H2-1 Warmte en temperatuur

H2-1 WARMTE en TEMPERATUUR
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H2-1 WARMTE en TEMPERATUUR

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

Kernwoorden:
  • Temperatuur
  • Graden Celsius (             )
  • Kookpunt
  • Smeltpunt
  • Vloeistof thermometer
  • Meetbereik
°C

Slide 3 - Tekstslide

Warmte of temperatuur?
De vonken van sterretjes voel je nauwelijks op je hand. Toch is de temperatuur van zo'n vonkje wel degelijk een paar duizend graden Celsius. De vonk koelt snel af als hij je huid raakt. De vonk is zo klein dat hij maar weing warmte afgeeft. 

Slide 4 - Tekstslide

Warmte of temperatuur
Warmte is energie die stroomt van voorwerpen met een hoge temperatuur naar een lage temperatuur. Uiteindelijk krijgen ze dezelfde temperatuur.

Slide 5 - Tekstslide

Temperatuur
  • Eenheid is graden Celsius (         )
  • Kokend water heeft een temperatuur van 100
  • Smeltend ijs heeft een temperatuur van 0  
°C
°C
°C

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Vloeistof-thermometer
  1. Stijgbuis
  2.  Reservoir
  3. Schaalverdeling

Vloeistof is tegenwoordig gekleurd alcohol, vroeger was dit kwik.

Slide 10 - Tekstslide

Waarom wordt kwik niet meer gebruikt als vleoistof in een thermometer?
A
Te duur
B
Moeilijk te zien
C
Giftig
D
Werkt minder goed

Slide 11 - Quizvraag

Meetbereik

De schaalverdeling op de thermometer geeft het meetbereik aan. 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het meetbereik van thermometer a
A
a= -20 tot 120 graden celsius
B
a= 20 tot -120 graden celsius
C
a= 20 tot 120 graden celsius
D
a= 120 graden celsius

Slide 13 - Quizvraag

Fahrenheit
Daniel Gabriel Fahrenheit (Danzig, 24 mei 1686 – Den Haag, 16 september 1736) was een Pools/Duits natuurkundige die een groot deel van zijn werkzame leven in de Verenigde Nederlanden doorbracht. Hij werd bekend door de Fahrenheit-temperatuurschaal. (°F)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Lord Kelvin
Natuurkundige
1842 - 1907

Absolute nulpunt (-273 C) als ijkpunt (0 Kelvin)

Slide 16 - Tekstslide

Temperatuur in Kelvin
Ook de temperatuur wordt veroorzaakt door de beweging van de atomen waaruit het materiaal bestaat. Hoe sneller de atomen bewegen, hoe hoger de temperatuur van het voorwerp. Andersom geldt ook dat hoe langzamer de atomen bewegen, hoe lager de temperatuur wordt.

Als we een voorwerp blijven afkoelen, dan komt er een moment dat alle atomen stil staan. Dit gebeurt bij -273 °C. We noemen deze allerlaagste temperatuur het absolute nulpunt. Het is niet mogelijk dat een materiaal nog kouder wordt, want de atomen staan op dit moment immers al helemaal stil.

Sinds de ontdekking van het absolute nulpunt wordt ook vaak een andere eenheid voor de temperatuur gebruikt: de kelvin (K).
Bij deze schaal is ervoor gekozen om het absolute nulpunt 0 K te noemen. Er geldt dus:



Het handige van deze schaal is dat de temperatuur in kelvin altijd positief is. Het kan immers niet kouder worden dan 0 K. Een ander voordeel is dat formules vaak simpeler worden als we gebruik maken van kelvin. Om deze redenen is de Kelvin de SI-eenheid voor de temperatuur. We rekenen kelvin en graden Celsius als volgt in elkaar om:


T(K) staat voor de temperatuur in kelvin. T(°C) staat voor de temperatuur in graden Celsius.
0 K=273°C
T(K)=T(°C)+273
T(°C)=T(K)273

Slide 17 - Tekstslide

Celcius / Kelvin

Slide 18 - Tekstslide

Kelvin
Natuurkundige
Begint bij absolute nulpunt
- 0 K
- 0 0C = 273 K
- Kokend water 373 K

Slide 19 - Tekstslide

Vroeger werkten thermometers op basis van kwik, maar de laatste decennia is de digitale thermometer bezig aan een opmars om de analoge variant te verdrijven. In dit apparaat meet een sensor de temperatuur en geeft die weer op het LCD-display. Een batterij voorziet de digitale thermometer van energie. Digitaal meten gaat een stuk sneller dan analoog meten. 

Slide 20 - Tekstslide