2.1 Water in een droge wereld 4V

Hoofdstuk 2
Wat zie je hier?           Is dat hier gewenst?
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2
Wat zie je hier?           Is dat hier gewenst?

Slide 1 - Tekstslide

Druiventeelt op vulkaanhellingen op La Palma, Canarische Eilanden.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt ons water (in de basis) vandaan?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt ons water in de basis vandaan? Teken de waterkringloop (tip, denk aan neerslag)

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op verschil lange en korte kringloop

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De lange kringloop duurt niet altijd even lang. Noem een oorzaak waardoor het water langer in de kringloop blijft.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel procent van het water op aarde is zoet water?
A
2,5%
B
10%
C
25%
D
50%

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar bevindt zich het grootste deel van het zoete water?
A
in de permafrost
B
in oppervlaktewater
C
in het grondwater
D
in ijskappen en gletsjers

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Water kan wel 3000 jaar in de oceaan blijven, maar blijft meestal maar kort (9 dagen) in de atmosfeer. 
Het meeste water blijft honderden tot duizenden jaren in de grote ijskappen, maar het oudste ijs is 2,7 miljoen jaar oud.
Het meeste water in de bodem blijft daar 1-2 maanden.
Hoeveel inwoners op de wereld hebben GEEN toegang tot schoon drinkwater?
A
750 miljoen
B
1 miljard
C
1,3 miljard
D
2 miljard

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Welke factoren bepalen de toegang tot goede waterbronnen?
Wat is de belangrijkste bron van het drinkwater in Nederland?
A
Duinwater
B
Grondwater
C
Oppervlaktewater (Rivieren en meren)
D
Zeewater

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktewater
Oppervlaktewater is water uit sloten, meren en rivieren.
Het water wat je kunt zien liggen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spaarbekken in de Biesbosch

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktewater
  • Oppervlaktewater = het water dat je kunt zien liggen. Nederland bestaat voor een vijfde deel uit oppervlaktewater. Er is oppervlaktewater dat door de mens is gemaakt, zoals kanalen, sloten, plassen, vijvers en grachten.

  • Water wordt gefilterd en schoongemaakt tot drinkwater

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oppervlaktewater en Grondwater

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er in het westen van Nederland meer gebruik gemaakt van oppervlaktewater dan van grondwater als bron voor drinkwater?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Water uit duinen
  • Zout water is zwaarder dan zoet water.
  • Zoet water drijft dan ook op zoutwater. Dat noemen ze ook wel een zoetwaterzak.
  • Het zoete water wordt soms aangevuld met oppervlaktewater.
  • Waar zoet en zout water zich mengen --> brakwater

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel liter schoon water heeft een mens per dag nodig voor drinken, voedsel, sanitatie en hygiëne?
A
20 - 25 liter
B
25 - 50 liter
C
50 - 100 liter
D
100 - 125 liter

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een deel van de neerslag die wel beschikbaar is kunnen we toch niet benutten. Noem een reden of oorzaak hiervoor.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe groot zal het watertekort zijn in 2030 volgens de VN?
A
10%
B
25%
C
40%
D
60%

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de belangrijkste oorzaak voor het toenemende watertekort?

Slide 27 - Open vraag

(Toenemend) watergebruik in de landbouw
Door welke sector wordt het meeste water gebruikt?
A
Huishoudens
B
Landbouw
C
Industrie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk land gebruikt het meeste water per inwoner?
A
Azerbeidzjan
B
Chili
C
Turkmenistan
D
Verenigde Staten

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij het maken van welk van deze producten wordt het meeste water gebruikt?
A
Boter
B
Fruit
C
Melk
D
Noten

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel kubieke meter water is bruikbaar voor de mens?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watervoetafdruk

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watervoetafdruk = het aantal liter water dat nodig is per inwoner of per land voor het maken van producten en voor gebruik in huis

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watervoetafdruk berekenen

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatverandering: is dat een probleem of niet als het gaat om de beschikbaarheid van water?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En nu?

2. Maak de examentraining van H1 (af)

3. Maak de opdrachten bij H2.1 opdr 2, 3, 4, 5

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies