VK week 1 les 4

VK week 1 les 4
Boek: 
PWB basisboek

PWB H11 (kort) en H12
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

VK week 1 les 4
Boek: 
PWB basisboek

PWB H11 (kort) en H12

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Interactievaardigheden, wat viel je op?

 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Vang de bal
Waar gaat dit filmpje over?
Welke ziektes werden er genoemd?
Hoe komt het dat deze ziektes nauwelijks meer voorkomen?
Op welke leeftijd worden kinderen ingeënt? En tegen welke ziektes?
Bestaat er voor alle ziektes een inenting?

Slide 4 - Tekstslide

Zoek op wat de verschijnselen zijn en hoe je daar naar moet handelen binnen de kinderopvang/basisschool:
  1. Welke kenmerken horen bij de ziekte/aandoening?
  2. Wanneer moet je ouders inschakelen?
  3. Moet er informatie gedeeld worden met ouder van ander kinderen ivm verspreiding?
  4. Hoe handel je naar het kind zelf?


Onderwerpen te verdelen in groepjes:
· Krentenbaard -  Waterpokken - Wormpjes - Griep - Hoofdluis - Diarree -Middenoorontsteking


Slide 5 - Tekstslide

Wat doe je?
· Een baby van 6 maanden is jengelig en grijpt vaak met zijn handje naar zijn oor. Het valt op dat hij veel rechtop gehouden wil worden, op het moment dat je hem neerlegt begint hij te huilen. Zijn temperatuur is 38,5.



Slide 6 - Tekstslide

Wat doe je?
· Een kleuter van 4 jaar klaagt over een beetje buikpijn en kriebelt veel aan zijn billen.



Slide 7 - Tekstslide

Wat doe je?

· Een schoolkind van 7 jaar lijkt wat hangerig. Hij ontdekt wat blaasjes op zijn borst en laat die aan jou zien.




Slide 8 - Tekstslide

Gedragsprobleem of gedragsstoornis?

(wat is het verschil?)

Slide 9 - Tekstslide

 Gedragsprobleem
Een gedragsprobleem is vaak een tijdelijke en situationele reactie van een kind op stress, veranderingen, of bepaalde omgevingsfactoren. Het gedrag kan negatief of storend zijn, maar is meestal van korte duur en verdwijnt wanneer de oorzaak wordt aangepakt.
Kenmerken: Gedragsproblemen kunnen bijvoorbeeld ontstaan door een moeilijke thuissituatie, veranderingen in de omgeving (zoals een scheiding of verhuizing), of andere tijdelijke spanningen.
Voorbeeld: Een kind dat agressief reageert na een verhuizing of zich slecht gedraagt in de klas na een ruzie thuis, maar dit gedrag verandert wanneer de situatie verbetert.

Slide 10 - Tekstslide

 Gedragsstoornis
Omschrijving: Een gedragsstoornis is een langdurig en diepgeworteld patroon van afwijkend gedrag dat meestal voortkomt uit onderliggende psychische of neurologische oorzaken. Het gedrag is meestal ernstiger en wordt niet zomaar opgelost door veranderingen in de omgeving.
Kenmerken: Gedragsstoornissen zijn vaak chronisch en moeten vaak behandeld worden met gespecialiseerde hulp zoals therapie of medicatie. Voorbeelden zijn ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit), ODD (oppositionele-opstandige gedragsstoornis), en CD (antisociale gedragsstoornis).
Voorbeeld: Een kind met ADHD dat voortdurend moeite heeft met concentratie en impulsiviteit, ongeacht de omstandigheden.

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een gedragsprobleem in de klas?

Slide 12 - Open vraag

 Opdracht
Bespreek met je groep de casus:
- welke gedragsproblemen of -stoornissen worden gezien?
- welke knelpunten zijn er?
- op welke manier zou je als onderwijsassistent kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van de leerling?

Slide 13 - Tekstslide