14. 24 okt: SO bespreken + Betrouwbaarheid van teksten (4b+13)

Op tafel:
  • pen
  • map
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met SO bespreken
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Op tafel:
  • pen
  • map
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met SO bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag donderdag 24 oktober: 

  • Resultaten SO bespreken
  • Betrouwbaarheid
  • Numo 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SO bespreken
In totaal 23 punten te verdienen. 
11,5 p = 5,5

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je samen 2
Let op: 
  • Op het PTO wordt alleen je eerste antwoord goed gerekend. 
  • Bv. vraag 3. Welke tekstsoort heeft veel meningen? : 
  • Antwoord leerling: informerende, verhalende en waarderende tekstsoort. 
  • 'informerende' en 'verhalende' zijn fout, 'waarderende' goed. 
  • Alleen het eerste antwoord wordt nagekeken en daarom is dit antwoord dus 0 punten waard. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 3 overtuigingsmiddelen voor in een debat
  • Ethos: het vertrouwen dat je wekt / de geloofwaardigheid die je creëert
  • Pathos: De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
  • Logos: Argumenten, feiten en bewijzen geven / de logica van wat je vertelt

  • Met ethos, pathos en logos samen kun je een goede spreker worden.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1 (1p), 2 (1p)
1. Waar gaat pathos over:
  •  De emoties die je oproept / inspelen op emoties van anderen
2. Is er sprake van ethos, logos of pathos en leg uit
  • Ethos, want in de advertentie staat dat je steeds sterker wordt. Dat je steeds sterker wordt van sporten, klikt wel geloofwaardig.
  • Logos, want 'we worden steeds sterker' volgt logisch uit meer sporten.
  • Pathos, want een mooie en sterke vrouw op een plaatje kan voor motivatie zorgen en zo inspelen op emoties.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 tekstdoelen 

  • Informeren
  • Instructie geven
  • Overtuigen
  • Activeren
  • Amuseren
  • Beschouwen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 tekstsoorten
  • Verhalende tekst
  • Informerende tekst
  • Waarderende tekst


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 3 (1p), 4 (4p)
3. Welke tekstsoort heeft veel meningen? 
  • waarderende tekstsoort
4. Geef het juiste tekstdoel bij de zinnen. 
  • a. informeren, want je wilt de informatie onthouden/leren, zodat je die later nog weet. 
  • b. overtuigen, want je wilt de ander overtuigen van jouw mening. 
  • c. beschouwen, de gemeente geeft jou de voor- en nadelen en het is de bedoeling dat je zelf een mening vormt. 
  • d. amuseren, je leest voor je eigen plezier.
    

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen les 1c:
Een mening is een standpunt, iets wat jij vindt.
Met een argument probeer je je standpunt/mening te onderbouwen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 5 (2p)
feitelijk = waar of niet waar: 
  • Je moet het lezen, want er komen thema's in voor als familie en oorlog.   

niet-feitelijk argument = mening:
  • Je moet het lezen, want ik vind het een interessant boek. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6
5 goede antwoorden = 4p
4 goede antwoorden = 3p
3 goede antwoorden = 2p
2 goede antwoorden = 1p
1 of 0 goede antwoorden = 0p

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 6: woordjes leren
In onze drukke levens is het belangrijk om momenten te vinden die ons a= ten goede komen. Veel mensen kiezen voor b = meditatie om tot rust te komen en hun gedachten te ordenen. Het helpt hen beter te c = analyseren wat er om hen heen gebeurt en hun gevoelens te begrijpen.
Soms is het echter moeilijk om open te staan voor veranderingen. Sommige mensen d = de hakken in het zand zetten en willen niets veranderen in hun routine. Dit kan hen ervan weerhouden om nieuwe ervaringen op te doen die hen kunnen helpen.
Daarnaast is het belangrijk om bepaalde dingen e = iets met een korreltje zout nemen. Niet alles is zo serieus als het lijkt, en een beetje relativering kan veel stress verminderen. Door deze benadering kunnen we beter omgaan met de uitdagingen die op ons pad komen.

Slide 13 - Tekstslide

havo
Vraag 6: woordjes leren (4p)
Het behoud van a = biodiversiteit is essentieel voor een gezonde planeet. Helaas zijn er veel mensen die b = nonchalant omgaan met de natuur en de gevolgen daarvan niet serieus nemen. Dit kan leiden tot ernstige problemen, zoals het verdwijnen van soorten.
Soms proberen mensen elkaar c = iemand een loer draaien door verkeerde informatie te verspreiden over milieuvraagstukken. Het is belangrijk om deze informatie te d = nuanceren, zodat we een beter beeld krijgen van de situatie. Daarnaast is het belangrijk om bepaalde dingen e = met een korreltje zout nemen. Niet alles is zo serieus als het lijkt.

Slide 14 - Tekstslide

vwo
Vraag 7 (2p)
Geef de tekstverbanden die horen bij de onderstreepte signaalwoorden in de tekst.
a. Bij welk tekstverband hoort ‘omdat’? (1p) 
  • reden, oorzaak en gevolg
b. Bij welk tekstverband hoort ‘echter’? (1p)
  • tegenstelling

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 8 (1p)
Wat is het tekstdoel van deze tekst? 
Leer de tekstdoelen, dan heb je keuze uit: 
  • Informeren, Instructie geven, Overtuigen, Activeren, Amuseren, Beschouwen

Antwoord: 
  • informeren, want de tekst heeft als doel je informatie te geven over oceanen, zout en of mensen het proeven. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9
Antwoorden leerlingen:
  • Kun je proeven dat zeewater op ene plek zouter is dan op de andere? 
  • Proeven dat zeewater op de ene plek zouter is. 
  • Ze proberen om te proeven dat zeewater op de ene plek zouter is dan op de andere. 
  • Dit zijn dus allemaal zinnen > hoofgedachte

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 9 (1p)
Onderwerp van de tekst: 
  • zoutgehalte in water (proeven)
Ook goed gerekend:
  • Zout zeewater
  • Zeewater met meer of minder zout
  • Zoutgehalten

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 10, 11, 12 (1p per vraag)
Welke alinea, alinea's of zinnen behoren tot inleiding, kern, slot? 
Inleiding:
  • Alinea 1
Kern:
  • Alinea 2 en 3
Slot: 
  • Er is geen slot

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13 (3p) 0,5 p per goed antwoord
Geef de fouten op het gebied van taalverzorging:

 Op een warme zomerdag zat Anna op het terras met twee perzikken in haar hand. Terwijl ze een Facebook bericht las over het goedste avontuur van een vriendin, hoorde ze een klap uit de keuken. De keukendeur stond open en er lagen kiwis op de grond. De geur van bakkende brood vulde de ruimte. Haar wangen waren rood dan de bloeiende rozen in de tuin.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 13
Geef de fouten op het gebied van taalverzorging:

 Op een warme zomerdag zat Anna op het terras met twee perzikken = perziken in haar hand. Terwijl ze een Facebook bericht = Facebookbericht las over het goedste = beste (betere) avontuur van een vriendin, hoorde ze een klap uit de keuken. De keukendeur stond open en er lagen kiwis = kiwi's op de grond. De geur van bakkende = gebakken (bakkend) brood vulde de ruimte. Haar wangen waren rood = roder dan de bloeiende rozen in de tuin.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In totaal kon je 23 punten verdienen.
11,5 punt = 5,5

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verder met 'betrouwbaarheid van teksten'

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van deze les:


R: heb je geleerd hoe je teksten kunt controleren op betrouwbaarheid
T1/T2: heb je geoefend door een aantal teksten te bekijken en te beoordelen op betrouwbaarheid 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

betrouwbaarheid: sapje.nl versus rivm.nl

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Op www.gezondesapjes.nl > doel?
  •  website met als doel sapjes verkopen
2. Op www.rivm.nl (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) > doel?
  • website met als doel mensen informeren

Welk website lijkt betrouwbaarder?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid van teksten
Hoe weet je of een tekst betrouwbaar is of niet? 
1. Vindplaats/bron
2. Belang/neutraal van de auteur
3. Deskundigheid van de auteur
4. Kritisch lezen
Schrijf dit in je schrift/map!

Slide 28 - Tekstslide

Met klas B dit nog uitgebreid doornemen. 

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Debunken
  • "op twitter worden grote leugenaars al snel gedebunkt"
  • debunken: 
  • een onwaarheid zichtbaar maken, doorprikken
  • andere betekenissen: (iem.) ontmaskeren, onderuithalen, voor joker zetten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Op welke vier aspecten moet je letten om te kijken of een tekst betrouwbaar is of niet?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op de volgende website of die betrouwbaar is. 
1. Vindplaats/bron
2. Belang/neutraal van de auteur
3. Deskundigheid van de auteur
4. Kritisch lezen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Site betrouwbaar of niet?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek uit: betrouwbaar of niet? 
Groep 1: Thomas Puyeo - Hammer and the Dance (artikel)
Groep 2: Fajah Lourens - over lifestyle en gezondheid
Groep 3: De organisatie Voedingscentrum.nl 
Groep 4: Diëtist Ahlam alias Marokkaansediëtist op insta
Groep 5: Tim Spector over intermittent fasting - Zoë Podcast
Groep 6: Erling Haaland over lifestyle en eetgewoonten
Zorg dat je de vier punten langsloopt en deze kunt toepassen op jouw onderwerp (hst 13 Handboek). Antwoord in volgende slide. 


timer
6:00

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groep 1: Thomas Puyeo - Hammer and the Dance (artikel)

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 2: Fajah Lourens - over lifestyle en gezondheid

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 3: De organisatie Voedingscentrum.nl

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 4: Diëtist Ahlam alias Marokkaansediëtist op insta

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 5: Tim Spector over intermittent fasting - Zoë Podcast

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 6: Ehrling Haaland over lifestyle en eetgewoonten

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ken je nu al deze begrippen?
debunken
framing
factchecken
betrouwbaarheid
kritisch lezen


bron
belang
neutraliteit / neutraal
deskundig

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Oefenboek pagina 66
opdracht 5

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
vindplaats
bron
belang
neutraal
neutraliteit
deskundigheid 
 kritisch lezen

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op: 
er wordt gewerkt aan een terugkomuur als je niet op schema ligt!

Nu aan de slag met Numo

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies