In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
4H werkwoordspelling
Slide 1 - Tekstslide
4H werkwoordspelling
- Terugblik persoonsvorm (Huiswerk nakijken)
- Uitleg importwerkwoorden
- Oefenen
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik persoonsvorm
Hoeveel persoonsvormen heeft elke zin?
Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
Gebruik je 't ex kofschip bij de tegenwoordige of verleden tijd?
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik persoonsvorm
Hoeveel persoonsvormen heeft elke zin?
Hoe kan je de persoonsvorm vinden?
Gebruik je 't ex kofschip bij de tegenwoordige of verleden tijd?
Minstens één, bij een samengestelde zin meer.
De tijd veranderen of het aantal. (tijd- of getalproef)
Bij de verleden tijd.
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 2, waarom zijn onderstaande werkwoorden goed vervoegd?
Als de politie op achterlichten controleert, rijdt Melchior altijd een blokje om.
De kunstenaar boetseerde een beeld, dat hij later in een oven bakte.
Wanneer je niet harder traint, word je niet beter in je sport.
controleert - pvtt, ow is niet ‘jij/je’ achter de pv of ‘ik’, dus ik-vorm + t = controleer + t
rijdt - pvtt, ow is niet ‘jij/je’ achter de pv of ‘ik’, dus ik-vorm + t = doorrijd + t
boetseerde - pvvt; de r van boetseren zit niet in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p, dus ik-vorm tt + de = boetseer + de.
bakte - pvvt; de k van bakken zit in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p, dus ik-vorm tt + te.
traint - pvtt, ow is niet ‘jij/je’ achter de pv of ‘ik’, dus ik-vorm + t = train + t
word - pvtt, ow is ‘je’ achter de pv, dus ik-vorm = word
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 3, waarom zijn onderstaande werkwoorden niet goed vervoegd?
Wat je nu weer beweerd, geloofd waarschijnlijk niemand.
Hoewel de schutter goed richte, mistte hij het doel.
De menigte juichde luid, toen de aanvoerder de kampioensschaal omhoog hielt.
pvtt, ow = je, dus ow is niet ‘jij/je’ achter de pv of ‘ik’, dus ik-vorm + t =beweer + t
pvtt, ow is niet ‘jij/je’ achter de pv of ‘ik’, dus ik-vorm + t = geloof + t; gelooft
- pvvt; de t van ‘richten’ zit in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p, dus ik-vorm tt + te = richt + te
pvvt; de s van ‘missen’ zit in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p, dus ik-vorm tt + te = mis + te
- pvvt; de ch van ‘juichen’ zit in ’t (e) x - f (o) k s ch (aa) p, dus ik-vorm tt + te = juich + te juichte. - pvvt; ‘houden’ is een sterk werkwoord, dus langer maken: hielden, dus hield
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 4, Zijn de onderstreepte werkwoorden correct gespeld?
1 Als het morgen ijzeld, ondervind het verkeer daar veel hinder van.
2 Jorrik vertoefte jarenlang in het buitenland, maar vestigde zich recentelijk in Drenthe.
3 Terwijl Karin de baby verschoond, stofzuigt Gert Peter de bovenverdieping.
Vertoefte: incorrect > vertoeven, niet in 't ex kofschip, ik-vorm + de (Jorrik vertoefde) Vestigde = correct > vestigen, niet in 't ex kofschip, ik-vorm + de (Jorrik vestigde)
verschoond incorrect: pvtt, dus ik-vorm + t = verschoont (Karin verschoont) stofzuigt = correct: pvtt, dus ik-vorm + t = stofzuig + t (Gert Peter stofzuigt)
Slide 7 - Tekstslide
Nieuwe uitleg
Hoe vervoeg je importwerkwoorden?
Gewoon als Nederlandse werkwoorden, maar laat de -e staan bij de ik-vorm als dat nodig is voor de uitspraak. (Ik delete, ik race, ik game) Deleten (hele ww)
Ik delete ik deletete jij deletet jij deletete wij deleten wij deleteten ik heb gedeletet
de gedeletete bestanden
Slide 8 - Tekstslide
Nieuwe uitleg
Hoe vervoeg je importwerkwoorden?
Gewoon als Nederlandse werkwoorden, gebruik 't exkofschip in de verleden tijd. e-mailen > zij e-mailde
breakdancen > hij breakdancete
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Aan de slag!
Lees de theorie op blz. 270 'importwerkwoorden' (en als je het de vorige les hebt gemist op blz. 268, 269) (Of online, hoofdstuk 8 Spelling paragraaf 1 Persoonsvorm het tweede stukje)