Aanpassingen bij planten

Aanpassingen bij planten
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Aanpassingen bij planten

Slide 1 - Tekstslide

Even herhalen

Slide 2 - Tekstslide

Een regenbui is een abiotische factor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Een roodborstje bouwt een nest in een boom. Voor een roodborstje is nestgelegenheid een biotische factor.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Een edelhert behoort tot de consumenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Roodborstjes vormen samen met hun voedsel, rupsen, een populatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De tweede schakel in een voedselketen kan een plantensoort zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Bacteriën en schimmels zijn reducenten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

De egel uit de afbeelding is een zoolganger.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Welke poot is afkomstig van een loopvogel?
A
Poot 1
B
Poot 2
C
Poot 3
D
Poot 4

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen 
- Je leert dat er verschil is tussen de behoefte van licht die planten nodig hebben. 
- Je leert dat planten zich aanpassen om uitdroging te voorkomen. 

Slide 11 - Tekstslide

Aanpassingen bij planten
- Ook planten hebben allerlei aanpassingen om te overleven en zich voort te planten. 

Slide 12 - Tekstslide

Licht 
- Planten hebben licht nodig voor fotosynthese. 
- Behoefte aan licht is niet bij iedere plant gelijk. 
- zonplanten en schaduwplanten. 
- Hoeveelheid licht op de vorming van bloemen. 
- Bijv. voorjaarsbloeiers (schaduwplanten).

Slide 13 - Tekstslide

Droogte
- Planten hebben aanpassingen om uitdroging tegen te gaan. 
- bladeren en wortels 

Slide 14 - Tekstslide

Waterplanten
- Bij waterplanten bestaat het 'gevaar' voor uitdroging niet. 
- Een waterplant wordt door het water gedragen, zij hebben weinig stevige delen.
- Bijv. een waterlelie. Bladeren drijven op het water, slappe stengels met luchtkanalen (zuurstof), bloemen bovenwater.

Slide 15 - Tekstslide

Voorjaarsbloeiers in een loofbos zijn meestal schaduwplanten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Cactussen hebben stekels. Zij zijn daardoor aangepast aan een droog milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

De planten in een open veld zijn meestal zonplanten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Bij welke planten zijn de stengels slap?
A
Bij cactussen.
B
Bij landplanten met grote, platte bladeren.
C
Bij landplanten met kleine, dikke bladeren.
D
Bij waterplanten.

Slide 19 - Quizvraag

Maken 
Opdracht 20 t/m 22

Slide 20 - Tekstslide