In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Het Romeinse rijk was erg groot; Welke landen hoorden bij dit rijk Kies het antwoord, met de juiste combinatie
A
Schotland, Nederland, Oostenrijk en Italië
B
Engeland, Duitsland,
Egypte en Roemenië
C
Engeland, Frankrijk, Tunesië en Egypte
D
Denemarken, Japan, Brazilie en Australie
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Video
Wat is waar?
A
De Romeinen hebben weinig vijanden
B
De Germanen en Romeinen waren vrienden
C
De Germanen vochten regelmatig tegen de Romeinen
D
De Germanen kenden de Romeinen niet
Slide 5 - Quizvraag
De Romeinen kenden een bijzondere gevecht tactiek, die "de Schildpad" werd genoemd.
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Tijdens de tijd van de Republiek was de leiding van het Romeinse rijk in handen van
A
twee consuls
B
vier generaals
C
het senaat
D
een keizer
Slide 9 - Quizvraag
Op de afbeelding staat een beroemde gebeurtenis afgebeeld. Daarbij horen namen en uitspraken, zorg dat de juiste uitspraak naar de juiste naam gesleept worden
Julius Ceasar
Hij slaat zijn purperen mantel om zich heen als hij de dolksteken voelt
Senator Brutus
Keizer Augustus
Hij heeft de moordenaars van zijn stiefvader stuk voor stuk gestraft
Hij stak met 32 anderen, zijn beste vriend dood
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Video
Welke Germaans volk werd de bondgenoot van de Romeinen in ons land
A
Asterixen en de Obelixen
B
De Bataven
C
De Friezen
D
De Tubanten
Slide 15 - Quizvraag
Midden in ons land liep de Noordgrens van het Romeinse rijk. Hoe heette die grens, welke rivier vormde de grens en Welke steden ontstonden toen aan die grens. Noem er drie
Slide 16 - Open vraag
Romanisering
Slide 17 - Woordweb
Slide 18 - Video
Slide 19 - Tekstslide
Wat is verschil tussen Christendom en andere godsdiensten in Europa rond het jaar 100 n. Chr.
A
Christendom is een monotheïstische godsdienst
B
Iedereen mag geloven in het christendom
C
Bij het Christendom zijn man en vrouw gelijk
D
Bij het Christendom zijn rijk en arm gelijk
Slide 20 - Quizvraag
Waarom werden christenen vervolgd in het Romeinse rijk
A
Zij vernielden tempels van de Romeinen
B
Zij geloofden alleen in hun eigen god
C
Zij wilden de Romeinse goden niet accepteren
D
Zij werkten samen met de Germanen
Slide 21 - Quizvraag
Ontstaan Christendom
Jaar 0- Jezus Christus in Palestina
Jezus Christus krijgt aanhangers en predikt zijn geloof.
Jaar 30 n. Chr. Jezus gekruisigd.
- Begin van de verspreiding van het Christendom door Apostelen Jezus Christus, in het Romeinse rijk..
Christenen worden vervolgd...'
313 n. Chr. Het Christelijk geloof wordt toegestaan in het Romeinse rijk, door keizer Constantijn.
Christen worden niet meer vervolgd.
396 n. Chr. Christendom is de staatsgodsdienst in het Romeinse rijk. Andere geloven dan het Christendom worden vervolgd....
Slide 22 - Tekstslide
Wat is een staatsgodsdienst?
Slide 23 - Open vraag
Einde (west) Romeinse rijk
1. 250 n.Chr. --> Germaanse stammen komen steeds vaker het Romeinse rijk binnen (begin volksverhuizingen)
De Romeinen kunnen steeds moeilijker de Germanen buiten hun rijk houden.