W3 les 8 Veilig werken

W3 Wonen en huishouden 

Les 8

Ondersteunen bij huishouden en wonen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

W3 Wonen en huishouden 

Les 8

Ondersteunen bij huishouden en wonen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
Inleiding
Opdracht 3 soorten veiligheid
Theorie 3 soorten veiligheid
Theorie factoren en veiligheid te waarborgen
Opdracht 
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

inleiding
Jullie hebben een hdl activiteit uitgevoerd. Het ging hierbij om het maken van een stappenplan en instructies kunnen geven aan je cliënt. De komende weken zullen wij het hebben over allerlei aspecten die een rol kunnen spelen bij het ondersteunen en begeleiden bij hdl activiteiten. Denk hierbij aan veiligheid, hygiënisch handelen, ergonomisch werken en financiële administratie. 

Slide 3 - Tekstslide

Het is de taak van een mz'er om de verantwoordelijk te dragen van de cliënten
mee eens
niet mee eens

Slide 4 - Poll

Je hebt 3 soorten veiligheid:
-sociale veiligheid
- emotionele veiligheid
-fysieke veiligheid

Emotionele veiligheid betekent een gevoel van geborgenheid, het gevoel dat iemand kan zijn wie hij is en beschermd wordt tegen negatief gedrag van anderen.

Sociale veiligheid betekent dat iemand zich veilig voelt in de aanwezigheid van andere mensen, in een groep of openbare ruimte.

Fysieke veiligheid is de veiligheid die betrekking heeft op het voorkomen van lichamelijke verwondingen.

Slide 5 - Tekstslide

Antheny zit in het praktijkonderwijs leerjaar 1. Je loopt stage al bijna 3 maanden daar stage. Je merkt dat Antheny zich sociaal niet veilig voelt bij Thomas. Hij speelt vaak de baas in de klas. Je ziet vooral op het schoolplein dat Thomas Antheny vaak uitlacht omdat hij graag nagellak draagt. Antheny doet niets terug. In de klas is hij ook erg stil. Hoe kan jij ervoor zorgen dat Antheny zich sociaal weer veilig gaat voelen?

Slide 6 - Open vraag

Je werkt in de ouderzorg. Je gaat samen met een collega met 3 cliënten een boswandeling maken. Een cliënt zit in een rolstoel, de andere cliënt is slechtziend en de laatste 2 cliënten kunnen prima alleen wandelen. Op welke punten zou je moeten letten als het gaat om hun fysieke veiligheid in de voorbereiding en tijdens het wandelen?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Veilig                        Onveilig

Slide 9 - Tekstslide

Hoe beter je de cliënten kent, hoe beter je onverwachtse situaties kunt voorspellen. Zo kun je de veiligheid van cliënten inschatten.
Factoren die meespelen als het gaat om veiligheid, zijn:
- de leeftijd van de cliënten; 
- het ontwikkelingsniveau; 
- de aanwezigheid van bijzonder gedrag; 
- persoonlijke beperkingen. 

Anders gezegd: 
-Welk gedrag kun je van deze cliënt in deze situatie verwachten? 
-Zijn er risico’s door het samenbrengen van deze personen?  
- Welke risico’s zijn er door hun beperkingen? Zijn er bijzondere aandachtspunten?

Je kunt een risicoregistratie of een risico-inventarisatie op cliëntniveau maken, zodat je een overzicht krijgt van risico’s op onveiligheid van de cliënt.

Slide 10 - Tekstslide

Je neemt preventieve maatregelen om ongevallen te voorkomen.

Onveilige situaties kun je vanuit twee verschillende invalshoeken bekijken:
- persoonlijke veiligheid: van de individuele cliënt;
Voorbeelden: Valpartijen, Letsel door voorwerpen, Verbranding, elektriciteit 
-algemene veiligheid: van de organisatie, hoe je veilig kunt werken.
Maak gebruik van een veiligheidsprotocol, calamiteitenprotocol, BHVER

Veiligheidsprotocol
:
Methodische leidraad waarin staat hoe de veiligheid in de organisatie gewaarborgd wordt.
Calamiteitenprotocol
: Voorschrift waarin stap voor stap staat beschreven hoe medewerkers moeten handelen bij ongelukken, brand en ontruimingen.
Bedrijfshulpverlening
BHV. Hulp die wordt verleend bij ongewenste gebeurtenissen in een organisatie die de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers, cliënten en andere aanwezigen bedreigen.

Taken BHVER:
- eerste hulp bij ongevallen; 
- beperken van de gevolgen van ongevallen; 
beginnende branden bestrijden; 
- in noodsituaties alarmeren van alle aanwezige personen; 
- evacuaties leiden.

Slide 11 - Tekstslide

Een ongeluk in een instelling moet je altijd melden, ook een bijna-ongeluk. Door het registreren en onderzoeken van alle meldingen weet de organisatie welke problemen er zijn.

Voor de registratie bestaan verschillende systemen, bijvoorbeeld een FOBO-regeling of MIP. FOBO staat voor het melden van fouten, ongevallen en bijna-ongevallen. MIP staat voor Meldingen Incidenten Patiëntenzorg

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Thieme Meulenhoff opdrachten maken
Boek persoonlijke verzorging
Thema 6.23: 1A t/m 4D

Slide 14 - Tekstslide