H4.3 verder Verwijswoorden + tekstverbanden

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zit je er nu bij? Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Programma
  • Geheugen opfrissen
  • Verder met H4.3
  • Verwijswoorden
  • Aan de slag 

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn tekstdoelen en welke ken je nog?

Slide 4 - Woordweb

Zoekend lezen
Dit is een leesstrategie, oftewel een manier van lezen.

Je bent op zoek naar het antwoord op een vraag.
In een leestekst kun je ook zoekend lezen.
Je bepaalt van tevoren nauwkeurig wat je wilt weten.


Slide 5 - Tekstslide

Basis: aan de slag
Opdracht 11 t/m 15

Slide 6 - Tekstslide

Verwijswoorden

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het einde van de les kunnen we verwijswoorden aanwijzen in de zin

Aan het einde van de les kunnen we zelf ook verwijswoorden gebruiken 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wat hebben we net gezien?
We gebruiken verwijswoorden omdat teksten anders heel saai zijn. 

Jantje heeft een nieuwe fiets. Hij vindt hem super mooi. Daarom kan hij het niet laten om er de hele tijd naar te kijken. 

Slide 10 - Tekstslide

Pietje heeft honger. Hij heeft niet ontbeten.
Waarnaar verwijst 'hij'?
A
eten
B
honger
C
Pietje

Slide 11 - Quizvraag

Leentje heeft honger. Ze wil een boterham. Daar heeft ze trek in.
Waar verwijst 'daar' naar?
A
Honger
B
Leentje
C
Boterham
D
Trek

Slide 12 - Quizvraag

Signaalwoorden
Je weet al dat signaalwoorden een verband aangeven tussen woorden, zinnen of alinea’s. 

Bijvoorbeeld bij een opsomming of een tegenstelling.

Slide 13 - Tekstslide

Tijdsvolgorde
Er zijn ook signaalwoorden die een tijdsvolgorde aangeven. Deze woorden vertellen je in welke volgorde gebeurtenissen plaatsvinden.

Signaalwoorden van de tijdsvolgorde:
eerst, daarna, voordat, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte

Slide 14 - Tekstslide

Opsomming
Signaalwoorden van de opsomming:
als eerste, bovendien, daarnaast, vervolgens, ook, tot slot

Slide 15 - Tekstslide

Tegenstelling
Signaalwoorden van de tegenstelling:

maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
H4.3 
Mavo: 11, 13, 14, 16 t/m 19
Kader: 10 t/m 14, 17, 18
Basis: 11 t/m 15

Er komen nog wat opdrachten bij als hw.
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 18 - Open vraag

Altijd mee!
Vanaf volgende week maandag heb je mee:
  • Opgeladen iPad
  • Werkboek
  • Schrift voor Nederlands
  • Pen + potlood
  • Oortjes

Slide 19 - Tekstslide