§1.2 Arm en rijk: Buurt- en bewonerskenmerken

H1 Arm en rijk
1.2 Buurt- en bewonerskenmerken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H1 Arm en rijk
1.2 Buurt- en bewonerskenmerken

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling vorige les
Veranderingen in woonbuurten

Slide 2 - Tekstslide

Woonomgeving
kenmerken hoe het eruit ziet. 

Woonbuurten zien er verschillend uit afhankelijk van de tijd waarin ze gebouwd zijn en de  eisen die gesteld werden in die tijd. Dit komt omdat de samenleving verandert.

Slide 3 - Tekstslide

Kenmerken van woonbuurten
Elke woonbuurt (gebied met wonen als belangrijkste functie) heeft zijn eigen woonomgeving (kenmerken hoe het eruit ziet).
Woonbuurten veranderen doordat de samenleving verandert.

Slide 4 - Tekstslide

Woonbuurten
gebied met wonen als belangrijkste functie. 

Een stad heeft vaak meerdere functies zoals wonen, werken en recreeren. Deze functies kan je herkennen aan het uiterlijk van de gebouwen in de stad.

Slide 5 - Tekstslide

Aantek: Begrippen
woonbuurt – Een deel van een dorp of stad waar wonen de belangrijkste functie is. 
woonomgeving – De optelsom van de kenmerken van het gebied waarin je woont. 
welvaart – De rijkdom van een land gemeten op basis van geld (bnp/hoofd). 
mobiliteit – De verplaatsing van mensen en goederen per vervoermiddel. 
renovatie – Het opknappen van huizen in oude wijken door het aanbrengen van centrale verwarming, kunststof kozijnen, betere douches en keukens. 
sanering – Vorm van stadsvernieuwing waarbij huizen of een fabriek worden afgebroken en
er iets nieuws, meestal huizen, voor in de plaats komt.

Slide 6 - Tekstslide

Oude woonwijken veranderen door:

Slide 7 - Open vraag

Woonbuurten:
..een deel van een dorp of stad waar wonen de belangrijkste functie is. 

Woonomgeving:
..de optelsom van de kenmerken van het gebied waarin je woont. 


Slide 8 - Tekstslide

Hoe kunnen woonbuurten verschillen?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De omgeving past zich aan door renovatie en sanering. Wat is het verschil tussen deze twee?

Slide 12 - Open vraag

Het doel van renoveren en saneren is het tegen gaan van: .....

Slide 13 - Open vraag

Renoveren

Slide 14 - Tekstslide

Renoveren

Slide 15 - Tekstslide

S
Saneren
(veel flats zijn verdwenen en is nieuwe bebouwing voor in de plaats gekomen)

Slide 16 - Tekstslide

Verschillen tussen
arm en rijk
ontstaan niet alleen
door buurtkenmerken
maar ook door 
bewonerskenmerken

Slide 17 - Tekstslide

Buurtkenmerk: Noem een voorbeeld van een type woning.

Slide 18 - Open vraag

Bewonerskenmerk: Noem een voorbeeld van een opleidingsniveau

Slide 19 - Open vraag

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 20 - Quizvraag

Hoort vergrijzing bij buurtkenmerken of bewonerskenmerken?
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Noeem verschillende bewonerskenmerken

Slide 23 - Woordweb

Noem verschillende buurtkenmerken

Slide 24 - Woordweb

Aan de slag
1. Kijk naar de kenmerken van jouw buurt. Benoem 3 bewoners kenmerken en 3 buurt kenmerken.

2. Maak paragraaf 1.2 af.

Slide 25 - Tekstslide

Afronding les:
- Buurt-bewonerskenmerken bespreken

- wat blijft er vaag/lastig?

- voor de volgende les: 

Slide 26 - Tekstslide