H2P2 deel 2

Paragraaf 2.2 winst is winst
Leerdoelen
Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.
Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2.2 winst is winst
Leerdoelen
Je kunt met behulp van gegevens en formules de aangeboden hoeveelheid bepalen.
Je kunt met behulp van gegevens en formules de kosten, opbrengsten en winst berekenen.


Slide 1 - Tekstslide

Wat is afzet

Slide 2 - Open vraag

Hoe bereken je de omzet?

Slide 3 - Open vraag

Welke twee soorten kosten zijn er en wat is het verschil?

Slide 4 - Open vraag

De kostenfunctie van een product is als volgt: TK = 3,5Q + 150. Wat zijn de constante kosten en wat de variabele?

Slide 5 - Open vraag

De opbrengstenfunctie is ook bekend: TO = 5Q, TK was 3,5Q + 150. Bij hoeveel producten ligt het break-even point?

Slide 6 - Open vraag

Aanbodlijn
Geeft bij iedere prijs de hoeveelheid aangeboden goederen/diensten. 
Voorbeeld uit het boek: Qa = 25000P - 10000. 
Wat is opvallend? Positieve richtingscoefficient. 


Qv = -100.000P + 15.000.000



Slide 7 - Tekstslide

Vervolg: 
opgave 11 maken

Daarna centraal bespreken

Slide 8 - Tekstslide

Bespreken 2.2 opgave 11

Slide 9 - Tekstslide

Het aanbod van olijfolie is gegeven met de vergelijking
Qa = 100.000 p – 2.000.000             P = prijs per liter olijfolie in eurocenten.
Qa = aangeboden hoeveelheid olijfolie in litters.
A. Op een gegeven moment is de prijs op de markt €0,80 per liter . Bereken de aangeboden hoeveelheid olijfolie bij die prijs.

Pas op: de prijs is in eurocenten! P is dus geen 0,80, maar 80.
100.000 × 80 – 2.000.000 = 6.000.000 liter (6 miljoen liter)

Slide 10 - Tekstslide

Het aanbod van olijfolie is gegeven met de vergelijking
Qa = 100.000 p – 2.000.000  
Qa = aangeboden hoeveelheid olijfolie in litters.
B Een jaar later wordt er 7 miljoen liter olijfolie aangeboden. Bereken de marktprijs van olijfolie in dat jaar.

100.000 × P – 2.000.000 = 7.000.000
P = 9.000.000 / 100.000 = 90
Dus € 0,90

Slide 11 - Tekstslide

Het aanbod van olijfolie is gegeven met de vergelijking
Qa = 100.000 p – 2.000.000  
Qa = aangeboden hoeveelheid olijfolie in litters.
 
Qv = -100.000P + 15.000.000. Tot welke prijs zal een liter olijfolie stijgen als de olijfolie producenten het komende jaar maar 4 miljoen liter olijfolie aanbieden.

Slide 12 - Tekstslide

Qv = -100.000P + 15.000.000
4.000.000 = –100.000P + 15.000.000

P = 11.000.000 / 100.000 = 110 eurocent
  

Slide 13 - Tekstslide

Marktmechanisme

Slide 14 - Tekstslide

Evenwicht berekenen


1. Qa=Qv
2. Bereken de P(rijs). Dit is de evenwichtsprijs.
3. Vul de P in. Gebruik de vergelijking Qa of Qv. Beide kunnen.
Je berekent nu het evenwichtsaanbod.

Slide 15 - Tekstslide

Evenwicht berekenen
Qa = 400P - 1.600
Qv = -200P + 2.000

Schrijf de berekening op in je schrift. Stap voor stap.

Slide 16 - Tekstslide

Evenwicht berekenen
Qa = Qv
400P - 1.600 = -200P + 2.000
400P + 200P = 2.000 + 1.600
600P = 3.600
P = 3.600/600
P = 6 euro

Slide 17 - Tekstslide

Evenwicht berekenen
P = 6 euro 
Qa = 800 stuks
Dus punt (800,6).

Je kunt het evenwicht berekenen en aflezen uit de grafiek, kijk maar!

Slide 18 - Tekstslide

Overschot
Vraagoverschot
De vraag is groter dan het aanbod
De prijs gaat stijgen

Aanbodoverschot
Het aanbod is groter dan de vraag
De prijs gaat dalen

Slide 19 - Tekstslide

Overschot berekenen
Qa = 400P - 1.600
Qv = -200P + 2.000
P = € 5

Wat is Qa? Welk punt krijg je?
Wat is nu Qv? Welk punt krijg je?

Slide 20 - Tekstslide

Maken opgave 1 t/m 7

Slide 21 - Tekstslide