De inrichting van het lokaal laat de
onderwijsvisie zien, zoals of de juf of meester vindt dat kinderen samen moeten werken of alleen. Het laat ook iets zien over hun
persoonlijkheid, bijvoorbeeld of ze van kleur en gezelligheid houden of liever een rustige klas hebben (kan niet altijd).
De manier van lesgeven zie je aan hoe de tafels staan: in een rij luisteren of in groepjes samenwerken. Ook de keuze van onderwijsactiviteiten wordt duidelijk, bijvoorbeeld of je gaat knutselen, lezen, bouwen of ontdekken.