Unit 5 South Africa + introduction future (all forms)

South Africa
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

South Africa

Slide 1 - Tekstslide

Today's plan
1. Watch a short video 
2. Grammar: The future
3. Practise 
4. Writing game 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Grammar unit 5: lesson 2: future

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke vormen?
  1. Present Simple (stam of stam + s bij he/she/it)
  2. Present Continuous (am/are/is + ww met -ing)
  3. To be going to + hele ww 
  4. Will / Shall + hele ww

Maar wanneer welke vorm?

Slide 7 - Tekstslide

1. Present Simple
Je gebruikt de Present Simple als iets in de toekomst volgens een schema gaat gebeuren. Dit zijn dingen die heel zeker zijn.
Bijvoorbeeld roosters en treintijden.

The train arrives at 9 o'clock tomorrow morning.

Slide 8 - Tekstslide

2. Present Continuous
Je gebruikt de Present Continuous als dingen 
afgesproken / geregeld zijn en vrijwel zeker gaan gebeuren.

My mom and I are visiting Amsterdam this Saturday.
Signaalwoorden: NATTL!
Now - At the moment - tonight/tommorrow
- this monday/this week -  listen!/look!

Slide 9 - Tekstslide

Het verschil tussen de Present Continuous en 
to be going to + hele ww is echter minimaal!

Je kunt deze best wel eens door elkaar heen gebruiken!

Slide 10 - Tekstslide

3. To be going to + hele ww
Je gebruikt to be going to + hele ww als dingen vooraf al gepland zijn en als je een voorspelling doet met bewijs.

Look at those dark clouds! It is going to rain.
I am not going to the school party tomorrow, because I  haven't bought a ticket.

Slide 11 - Tekstslide

4. Will + hele ww
Je gebruikt will  + hele ww als dingen 
spontaan gebeuren en als je een voorspelling doet zonder bewijs (bijvoorbeeld een mening).

I think we will stay inside a few more weeks longer.
Will It rain tomorrow? If not, we are going to the beach!
Let op: Shall I / Shall we go home?

Slide 12 - Tekstslide

will + not = WON'T

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

VRAAGZIN: Zet de woorden in de goede volgorde. 
in the ocean
swim
going to
Simon
is
they
are
going to
buy
new trainers

Slide 15 - Sleepvraag

Chris _____ her grandmother tomorrow.
A
will visit
B
visits
C
is visiting
D
is going to visit

Slide 16 - Quizvraag

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 17 - Quizvraag

It _____ rain, I checked the weather
app! So, don't take your umbrella!
A
doesn't
B
shan't
C
won't
D
isn't going to

Slide 18 - Quizvraag

I hope the weather _____ nice.
A
will be
B
is going to be
C
shall be
D
is

Slide 19 - Quizvraag

Let's go to the cinema tonight.
The movie ___ at 8.
A
will start
B
starts
C
is going to start
D
is starting

Slide 20 - Quizvraag

Next week I .... watch a movie with my brother.
A
shall watch
B
will watch
C
am going to watch
D
are going to watch

Slide 21 - Quizvraag

In the summer break my sister ... her room. It needs some new paint.
A
will re-decorate
B
am going to re-decorate
C
is going to re-decorate
D
won't re-decorate

Slide 22 - Quizvraag

Look. There's not a cloud in the sky.
It .... a sunny day.
A
will be
B
shall be
C
are going to be
D
is going to be

Slide 23 - Quizvraag

Unit 5 South Africa 
Homework for friday

 5.2 maak  opdracht 5 tm 8.

Slide 24 - Tekstslide

Extra oefenen met 
de Future?



Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link