Habsburgse rijk

Het Habsburgse Rijk
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het Habsburgse Rijk

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Terugblik vorige les
  • Nederlandse staatsinrichting
  • Habsburgse rijk 
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
  • Je kunt met drie voorbeelden uitleggen hoe Filips de Goede het particularisme in de Nederlandse gewesten tegen ging.
  • Je kunt uitleggen hoe de Bourgondische tijd overgegaan is in de Habsburgse Nederlanden.

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les

Slide 4 - Woordweb

Bourgondisch 
Nederland 
  • Nederland bestond uit gewesten.  
  • Eigen rechten. 
  • Eigen bestuur. 
  • Eigen wetten en regels.
  • Eigen munten.

Slide 5 - Tekstslide

Nederlandse staatsvorming
Hertogen van Bourgondië: 
Oorzaak: Gewesten verschilde van elkaar --> Moeilijk te besturen 

Gevolg:  Een centraal bestuur. 
= Centralisatie 

Slide 6 - Tekstslide

Filips de Goede
  • Wordt genoemd als de stichter van Nederland 
  • Stelde familieleden aan in bisschoppen --> Gaf hem meer macht 
  • Hij voerde veel veranderingen in, zodat het bestuur in de gewesten makkelijker zou worden

Slide 7 - Tekstslide

Invloed particularisme 
Drie manieren:

  • Manier 1:  instellen van stadhouders. 
  • -->  Zo bleef hij de controle houden, ook al was hij niet aanwezig

Slide 8 - Tekstslide

Invloed particularisme 
Drie manieren:

  • Manier 2: Statenvergadering.
  • --> Eigen bestuur in gewest 


  • Staten-Generaal samen 
  • --> Kon het beleid bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Invloed particularisme 
Manier 2: Statenvergadering.

  • Hij deed ook aan bede. 
  • Een officieel verzoek om geld of om belasting te mogen heffen

Slide 10 - Tekstslide

Invloed particularisme 
Drie manieren:

  • Manier 3: Brussel werd hoofdstad + bestuurstaal wordt Frans 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Geef een omschrijving van het begrip: centralisatie.

Slide 13 - Open vraag

Centralisatie
Particularisme
Een centraal bestuur
Bestuur bij gewesten zelf
Filips de Goede
Eigen wetten en regels in gewest
Statenvergaderingen
Eigen munten

Slide 14 - Sleepvraag

Op welke manier wilde Filips de Goede het particularisme tegengaan?
A
Door mensen te doden die niet naar hem luisterden
B
Door stadshouders in te stellen
C
Door mensen geld te geven
D
Door zijn vijanden te beschermen

Slide 15 - Quizvraag

Verder onder Habsburg
  • Centralisatie van de  Bourgondiërs werd niet gewaardeerd. 

  • 1477 -> braken er opstanden uit

  • Hertogin Maria van Bourgondië kreeg bij haar aantreden te maken met openlijk verzet van deze gewesten.

Slide 16 - Tekstslide

Verder onder Habsburg
  • Burgers gaan eisen stellen aan de nieuwe hertogin.

  • De hertogin zag zich gedwongen akkoord te gaan.

  • Maria van Bourgondië tekende het Groot Privilege.

Slide 17 - Tekstslide

Verder onder Habsburg
  • Met de verkrijging van dit Groot Privilege beloven de Nederlandse gewesten Maria van Bourgondië steun en krijgen de gewesten meer invloed en zelfbestuur.

Slide 18 - Tekstslide

Groot privilege
  • De hertogin mag zonder toestemming van de Staten niet trouwen, oorlog verklaren of belasting heffen.
  • Alleen ingezetenen van het eigen gewest mogen ambten in het gewest bekleden, geen buitenstaanders.
  • De Staten mogen naar eigen wil ter vergadering samenkomen
  • In de Nederlandstalige gewesten moeten regeringsbrieven in het Nederlands geschreven zijn en niet in het Frans.

Slide 19 - Tekstslide

Verder onder Habsburg
  • Maria van Bourgondië trouwde in 1477 met Maximiliaan I van Oostenrijk, de keizer van het Habsburgse rijk. 

  • De Nederlandse gewesten worden vanaf 1482, na de dood van Maria van Bourgondië, de Habsburgse Nederlanden genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Brugge

Slide 22 - Tekstslide

Maria van Bourgondië
  • Ligt begraven in de onze-lieve-vrouwenkerk in Brugge 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht
Vat de les samen in een drie begrippen. 

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
 Maken: 4 t/m 6
Klaar? Invulsamenvattingen maken

Slide 27 - Tekstslide