In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Voorraadbeheer les 1
Slide 1 - Tekstslide
Voorraad en voorraadbeheer
Voorraad: de hoeveelheid goederen waarover direct beschikt kan worden om te verkopen, te leveren of om te gebruiken (welke wordt uitgedrukt in eenheden of geld).
Voorraadbeheer: Alle activiteiten die er op gericht zijn de kwantiteit en kwaliteit van de goederen in voorraad te behouden.
Slide 2 - Tekstslide
Wat hebben ze bij jouw stage allemaal op voorraad
Slide 3 - Open vraag
Zet de fasen van het logistieke proces (goederenstroom) in de goede volgorde.
Begint met de eerste fase (start).
inventariseren
bestellen
ontvangen
opslag
verzamelen, verwerken, verzenden
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is het verschil tussen voorraad bij een dierenwinkel en een dierentuin/opvangcentra? Waar hebben we allemaal voorraad van?
Slide 5 - Open vraag
Voorraad inventariseren
Het in kaart brengen van de aanwezige voorraad of het aantal verkochte artikelen.
Minimumvoorraad: voorraad die minimaal aanwezig moet zijn zodat je niet zonder komt te zitten
Maximumvoorraad: grootste voorraad die een bedrijf wil aanhouden afhankelijk van de opslag capaciteit
Balansen
Slide 6 - Tekstslide
Soorten voorraad
Technische voorraad: Voorraad die daadwerkelijk aanwezig is.
Administratieve voorraad: Voorraad die volgens de administratie aanwezig is.
Economische voorraad: voorraad waarover de organisatie (prijs) risico loopt.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het nut van inventarisatie?
A
Derving achterhalen
B
Loopt het volgens plan
C
Geen lege schappen
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 8 - Quizvraag
Wat is geen reden voor een maximumvoorraad aan te houden?
A
veroudering voorkomen
B
eventuele breuk en diefstal voorkomen
C
ruimtegebrek voorkomen
D
seizoensproducten
Slide 9 - Quizvraag
Wat kunnen redenen zijn dat de voorraad in het magazijn niet klopt met de voorraad op papier?
Slide 10 - Open vraag
Bestellen
te weinig producten: onder de minimale voorraad
telefonisch / per mail / online
Op basis van het verleden kun je voorspellen wat je de komende tijd nodig hebt.
Slide 11 - Tekstslide
Ontvangen
Levering, check de:
Colli: hoeveel dozen / kisten / pallets etc.
Pakbon: alle geleverde producten
Afgekeurde goederen: retourbon of vernietigen
Slide 12 - Tekstslide
Wat zijn redenen om een product bij levering af te keuren?
Slide 13 - Open vraag
Opslag
Waar ergens op te slaan?
Stellingen / koelkast / vriezer
FIFO: First In First Out (bederfelijke goederen)
LIFO: Last in, First out (niet bederfelijke goederen)
Slide 14 - Tekstslide
Een artikel op voorraad is al betaald en ksot dus geen geld meer
Slide 15 - Poll
De drie soorten voorraadkosten zijn:
A
Ruimte, risico en gevaar
B
Risico, ruimte en inventarisatie
C
Rente, risico en ruimte
D
Rente, ruimte en inventarisatie
Slide 16 - Quizvraag
Voorraad kost geld!
Slide 17 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van veilige voorraad bij je stagebedrijf.
Slide 18 - Woordweb
Voorraad
Administratieve voorraad:
Wat in het computersysteem staat.
Technische voorraad:
Wat in het magazijn aanwezig is.
Slide 19 - Tekstslide
Administratieve voorraad : €30.000 Werkelijke voorraad €29.200 Hoeveel is de derving?