Claudius en coniunctivus

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

In deze les...
1. Keizer Claudius
2. Herhaling coniunctivus
3. Oefening coniunctivus als vraagzin

Slide 2 - Tekstslide

44 v. Chr.
27 v. Chr. - 14 na Chr.
14 - 37
37 - 41
41 - 54
Augustus
Claudius
Caesar
Tiberius
Caligula

Slide 3 - Sleepvraag

Keizer Claudius (41-54)
  • Hij sleepte met zijn voet
  • Hij stotterde
  • Zijn hoofd en handen beefden
  • Daarom trok hij zich lange tijd terug op zijn landgoederen

Slide 4 - Tekstslide

Keizer Claudius (41-54)
  • Na de moord op zijn neef werd Claudius de nieuwe keizer 
  • Hij loste meteen het graantekort op:
  • Hij bouwde bijvoorbeeld de haven van Ostia uit en legde nieuwe wegen en de Aqua Claudia aan
  • Hij greep in bij onrusten in Romeinse provinciën
 

Slide 5 - Tekstslide

Keizer Claudius (41-54)
  • Claudius trouwde viermaal
  • Uit het derde huwelijk had Claudius twee kinderen: Octavia en Britannicus
  • Het vierde huwelijk was met Claudius neef' Agrippina
  • Zij had al een zoon: Nero
 

Slide 6 - Tekstslide

Keizer Claudius (41-54)
  • Agrippina wilde graag dat Nero keizer werd
  • Ze wist Claudius zover te krijgen dat hij Nero adopteerde
  • Agrippina vergiftigde Claudius (waarschijnlijk) en de weg voor Nero was vrij om keizer te worden
 

Slide 7 - Tekstslide

In deze les...
1. Keizer Claudius
2. Herhaling coniunctivus
3. Oefening coniunctivus als vraagzin

Slide 8 - Tekstslide

Wat was de coniunctivus ook alweer?

  • De indicativus geeft feiten weer
  • De coniunctivus geeft een gevoel weer

Slide 9 - Tekstslide

De coniunctivus: wat was het ook alweer?

  1. Wens/hoop: (utinam) vincant
  2. Aansporing: vincamus
  3. Twijfel: quos vincam?
  4. Verbod (con prs + ne): ne quem vincatis
  5. Mogelijkheid: vincant
  6. Waarschijnlijkheid: vincat



  1. Ik hoop dat / moge zij overwinnen
  2. Laten we overwinnen
  3. Wie moet ik overwinnen?
  4. Jullie moeten hem niet overwinnen
  5. Zij kunnen overwinnen
  6. Zij zal wel overwinnen

Slide 10 - Tekstslide

Dicamus!
A
Wens
B
Aansporing
C
Twijfel
D
Verbod

Slide 11 - Quizvraag

Ne dicatis!
A
Wens
B
Aansporing
C
Twijfel
D
Verbod

Slide 12 - Quizvraag

Utinam dicant!
A
Wens
B
Aansporing
C
Twijfel
D
Verbod

Slide 13 - Quizvraag

In deze les...
1. Keizer Claudius
2. Herhaling coniunctivus
3. Oefening coniunctivus als vraagzin

Slide 14 - Tekstslide

Coniunctivus in de bijzin
  • In sommige bijzinnen is de coniunctivus verplicht
  • Toch mag je de coniunctivus vaak gewoon als een indicativus vertalen!
  • Een voorbeeld hiervan is een bijzin met een vraag:
  • Cur taces? (Directe vraag)
  • Rogo, cur taceas. (Indirecte vraag)

Slide 15 - Tekstslide

Oefening
  • Maak van de zin steeds een indirecte vraag:
  • Bijvoorbeeld: cur taces? Non intellego.
  • --> Non intellego, cur taceas.

Slide 16 - Tekstslide

Quo Claudius curret? Nescio.

Slide 17 - Open vraag

Ubi Claudius est? Miles non vident.

Slide 18 - Open vraag

Onthoud:
  • Bij een indirecte vraag staat persoonsvorm van de bijzin in de coniunctivus
  • Je vertaalt de coniunctivus als een indicativus

Slide 19 - Tekstslide