Leenstelsel
Leenheer
Leenman
Leenstelsel
Gaf zijn gebied in leen
Legde een eed van trouw af
Zorgde voor orde en veiligheid
leverde militairen voor het leger
Karel de Grote
Haalde inkomen uit het gebied
Hertog
1 / 40
Onderdelen in deze les
Leenheer
Leenman
Leenstelsel
Gaf zijn gebied in leen
Legde een eed van trouw af
Zorgde voor orde en veiligheid
leverde militairen voor het leger
Karel de Grote
Haalde inkomen uit het gebied
Hertog
Slide 1 - Sleepvraag
Opdracht 1a
Met de keizerskroning maakte de paus duidelijk dat het Frankische Rijk de opvolger was van
A
Het Romeinse Rijk
B
Het Oost-Romeinse Rijk
C
Het West-Romeinse Rijk
D
Het Gotische Rijk
Slide 2 - Quizvraag
Opdracht 1a
Met de keizerskroning maakte de paus duidelijk dat Karel de Grote de opvolger was van
A
De koningen van de Goten
B
De Romeinse keizers
C
De vorige koning van de Franken
D
zijn vader
Slide 3 - Quizvraag
Opdracht 1b
Een hertog werd eigenaar van een hertogdom.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Opdracht 1b
Hertogen en graven waren hoge edelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Opdracht 1b
Leenheren legden een eed van trouw af aan de leenman.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Opdracht 1b
in het leenstelsel gaf de leenheer de heerschappij over gebieden aan de leenmannen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
De schrijver was adviseur van Karel. Hij schreef het boek in het jaar 830.
Is deze bron BRUIKBAAR als je iets over de kroning van Karel wilt weten?
A
JA
B
NEE
Slide 9 - Quizvraag
Waarom is het boek van Einhard BRUIKBAAR?
Slide 10 - Woordweb
De schrijver was adviseur van Karel. Hij schreef het boek in het jaar 830.
Is deze bron BETROUWBAAR als je iets over de kroning van Karel wilt weten?
A
JA
B
NEE
Slide 11 - Quizvraag
Waarom is het boek van Einhard BETROUWBAAR?
Slide 12 - Woordweb
De schilder Fouquet heeft dit schilderij omstreeks 1455 geschilderd.
Hoeveel jaar is dat na de kroning van Karel de Grote in het jaar 800?
A
545 jaar
B
745 jaar
C
455 jaar
D
655 jaar
Slide 13 - Quizvraag
Is dit schilderij van Fouquet volgens jou een betrouwbare bron?
A
JA
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Waarom is dit schilderij NIET BETROUWBAAR als bron?
Slide 15 - Woordweb
Opdracht 3a - Vul het schema in:
Lage edele A
Hertog
Lage edele B
Koning
Lage edele C
Graaf
Lage edele D
Slide 16 - Sleepvraag
A Leenmannen behandelden hun gebied als hun bezit.
B Leenmannen gingen de geleende gebieden zelfstandig besturen.
C De macht van leenmannen over hun gebieden werd erfelijk.
D Na Karel de Grote kwamen zwakke Frankische koningen.
Feit A is een gevolg van feit
A
feit A
B
feit B
C
feit C
D
feit D
Slide 17 - Quizvraag
A Leenmannen behandelden hun gebied als hun bezit.
B Leenmannen gingen de geleende gebieden zelfstandig besturen.
C De macht van leenmannen over hun gebieden werd erfelijk.
D Na Karel de Grote kwamen zwakke Frankische koningen.
Feit ........ is een oorzaak van feit B.
A
feit A
B
feit B
C
feit C
D
feit D
Slide 18 - Quizvraag
A Er waren ruzies en oorlogen tussen koningen, hoge adel en lage adel.
B Hoge en lage edelen gingen hun gebied steeds zelfstandiger besturen.
A
feit A = oorzaak
feit B = gevolg
B
feit B = oorzaak
feit A = gevolg
Slide 19 - Quizvraag
A Leenmannen behandelden hun gebied als hun bezit.
B Leenmannen gingen de geleende gebieden zelfstandig besturen.
C De macht van leenmannen over hun gebieden werd erfelijk.
D Na Karel de Grote kwamen zwakke Frankische koningen.
Feit C is een gevolg van feit ...........
A
feit A
B
feit B
C
feit C
D
feit D
Slide 20 - Quizvraag
Na de dood van Karel de Grote was Europa 2 eeuwen lang erg onveilig.
Waardoor was het onveilig? 2 keuzes maken!
A
Door de invallen van de Hunnen
B
Door onderlinge oorlogen (verdeeldheid)
C
Door oorlogen met andere landen
D
Door de invallen van de Vikingen
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Sleep naar de juiste persoon
Leenheer
Leenman
Mag gebied gebruiken
Krijgt soldaten in geval van oorlog
Geeft advies en hulp
Bestuurt het hele rijk
Slide 24 - Sleepvraag
Tijdens de leenhulde hebben de leenheer en de leenman elkaars handen vast. Hoe doe ze dat?
A
De leenman heeft zijn handen om die van de leenheer.
B
De leenheer heeft zijn handen om die van de leenman.
C
Zij hebben hun handen om en om vast.
D
Zij hebben hun handen gebald.
Slide 25 - Quizvraag
Wat betekent het dat de leenheer zijn handen om die van de leenman doet?
Leenhulde
Slide 26 - Woordweb
Wie is de eigenaar van het gebied dat door een leenman bestuurt wordt?
A
een graaf
B
een leenman
C
de leenheer
D
een hertog
Slide 27 - Quizvraag
Aan wie zweerde de lagere adel trouw?
A
Aan de koning
B
Aan hun hertog of graaf
Slide 28 - Quizvraag
Wat waren na verloop van tijd voor de koning 2 nadelen van het leenstelsel?
A
De koning kreeg ruzie met de edelen.
B
De titels van hertogen en graven werden erfelijk.
C
De lagere adel had niet aan de koning trouw beloofd.
D
Er kwamen steeds meer edelen.
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Video
Welke landen hebben de Vikingen ontdekt?
Slide 31 - Woordweb
Slide 32 - Tekstslide
Leg uit:
Waarom werden na de dood van Karel de Grote kastelen en ridders steeds belangrijker?
Slide 33 - Woordweb
Vikingen plunderen Dorestad
loopplank
plundering
plunderaar met helm en horens
drakekop
brandende huizen
Zeil
muzikant-dichter
Slide 34 - Sleepvraag
jaar 900
jaar 1285
Welke verschillen zie je?
Slide 35 - Woordweb
jaar 900
jaar 1285
Welke overeen-komsten zie je?
Slide 36 - Woordweb
Eenheid in Europa: toen en nu
Wat zijn de overeenkomsten?
A
politieke en economische eenheid
B
De manier waarop de eenheid tot stand kwam
C
de manier van besturen
D
eenzelfde munt in het gebied
Slide 37 - Quizvraag
Eenheid in Europa: toen en nu
Wat zijn de verschillen?
A
politieke en economische eenheid
B
De manier waarop de eenheid tot stand kwam
C
de manier van besturen
D
eenzelfde munt in het gebied
Slide 38 - Quizvraag
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 39 - Woordweb
Hoe vond je deze les?
