Oefentoets Hfst 1 t/m 4 Logistiek

• Economie & Ondernemen
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Oefentoets Hfst 1 t/m 4 Logistiek

Logistiek betekent:
ervoor zorgen dat goederen op
.........................................terechtkomen

1. juiste manier op juiste moment op juiste plaats
2. het juiste moment
3. op juiste tijdstip
4. de juiste plaats

Assortiment betekent:

1. koek en snoep
2. chips
3. alle vrachtwagens van een bedrijf
4. alle verschillende goederen die een bedrijf aanbiedt

Een distributiecentrum:

1. is het midden van de stad
2. ontvangt goederen en verstuurt deze naar de filialen
3. regelt de administratie
4. is de plek waar klanten hun bestellingen komen ophalen

Een productiebedrijf is:

1. een bedrijf waar producten worden gemaakt
2. een bedrijf waar films worden gemaakt
3. een bedrijf waar je personeel kan inhuren
4. een bedrijf waar de klant de bestellingen ophaalt

Een magazijn wordt gebruikt om:

1. feestjes in te vieren
2. goederen in op te slaan
3. producten te maken
4. vergaderingen te houden

Noem 2 soorten magazijnen

Een gesloten magazijn is

1. een magazijn dat op slot is
2. een magazijn dat niet meer wordt gebruikt
3. een magazijn zonder ramen
4. een magazijn dat geen vrije toegang heeft

Een calamiteit is

1. kalm blijven in moeilijke situaties
2. een onverwachte situatie met zware schade
3. een dier
4. een beschermingsmiddel

Waar worden interne transportmiddelen gebruikt?

1. Buiten
2. Binnen in het magazijn
3. In de vrachtwagens
4. Op het sportveld

Noem 2 interne transportmiddelen

Wat betekent "lossen" in de logistiek?

1. goederen naar de ontvangstruimte brengen
2. een grote boodschap doen
3. een kapotte vrachtauto
4. alles uit je handen laten vallen

Kwantitatieve controle gaat over

1. de kapotte goederen
2. de kwaliteit van de goederen
3. het aantal geleverde goederen
4. het bestellen van goederen

THT betekent......

1. tot hier toe
2. tenminste houdbaar tot
3. teveel hoeveel tekort
4. tafelwagen heftruck trolly

Manco wil zeggen...............

1. dat er iets ontbreekt
2. dat je mank loopt
3. dat er teveel is geleverd
4. dat iets kapot is

Family grouping betekent........

1. uitstapje met je familie
2. artikelen die bij elkaar horen
3. bulkvoorraad
4. randassortiment

Replenishment betekent ......

1. bestelling verzamelen
2. voorraad die niet nodig is
3. aanvullen
4. terugsturen

Noem 3 verschillende opslagmethodes.

Derving betekent:

1. plaats waar kapotte artikelen worden bewaard
2. verlies van artikelen terwijl je ze niet verkoopt
3. nieuwe intern transportmiddel
4. extra winst door verkoop

Hoe ontstaat derving?
Noem 2 manieren

Noem 2 soorten derving

Demodage betekent?

1. Verliefd zijn
2. Uit de mode raken
3. Derving noteren
4. Diefstal

Winkeldochter betekent

1. dochter van de ondernemer
2. dochter van een winkelende klant
3. onverkoopbaar artikel dat lang in de winkel ligt
4. nieuw toegevoegd assortiment

FIFO betekent.....

Frits is vakkenvuller bij Jumbo en geeft aan zijn vriend 2 flessen wijn mee die niet betaald worden.

1. Dit is een voorbeeld van criminele derving.
2. Dit is een voorbeeld van niet criminele derving.