H1.3 Weet wat je nodig hebt deel 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Welkom, ga zitten volgens plattegrond, 
maak startopdracht in stilte en
leg je huiswerk open op tafel

Wat gaan we doen?

- herhalen

- uitleg 1.3 deel 1

- Maken opdrachten

- Evaluatie les

Hoe betaal jij het meest?

1. Contant
2. Pinpas

Wat is elektronisch betalen ?

1. Betalen met Chartaal geld
2. Betalen met bankbiljetten of munten
3. Betalen met giraal geld
4. Betalen met Cash

Is betalen met de pinpas giraal of chartaal betalen?

1. Giraal geld
2. Chartaal geld

Waar of niet waar: het saldo staat niet op je bankrekening

1. Waar
2. Niet waar

Als je geld pint gaat je saldo....

1. Stijgen
2. Dalen

Wat is de juiste formule om je nieuwe saldo te berekenen

1. Nieuw saldo + ontvangsten - uitgaven
2. Nieuw saldo - ontvangsten + uitgaven
3. Oud saldo + ontvangsten - uitgaven
4. Oud saldo - ontvangsten + uitgaven

Bereken het nieuwe saldo.

1. 156,05 euro
2. 112,15 euro
3. 113,15 euro
4. 43,95 euro

En door met uitleg § 1.3

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

• Kun je vertellen welke behoeften je kunt hebben
• Kun je uitleggen waardoor mensen verschillende behoeften hebben
• Kun je het verschil tussen goederen en diensten uitleggen
• Kun je vertellen hoe je in je behoeften kunt voorzien.

Behoeften

Mensen hebben behoefte aan goederen en diensten, dit noemen we behoeften.

Er zijn basisbehoeften en overige behoeften. 

basisbehoeften

overige behoeften

Goederen en diensten

Gebruiks- en verbruiksgoederen

• Gebruiksgoederen gaan langere tijd mee en kun je meerdere keren gebruiken (tandenborstel)
   
• Verbruiksgoederen gaan
  door gebruik op (tandpasta)

Zelfvoorziening & consumeren

Zelfvoorziening

Wanneer je zelf in je behoeften voorziet

Consumeren

Wanneer je koopt om in je behoeften te voorzien

Aan de slag

Wat	Maken 1 t/m 11 op blz 22 t/m 25
Hoe	Zelfstandig, of met buur op fluistertoon
Hulp	Theorie in boek, buur, daarna mw. de Boer
Tijd	20 minuten
Uitkomst	Je begrijpt de leerdoelen en kunt deze toepassen
Klaar	Maken plusopdrachten 18 en 9 op blz 41

Vertel:

• Kun je vertellen welke behoeften je kunt hebben?
• Kun je uitleggen waardoor mensen verschillende behoeften hebben?
• Kun je het verschil tussen goederen en diensten uitleggen?
• Kun je vertellen hoe je in je behoeften kunt voorzien?

Evaluatie

Vooruitblik 

Volgende les:
Herhalen 1.3

Rekenen met procenten