Mavo 4 2.2 Maatschappelijke kosten

Plattegrond
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

Welkom

  • Zit voorin in de eerste twee rijen.
  • Log in op LessonUp.
  • Open alvast in Google Classroom:

    "Uitleg 2.2 Maatschappelijke kosten"

  • Kijk je opdrachten na van de vorige les.

Slide 2 - Tekstslide

Onderwerp(en)

2.2 Maatschappelijke kosten

Slide 3 - Tekstslide

De kandidaat heeft:

  • Inzicht in de samenhang tussen consumptie, productie en het milieu, en kan aan de hand van voorbeelden op het gebied van milieuschade de rol van overheid, maatschappelijke organisaties en individuele personen beschrijven.

  • Vaardigheden uit deze module in samenhang kunnen toepassen.
.
Eindtermen

Slide 4 - Tekstslide

  1. Materiaal klaar zetten en nakijken
  2. Onderwerpen en leerdoelen
  3. Uitleg en controle vragen
  4. Zelfstandig aan de slag
  5. Opdrachten bespreken
  6. Evaluatie
  7. Rad van Fortuin
Planning

Slide 5 - Tekstslide

  • Fietsen vissen in de grachten.

  • De studenten gooien fietsen in de grachten.
  • De gemeente geeft opdracht om de fietsen
    uit de grachten te vissen.
  • Dat kost de gemeente geld.
  • Dat geld komt van onze belastingcenten.

  • Iedereen betaalt dus indirect voor het vuil dat
    een ander maakt.


Maatschappelijke kosten

Slide 6 - Tekstslide

  • Computer producenten in de EU moeten oude onderdelen terugnemen om te hergebruiken/recyclen.

  • Dat is goed voor het milieu.
  • Maar dat kost ook geld voor de producten.
  • De kosten om het te hergebruiken/recyclen verhogen de verkoopprijs.
  • Milieubewust consumeren kost dus geld.

  • Buiten de EU hoeven producten geen oude onderdelen terug te nemen.
  • Daar kan je dus goedkoper onderdelen kopen.

  • De concurrentiepositie van de EU verslechtert als je rekening houdt met de prijs.
  • De concurrentiepositie van de EU verbetert als je rekening houdt met het milieu.
Concurrentiepositie

Slide 7 - Tekstslide

Het is al jaren een groot probleem, een kostenpost én een doorn in het oog van omwonenden.

Afvalcontainers in Leerdam die tjokvol zitten met vuilnis van inwoners en bedrijven uit andere gemeenten.

,,Doordat onze ondergrondse containers niet zijn afgesloten, kunnen inwoners van andere gemeenten en bedrijven er gebruik van maken, terwijl dit niet de bedoeling is’’, aldus wethouder Hendriksen.

,,De kosten komen bij onze inwoners terecht. Wij betreuren dat.’’
Afvaltoerisme

Slide 8 - Tekstslide

Straffen

1. De boer laten betalen voor de milieuschade die hij veroorzaakt.


2. Afval van inwoners laten wegen en per kilo laten betalen.

3. Voor elke fles die je weggooit moet je 25 cent betalen.


Milieuvriendelijkheid stimuleren
Belonen

1. De boer subsidie geven om te innoveren om met minder milieuschade te produceren.

2. Gescheiden afval van inwoners laten wegen en per kilo uitbetalen.

3. Statiegeld op flessen.

Slide 9 - Tekstslide

  • Vlak voor het einde van de les kies ik leerlingen die hun opdrachten
    komen laten zien (eventueel met het rad van fortuin).


  • Opdrachten 57 t/m 62 (we bespreken 57 en 59).

  • Eerste 5 minuten mag je fluisterend overleggen.
  • Na 5 minuten mag je op een normaal geluidsniveau
    overleggen en vragen stellen.

  • Rood = stil aan het werk
  • Oranje = zachtjes overleggen
  • Groen = op normaal geluidsniveau overleggen
Zelfstandig aan de slag
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 57

  1. - Sommige milieuproblemen blijven niet binnen de grenzen van Nederland.
    - CO2 uitstoot verspreid in de lucht.
    - In het buitenland kan milieuvervuiling plaatsvinden om producten te maken die in Nederland gekocht worden.

  2. Rekening houden met het milieu kan soms duurder zijn dan zodanig produceren dat je goedkoper bent dan de concurrent.

Opdrachten bespreken

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 59

1. Producenten: Subsidies voor milieuvriendelijk produceren.
Consumenten: Vergoeding voor gesorteerd afval.
Punten verdienen als je weinig energie verbruikt, punten waarmee je iets kan kopen.

2. Producenten: Boetes voor het overschrijden van quota’s (een quota is een grens).
Bijvoorbeeld een quota voor de hoeveelheid fossiele brandstoffen die gebruikt worden.
Consumenten: Boetes voor afval weggooien op straat.


Opdrachten bespreken

Slide 12 - Tekstslide

  • Wat vond je van het geluidsniveau?
    - Wat ging er goed en minder goed?
    - Wat kan beter of anders?
Evaluatie

Slide 13 - Tekstslide

Rad van Fortuin

Slide 14 - Tekstslide