4BB hfst 7 reparatieles

Hoofdstuk 7 Ademen 
7.1 Ademen
7.2 Ademhalingsstelsel. 
7.3 Luchtwegproblemen
7.4 Ademhaling bij dieren en 
planten
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Ademen 
7.1 Ademen
7.2 Ademhalingsstelsel. 
7.3 Luchtwegproblemen
7.4 Ademhaling bij dieren en 
planten

Slide 1 - Tekstslide

 Kalkwater


De indicator voor koolstofdioxide is kalkwater.
Kalkwater wordt troebel als er koolstofdioxide bijkomt. 


Slide 2 - Tekstslide

Jan gaat 10km hardlopen. Emma kijkt Netflix. Als Jan terugkomt, blazen Emma en Jan met een rietje in kalkwater. Wat gebeurt er met het kalkwater en wat is je conclusie?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe planten ademen
  • Je kunt uitleggen wat fotosynthese is



Slide 5 - Tekstslide

Hoe ademen planten?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ademen planten?
Planten maken zelf zuurstof door fotosynthese

Slide 7 - Tekstslide

Via welk onderdeel in het blad kunnen planten ademen?

Slide 8 - Open vraag

Schrijf de formule van fotosynthese op.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Waarom ga je bij inspanning sneller ademhalen?

Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer zuurstof nodig

Meer inspanning --> meer energie nodig --> meer koolstofdioxide

Als je sneller ademt, dan:
  • krijg je meer zuurstof binnen
  • raak je meer koolstofdioxide kwijt

Slide 11 - Tekstslide

Jan gaat nog een keer hardlopen. Hij gaat hierdoor sneller ademhalen. Wat is de functie hiervan?

Slide 12 - Open vraag

Ademen 

Slide 13 - Tekstslide

Je legt je linkerhand op je borst en je rechterhand op je buik. Je merkt tijdens het ademhalen dat je rechterhand omhoog gaat. Welke kant beweegt je middenrif op?

Slide 14 - Open vraag

Ademhalingsstelsel

Slide 15 - Tekstslide

Gaswisseling
  • Longblaasjes
  • Haarvaten
  • Zuurstof & koolstofdioxide:

Zuurstof gaat naar je bloed
Koolstofdioxide gaat uit je bloed

Slide 16 - Tekstslide

In welk onderdeel in de longen vindt gaswisseling plaats?

Slide 17 - Open vraag

Wat is de reden dat de luchtpijp kraakbeenringen heeft?

Slide 18 - Open vraag

Waarom kun je het beste door je neus ademen?
  1. De lucht wordt schoon gemaakt.
  2. Je neus maakt de lucht warm
  3. De lucht wordt "gekeurd".
  4. De lucht wordt vochtig gemaakt

Slide 19 - Tekstslide

Noem twee voordelen van een neusademhaling.

Slide 20 - Open vraag

Wat doen de slijmvliezen in je luchtwegen?
Slijmcellen;
Maken slijm: stof en bacteriën blijven daarin plakken.
Trilhaarcellen;
Kleine bewegende haartjes "trillen" het vieze slijm naar boven.

Slijmvliezen zijn warm (door de vele bloedvaatjes) en slijm is vochtig.
Schone, warme en vochtige lucht beschermt de longblaasjes (minder snel infecties).

Slide 21 - Tekstslide

Hoesten is een manier om je longen, bronchiën en luchtpijp schoon te maken.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de functie van een trilhaarcel?

Slide 23 - Open vraag

Astma
Luchtpijptakjes nauwer
  • Samentrekken spieren
  • Zwelling slijmvlies
  • Meer slijm
Moeilijk ademen, benauwd

Medicatie

Slide 24 - Tekstslide

Chronische bronchitis
  • Slijmvliezen ontstoken
  • Meer slijm
  • Slijmvliezen dikker
Minder lucht naar de longblaasjes

Benauwd, hoesten

Slide 25 - Tekstslide

Longemfyseem
Longblaasjes gaan stuk
Minder zuurstof naar het bloed
Benauwd

COPD; verzamelnaam voor chronische longziekten zoals bronchitis en longemfyseem.

Slide 26 - Tekstslide

Welke twee longziekten kan je krijgen door roken?

Slide 27 - Open vraag

Wat is longemfyseem?

Slide 28 - Open vraag

Wat zijn de gevolgen van roken?
3 belangrijkste stoffen:
- Nicotine
Verslavend: door deze stof krijg je steeds zin in roken
Nicotine komt via de longblaasjes in het bloed en gaat zo naar de hersenen
- Koolstofmonoxide
Koolstofmonoxide neemt de plaats in van zuurstof. Hierdoor krijgen je cellen minder zuurstof.
Bij inspanning raak je dan sneller vermoeid
- Teer
Teer blijft als een zwart-bruine laag in je longen plakken. Hierdoor gaat er minder zuurstof naar je bloed.

Slide 29 - Tekstslide

Gevolgen van teer
  1. Je hebt meer kans op longkanker, want teer is kankerverwekkend.
  2. Je hebt meer kans op longemfyseem, omdat door teer de longblaasjes kapot gaan.
  3. Je hebt meer kans op chronische bronchitis,
want teer maakt de trilhaarcellen kapot.
(Slijm met vuil en bacteriën kunnen niet goed 
meer worden afgevoerd)

Slide 30 - Tekstslide

Hoe heet de verslavende stof in een sigaret?

Slide 31 - Open vraag

Hoe ademen insecten?
Insecten hebben ademhalingsbuizen. Die heten tracheeën.
Die tracheeën komen uit in de huid.
Daar zie je gaatjes. Die heten stigma's.

- Achterlijf groter maken --> lucht met 
zuurstof wordt in tracheeën gezogen
- Achterlijf kleiner maken --> lucht met 
koolstofdioxide wordt naar buiten 
geperst

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de functie van het heen en weer bewegen van het achterlijf van een insect?

Slide 33 - Open vraag

Hoe ademen vissen?

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de functie van een kieuwplaatje?

Slide 35 - Open vraag

Hoe ademen vogels?
Ze hebben longen, net als mensen.

Vogels hebben luchtzakjes
(aan de longen vast) met reservelucht.

Slide 36 - Tekstslide

Hoe ademen reptielen?
Ze hebben longen, net als mensen.

Het verschilt per reptiel of het één long is (slang)
of twee longen.

Slide 37 - Tekstslide

Ademhaling bij amfibieën
Hoe ademen amfibieën?

  • Amfibieën (kikkers en salamanders) --> Ademen op twee manieren
    - Huid & kieuwen (jonge amfibieën)         OF
    - Huid & longen (volwassen amfibieën)

    - Ze hebben een hele dunne huid, zuurstof gaat door de huid
        --> direct in het bloed
    - Jonge amfibieën leven in het water, hebben kieuwen
        --> buiten het lichaam
    - Volwassen amfibieën hebben ook longen (net als de mens)

Slide 38 - Tekstslide

Hoe ademen amfibieën?

Slide 39 - Tekstslide

Hoe ademen planten?

Slide 40 - Tekstslide

Hoe ademen planten?
Planten maken zelf zuurstof door fotosynthese

Slide 41 - Tekstslide

Wat weet je nog van......

Fotosynthese en verbranding?

Slide 42 - Tekstslide

Welke stoffen zijn nodig voor fotosynthese?
A
Zuurstof en glucose
B
Koolstofdioxide en water
C
Zuurstof en water
D
Koolstofdioxde en zuurstof

Slide 43 - Quizvraag

Welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Alleen glucose
B
Glucose en koolstofdioxide
C
Glucose en zuurstof
D
Water, koolstofdioxide en glucose

Slide 44 - Quizvraag

Ook 's nachts vindt er in planten fotosynthese plaats
A
Waar
B
Niet waar

Slide 45 - Quizvraag

Waar in de plant vindt fotosynthese plaats?
A
celkern
B
bladgroenkorrels
C
vacuole
D
celwand

Slide 46 - Quizvraag

Slide 47 - Tekstslide