DRAMA Tableaux

DRAMA |  
KENNISMAKING met TABLEAUS
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMBOMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3Studiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

DRAMA |  
KENNISMAKING met TABLEAUS

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij deze les doen?
  • Leren wat er nodig is voor het maken van  een goed tableau: mimiek, houding en gebaar.
  • Verhalen vertellen door samen tableaus te maken.

Slide 2 - Tekstslide

DRAMA | LES 3 
KENNISMAKING met TABLEAUX VIVANTS

Slide 3 - Tekstslide

TABLEAUX VIVANTS in
de Theatergeschiedenis 

  • Acteurs oefenden met elkaar om een stilstaand beeld te maken, alsof het publiek naar een levend schilderij keek.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is tableau vivant?
Jezelf bevriezen in een bepaalde handeling, personage of situatie, waardoor een levend schilderij ontstaat.

Hierbij wordt niet gesproken of bewogen.

Slide 5 - Tekstslide

Aandachtspunten

  • Sta in evenwicht
  • Sta helemaal stil! (met de ogen knipperen mag)
  • Zorg dat je houding/beweging groot en duidelijk is.
  • Standbeelden in actie zijn interessant. 





Slide 6 - Tekstslide

  • In de vroege middeleeuwen (ca 1223) was theater vooral in de kerk.
  • Bijbelse passages werden verduidelijkt voor het publiek.
  • Bij vieringen en kerstgebeurtenissen. 
  • In de late middeleeuwen (na 1500) werd theater in de kerk verboden.
  • Artiesten vinden hun werk buiten met straattheater en parades. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Warming-Up: verschil in mimiek

Slide 9 - Tekstslide

Speloefening:
Bekende schilderijen tot leven brengen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Let goed op:
Je Mimiek - Hoe is de gezichtsuitdrukking van je persoon?
Je Fysiek:
De houding
- Hoe staat de door jouw gekozen persoon?
De gebaren - welke gebaren maakt hij/zij met handen en voeten, heeft je persoon een object vast?

Slide 12 - Tekstslide

Spelopdracht: Vakantie foto's

Slide 13 - Tekstslide

Spelopdracht: 
Vakantie foto's
Groepjes van: 1 verteller en spelers.
  1. Begin met kort wat vertellen over de vakantie (wie-wat-waar).
  2. Met die informatie maken de spelers snel tableau 1 .
  3. De verteller kijkt en vertelt verder over de vakantie (wat zien wij?)
    + wat we in tableau 2 gaan zien.
  4. Doe hetzelfde voor de tableau 3.

Slide 14 - Tekstslide