(1) weet ik wat kernzinnen zijn en waar ze staan in een tekst
(2) begrijp ik hoe een zakelijke e-mail is opgebouwd
(3) begrijp ik hoe ik zinnen kan variëren
Slide 3 - Tekstslide
Voorkennis (1): wat weet je al?
1. Wat is een 'kernzin'
2. Wat is in de volgende tekst de kernzin?
De coronapandemie heeft veel invloed gehad op jongeren. Lockdowns en online lessen maakten het lastig om goed te leren. Door minder contact met anderen voelden sommigen zich eenzaam, wat hun humeur beïnvloedde. Toch hebben veel jongeren laten zien dat ze sterk zijn en zich kunnen aanpassen. De pandemie bracht ook kansen voor persoonlijke groei en creativiteit, maar we zullen pas later echt begrijpen hoe het allemaal heeft uitgepakt.
Slide 4 - Tekstslide
Voorkennis (1): wat weet je al?
1. Wat is een 'kernzin'
De belangrijkste zin van een alinea. Daarna volgt een voorbeeld/uitleg
2. Wat is in de volgende tekst de kernzin?
De coronapandemie heeft veel invloed gehad op jongeren. Lockdowns en online lessen maakten het lastig om goed te leren. Door minder contact met anderen voelden sommigen zich eenzaam, wat hun humeur beïnvloedde. Toch hebben veel jongeren laten zien dat ze sterk zijn en zich kunnen aanpassen. De pandemie bracht ook kansen voor persoonlijke groei en creativiteit, maar we zullen pas later echt begrijpen hoe het allemaal heeft uitgepakt.
Slide 5 - Tekstslide
Kernzinnen
= belangrijkste zin van een alinea
= staat meestal vooraan
- daarna volgt uitleg/voorbeelden
Slide 6 - Tekstslide
Kernzinnen
Lockdowns en online lessen maakten het lastig om goed te leren. Door minder contact met anderen voelden sommigen zich eenzaam, wat hun humeur beïnvloedde. Toch hebben veel jongeren laten zien dat ze sterk zijn en zich kunnen aanpassen. De coronapandemie heeft veel invloed gehad op jongeren. De pandemie bracht ook kansen voor persoonlijke groei en creativiteit, maar we zullen pas later echt begrijpen hoe het allemaal heeft uitgepakt.
Goed of fout?
Slide 7 - Tekstslide
Kernzinnen
Lockdowns en online lessen maakten het lastig om goed te leren. Door minder contact met anderen voelden sommigen zich eenzaam, wat hun humeur beïnvloedde. Toch hebben veel jongeren laten zien dat ze sterk zijn en zich kunnen aanpassen. De coronapandemie heeft veel invloed gehad op jongeren. De pandemie bracht ook kansen voor persoonlijke groei en creativiteit, maar we zullen pas later echt begrijpen hoe het allemaal heeft uitgepakt.
Fout! Kernzin moet vooraan.
Slide 8 - Tekstslide
Voorkennis (2): wat weet je al?
- Lees de twee teksten. Wat verschilt er?
De kinderen gaan naar buiten. De kinderen gaan fietsen. De kinderen willen een ijsje
De kinderen gaan naar buiten. Daarna willen ze gaan fietsen. Tot slot zouden ze een ijsje willen.
Slide 9 - Tekstslide
Voorkennis (2): wat weet je al?
- Lees de twee teksten. Wat verschilt er?
De kinderen gaan naar buiten. De kinderen gaan fietsen. De kinderen willen een ijsje
= hetzelfde, geen variatie in zinsbouw
De kinderen gaan naar buiten. Daarna willen ze gaan fietsen. Tot slot zouden ze een ijsje willen.
= verschillend, wel variatie in zinsbouw
Slide 10 - Tekstslide
Zinsbouw variatie: tips
- Herhaal niet, gebruik signaalwoorden
Het meisje dat daar loopt is aardig. Ze heeft me geholpen met de toets.
- Gebruik synoniemen en omschrijvingen
Mooi/knap, lief/aardig, gemeen/onaardig
- Volgorde van zinsbouw veranderen: draai pv en ow om
Slide 11 - Tekstslide
Indeling zakelijke brief/email
Inleiding:
- vertellen waarom je schrijft/waarop je reageert
Kern:
- belangrijke informatie over je onderwerp
Slot:
- Vragen om een reactie van het bedrijf of een persoon
Slide 12 - Tekstslide
Inleiding
Slot
Kern
Slide 13 - Sleepvraag
Voorbeeldvraag: welke zin hoort waar?
'Ik wil graag reageren op de vacature die op uw site staat'
- Inleiding
- Kern
- Slot
Slide 14 - Tekstslide
Voorbeeldvraag: welke zin hoort waar?
'Ik wil graag reageren op de vacature die op uw site staat'
- Inleiding
- Kern
- Slot
Slide 15 - Tekstslide
Voorbeeldvraag: welke zin hoort waar?
'Mijn vrije dagen zijn maandag en dinsdag. Dan zou ik wel kunnen werken.'
- Inleiding
- Kern
- Slot
Slide 16 - Tekstslide
Voorbeeldvraag: welke zin hoort waar?
'Mijn vrije dagen zijn maandag en dinsdag. Dan zou ik wel kunnen werken.'