linking words

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃
1 / 24
volgende
Slide 1: Poll
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe zit je er aan het begin van deze les bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

linking words
examenvoorbereiding vmbo

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn linking words?
A
Voorzetsels
B
Voornaamwoorden
C
Voegwoorden
D
Lidwoorden

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de functie van een 'linking word'?

Slide 4 - Woordweb

Geef voorbeelden van 'linking words'

Slide 5 - Woordweb

Linking Words

Slide 6 - Tekstslide

Linking Words

Slide 7 - Tekstslide

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
opsomming
oorzaak/gevolg
tegenstelling
because
however
first
such as

Slide 8 - Sleepvraag

Drag the linking word to the correct function
Opsomming
tegenstelling
oorzaak/gevolg
moreover
meanwhile
furthermore
however
therefore
so

Slide 9 - Sleepvraag

Which linking word belongs to which category?
vergelijking
tijd
gevolg/conclusie
tegenstelling
as a result
however
until
such as

Slide 10 - Sleepvraag

Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
samenvatting
oorzaak/gevolg
tegenstelling
toevoeging (addition)
moreover
however
thus
for instance
since

Slide 11 - Sleepvraag

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but

Slide 12 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 13 - Quizvraag


Welke is geen tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas

Slide 14 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een volgorde aan te geven?
A
moreover
B
lastly
C
for instance
D
instead

Slide 15 - Quizvraag

Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as

Slide 16 - Quizvraag

Welk linking word gebruik je om een gevolg aan te geven?
A
so
B
such as
C
even so
D
yet

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
so
B
because
C
and
D
but

Slide 18 - Quizvraag

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 19 - Woordweb

Is het voor jou nu duidelijk(er) wat 'linking words' zijn?
ja, helemaal duidelijk
iets duidelijker dan voor deze les
nee, ik moet er nog aandacht aan besteden
nee, ik heb geen idee

Slide 20 - Poll

Welk cijfer geef je deze les?
110

Slide 21 - Poll

oefenen
Je kunt oefenen met de 'linking words' door in de volgende 2 slides de online oefeningen aan te klikken en te maken.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link