.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Socialisatie betekent dat mensen:
A
kenmerken van een groep aanleren.
B
allemaal dezelfde normen en waarden aanleren
C
verschillende culturen leren kennen.
D
alle aangeboren eigenschappen afleren.
Slide 12 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Socialisatie is het aanleren van kenmerken als waarden, normen en gewoonten.
2. Socialisatie gaat bewust en onbewust.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd begint socialisatie?
A
Vanaf 18 jaar, want dan ben je meerderjarig.
B
Vanaf vier jaar, want dan ga je naar school.
C
Vanaf de geboorte.
D
Vanaf het moment dat een kind kan praten en anderen verstaat.
Slide 14 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Door socialisatie leer je welk gedrag anderen van jou verwachten.
2. Socialisatie en cultuur staan los van elkaar.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Veel organisaties hebben invloed op iemands waarden, normen en gedrag.
Welke is het belangrijkst voor kleine kinderen?
A
Het gezin
B
De media
C
Het geloof
D
School
Slide 16 - Quizvraag
Op welke manier vindt socialisatie plaats? (dus: op welke manieren leren we waarden en normen aan?)
Via informatie:
bv. hoe bak ik een ei?
Via imitatie:
onbewust iemand nadoen. Bv. scheldwoord overnemen.
Via ervaringen:
Bv. als je ooit je portemonnee bent verloren, zal je voortaan beter opletten.
Via experimenteren:
Bv. als je voor het eerst een tosti bakt en hij brandt aan, weet je dat je dat de volgende keer anders moet doen.
Slide 17 - Tekstslide
Internalisatie
Als je je waarden en normen maar lang genoeg volhoudt, ontstaat er
internalisatie
: het automatisch uitvoeren van de aangeleerde waarden en normen.
Bv. handen wassen na het plassen, tandenpoetsen, etc.
Slide 18 - Tekstslide
Sociale controle
Als wij waarden en normen aangeleerd krijgen, vindt er
sociale controle
plaats: mensen letten erop of jij je wel houdt aan deze waarden en normen.
Bij sociale controle maken we gebruik van
sancties
: het belonen of straffen als je je niet (of juist wel) aan de waarden en normen houdt.
Bv. boete als je te hard rijdt = straf
Bv. voldoende voor je toets als je goed geleerd hebt = beloning
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Rolgedrag
Door socialisatie ontwikkelen we ook
rolgedrag
: gedrag dat je van iemand in een bepaalde situatie verwacht.
Bv. een verkoopster hoort vriendelijk te zijn.
We hebben allemaal verschillende rollen.
Bv. je bent docent, maar ook moeder, zus, baasje van een hond, klant in een winkel, etc.
Slide 21 - Tekstslide
Rolbevestigend/ Roldoorbrekend
Op het moment dat je een rol aanneemt die iedereen van je verwacht heet dat
rolbevestigend
.
Bv. van een huisvrouw verwacht je dat ze kookt.
Als je juist een rol aanneemt die niemand van je verwacht heet dat
roldoorbrekend
:
Bv. een docent die in de les opeens gaat staan dansen op tafel.
Slide 22 - Tekstslide
Bij sociale controle:
A
letten mensen op hoe jij je gedraagt.
B
controleren mensen elkaars waarden.
C
verdedigt iedereen zijn belangen.
D
gaat het vooral om het afleren van aangeboren eigenschappen.
Slide 23 - Quizvraag
Een ander woord voor beloning en straf is …
Welk woord is weggelaten?
A
aangeleerd
B
eigenschap
C
sanctie
D
imitatie
Slide 24 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Boodschappen doen voor je buren is een positieve sanctie.
2. Sancties hebben te maken met sociale controle.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 25 - Quizvraag
Als normen en waarden een vanzelfsprekend gedeelte van je gedrag zijn geworden, is er sprake van:
A
een sanctie.
B
sociale controle.
C
imitatie
D
internalisatie
Slide 26 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als internalisatie heeft plaatsgevonden, is de socialisatie gelukt.
2. Als normen en waarden geïnternaliseerd zijn, ben je volwassen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 27 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Als een kind een ander kind nadoet, is er sprake van experimenteren.
2. Op de kleuterschool leren kinderen vooral door ervaringen nieuwe dingen.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 28 - Quizvraag
Je identiteit is een combinatie van je ervaringen en je ...
Welk woord is of welke woorden zijn weggelaten?
A
aangeboren eigenschappen.
B
sociale controle.
C
aangeleerde eigenschappen.
D
kennis
Slide 29 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Met identiteit bedoelen we dat de internalisatie is afgerond.
2. Iemand zegt: “Ik ben gelovig.” Hij spreekt dan over zijn internalisatie.
A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 is onjuist, 2 is juist.
C
1 en 2 zijn beide juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.
Slide 30 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
§2 Socialisatie
September 2022
- Les met
33 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
1. Hoe word je wie je bent?
September 2016
- Les met
20 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
1. Hoe word je wie je bent?
April 2018
- Les met
20 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
2. Een leven lang leren
September 2016
- Les met
22 slides
door
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
Les 7: Jongeren
Maart 2021
- Les met
17 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2: Jongeren
Juli 2021
- Les met
47 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Hoofdstuk 2: Jongeren
December 2022
- Les met
41 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Les 7: Jongeren
September 2022
- Les met
17 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3