5.3 Onderwijs in Nederland

KNM
thema 5
opvoeding 
en 
onderwijs
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
knmVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

KNM
thema 5
opvoeding 
en 
onderwijs

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je deze les?
Aan het eind van deze les kun je antwoord geven op de volgende vragen:
1. Wanneer hebben kinderen leerplicht?
2. Wanneer mag een kind thuis blijven?
3. Mag jezelf kiezen naar welke school je kind gaat?
4. Noem 3 soorten scholen.
5. Wat is een speciale school?
6. Beschrijf het schoolsysteem.
7. Wat is ouderbetrokkenheid?
8. Wat kun je doen als ouder?

Slide 2 - Tekstslide

5.3 Onderwijs in Nederland
luister hier

Slide 3 - Tekstslide

soorten scholen
luister hier

Slide 4 - Tekstslide

het schoolsysteem
luister hier

Slide 5 - Tekstslide

ouders en de school
luister hier

Slide 6 - Tekstslide

De woorden van 5.3
(met voorbeeldzin)
blind                                                                           niet kunnen zien
Rianne is blind. Ze heeft een hond die haar helpt op straat. 
  



christelijk                               als je gelooft in God, Jezus Christus en de Bijbel
Op de christelijke basisschool vertelt de juf soms een verhaal uit de Bijbel. 






Slide 7 - Tekstslide

De woorden van 5.3
(met voorbeeldzin)
islamitisch                                   als je gelooft in Allah, Mohammed en de Koran
De islamitische kinderen zijn vandaag niet op school: ze hebben Suikerfeest.  
  



de leerplicht                             Alle kinderen van 5-16 jaar moeten naar school.                                                             Dat is verplicht.
Enrique vindt school niet leuk. Toch gaat hij elke dag naar school, want hij heeft leerplicht.  





Slide 8 - Tekstslide

De woorden van 5.3
(met voorbeeldzin)
openbaar                                                                voor iedereen
Het openbaar onderwijs is voor alle kinderen, met geloof of zonder geloof.  
  



de ouderbetrokkenheid                           interesse hebben voor de school en het                                                                           leren van je kind
De school wil meer ouderbetrokkenheid. Ze willen dat ouders komen helpen in de klas.  





Slide 9 - Tekstslide

De woorden van 5.3
(met voorbeeldzin)
de peuterspeelzaal,                                           een plek waar kinderen van 
                                                                               2,5 tot 4 jaar spelen en leren 
Faisal is 2,5 jaar. Op de peuterspeelzaal leert hij leuke liedjes.  



de vervolgopleiding                                 een opleiding na de middelbare school 
Ayse doet een vervolgopleiding: ze gaat naar de universiteit, want  ze wil dokter worden.




Slide 10 - Tekstslide

De woorden van 5.3
(met voorbeeldzin)
de voorschool                                                  een school vóór de basisschool,
                                                               voor kinderen die extra hulp nodig 
hebben 
Sara gaat naar de voorschool, want ze spreekt nog niet goed
 
Nederlands.  








Slide 11 - Tekstslide

Wanneer hebben de kinderen in Nederland leerplicht?
A
van 2,5 jaar tot 16 jaar
B
van 4 jaar tot 16 jaar
C
van 5 jaar tot 18 jaar
D
van 5 jaar tot 16 jaar

Slide 12 - Quizvraag

Je bent 16 jaar en je hebt nog geen diploma.
Mag je dan stoppen met school?
A
Ja, want de leerplicht stopt met 16 jaar.
B
Nee, je moet dan tot 18 jaar naar school.

Slide 13 - Quizvraag

Wanneer mag een kind thuis blijven?
A
Alleen in de vakanties
B
In de vakanties en als het kind ziek is
C
In de vakanties, als het kind ziek is en tijdens het Suikerfeest

Slide 14 - Quizvraag

Welke school is geen speciale school?
A
de basisschool
B
een school voor blinde kinderen
C
een school voor kinderen met moeilijk gedrag.
D
een school voor kinderen die moeilijk kunnen leren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is ouderbetrokkenheid?
A
interesse hebben voor de school van je kind
B
interesse hebben voor het leren van je kind
C
antwoord a en b zijn allebei goed
D
antwoord a en b zijn allebei fout

Slide 16 - Quizvraag

Beschrijf het schoolsysteem:
Wanneer gaan de kinderen naar de peuterspeelzaal,
wanneer gaan ze naar de basisschool, wanneer gaan ze naar de middelbare school en wanneer volgen ze een vervolgopleiding?

Slide 17 - Open vraag

Typ 3 dingen die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

Typ hier een vraag over iets wat je nog niet helemaal hebt begrepen.

Slide 19 - Open vraag