Paragraaf 2.6 Trainen op toetsniveau deel 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Lesdoel

• Vandaag gaan we aan de slag met trainen voor je komende toets
• Na vandaag kan je beoordelen in hoeverre je in staat bent om een voldoende te scoren voor de toets over hoofdstuk 2 en in hoeverre je op schema ligt voor je examen.  

Hoeveel windrichtingen hebben we in totaal?

1. 16
2. 8
3. 4
4. 12

Welke windrichting ligt tussen oost en zuidoost?

1. Zuidzuidoost
2. Noordnoordoost
3. Zuidoost
4. Oostzuidoost

Er staat een zuidzuidwestenwind.
Waar waait de wind naar toe?

1. westnoordwest
2. noordnoordoost
3. westzuidwest
4. zuidzuidwesten

Er staat een oostnoordoostenwind.
Waar waait de wind naar toe?

1. westnoordwest
2. noordnoordoost
3. westzuidwest
4. oostnoordoost

Vul in. Als je een afstand meet op een kaart, meet je de afstand …

1. over de weg
2. over het water
3. hemelsbreed
4. per vervoermiddel

Vul in. Als je een afstand meet met de vuistregel van x 1,2, meet je de afstand …

1. over de weg
2. over het water
3. hemelsbreed
4. per vervoermiddel

Dimitri gaat met een helikopter van Ikaria naar Samos.

Welke windrichting hoort hierbij?

Welke koers hoort hierbij?

Zie de rode lijn. Sjaak loopt van B naar D. Sjaak zit bij het punt S en wil het eindpunt van zijn wandeling zien. Kan dat? 

Wat is hoogste punt op deze kaart?

Loopt hij vanuit B eerst omhoog of omlaag?

Teken de doorsnede PQHG op ware grootte.

Bereken de lengte van lichaamsdiagonaal RT. Rond af op één decimaal.

.

VA = 2

BA = 4

OA = 1

RA = 5

LA = 3

Teken het voor-, zij- en  bovenaanzicht van de figuur

Teken het voor-, zij- en  bovenaanzicht van de figuur

Driehoek KLM is een gelijkbenige driehoek. 

Driehoek LNM is ook een gelijkbenige driehoek. 

Bereken hoek Q.

Driehoek KLM is een gelijkbenige driehoek. 

Driehoek LNM is ook een gelijkbenige driehoek. 

Bereken hoek Q.