1.4 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 1.4
1. 
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 1.4
1. 
Lesopening
2. 
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5. 
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7. 
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening LJ1
LJ1: Pak je boek van M&M en open deze op blz 36.


LJ2: Pak je boek van M&M en open deze op blz 44. Je begint aan de opdrachten van topografie. 

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
- weet je waarom landen ontwikkelingsladen worden genoemd en kun je voorbeelden geven van hoe die landen in ontwikkeling zijn.
- begrijp je wat het verschil is tussen de koplopers, volgers en achterblijvers en kun je landen indelen in deze drie groepen.

Leergebiedoverstijgende doelen: 
Samenwerkend leren:
- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
- vervult verschillende rollen 

Slide 3 - Tekstslide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): niemand

Iedereen doet mee met de mini-check. 

Slide 4 - Tekstslide

Sleep naar de juiste plek
In rijke landen hebben mensen meer dan genoeg geld voor hun basisbehoeften.

In rijke landen is veel rijkdom of

In arme landen is veel

Deze mensen hebben niet genoeg geld voor hun
welvaart
basisbehoeften
armoede

Slide 5 - Sleepvraag

Welk antwoord hoort bij slechte levensomstandigheden?
A
dagelijks in de file staan
B
één auto per gezin
C
kinderen gaan niet naar school
D
ziekenhuis in een andere stad

Slide 6 - Quizvraag

Je kunt de wereld indelen in drie groepen landen als je kijkt naar de welvaart. Welke hoort daar NIET bij?
A
koplopers
B
volgers
C
middenstand
D
achterblijvers

Slide 7 - Quizvraag

Alle mensen die werken of kunnen werken noemen we de ......?
A
Beroepsbevolking
B
werkers
C
arbeiders

Slide 8 - Quizvraag

Wie maakt wat? 
Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 
Je maakt opdracht 1 t/m 6 op blz 36 t/m 38


De rest doet mee met de instructie. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken LJ1
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz 36 t/m 38.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de verdiepingsopdrachten op blz 43
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

1. Lesopening LJ2
Pak je boek van M&M en open deze op blz 34.

Slide 26 - Tekstslide

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen
Aan het eind van deze les:
    - weet je dat in de 19e eeuw veel mensen in de landbouw werkten of ander arbeidsintensief werk deden. 
    - kun je uitleggen waarom kapitaal een steeds belangrijkere rol is gaan spelen bij het produceren van goederen.

    Leergebiedoverstijgende doelen: 
    Samenwerkend leren:
    - kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen
    - vervult verschillende rollen 

    Slide 27 - Tekstslide

    3. Mini-check + arrangementen
    Verdiept arrangement (8 gemiddeld of hoger): Niemand


    Iedereen doet mee met de mini-check op Lesson Up. 

    Slide 28 - Tekstslide

    Er is veel spierkracht en handwerk nodig voor mijn werk, dan is mijn werk arbeidsintensief
    A
    Juist
    B
    onjuist

    Slide 29 - Quizvraag

    Landbouw, visserij en mijnbouw zijn voorbeelden van beroepen uit de
    A
    primaire sector
    B
    secundaire sector
    C
    tertiaire sector

    Slide 30 - Quizvraag

    Secundaire sector
    Primaire sector

    Slide 31 - Sleepvraag

    Wie maakt wat?
    Had je alle vragen van de mini-check goed? Dan mag je zelfstandig aan het werk. 



    De rest doet mee met de instructie. 
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 35 & 36. 
    Hierna maak je opdracht 1 t/m 5 op blz. 34 t/m 37

    Slide 32 - Tekstslide

    4. Instructie

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Tekstslide

    Slide 35 - Tekstslide

    Slide 36 - Tekstslide



    primaire sector: beroepen in landbouw, visserij en mijnbouw

    arbeidsintensief: voor de productie is vooral arbeid nodig

    metaal: ondoorzichtig en meestal hard materiaal dat makkelijk warmte en elektriciteit geleidt, zoals goud en ijzer. 

    dagbouw: delfstoffen winnen in de open lucht.





    brandstof: iets dat verbrand wordt om warmte of energie te geven, zoals benzine of kolen.

    schachtbouw: delfstoffen winnen in ondergrondse mijnen.

    kapitaalintensief: voor de productie is vooral veel geld/kapitaal nodig. 

    secundaire sector: (industriesector) - beroepen in de industrie.
    Belangrijke begrippen

    Slide 37 - Tekstslide

    5. Begeleid inoefenen
    Vind je het nog lastig? Dan maken we samen opdracht 2

    De rest gaat zelfstandig aan de slag met de opdrachten. 

     
    Je maakt: 
    Je leest de theorie op bladzijde 35 & 36. 
    Hierna maak je opdracht 1 t/m 5 op blz. 34 t/m 371

    Slide 38 - Tekstslide

    6. Zelfstandig werken
    LJ1- Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 6 op blz 36 t/m 38.
    LJ2- Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op blz. 34 t/m 37


    Ben je klaar?
    Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 
    LJ1- Hierna ga je de herhaling maken op blz 42
    LJ2 - Hierna ga je de herhaling maken op blz. 40

     
    timer
    1:00

    Slide 39 - Tekstslide

    7. Evaluatie LJ1
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - weet je waarom landen ontwikkelingsladen worden genoemd en kun je voorbeelden geven van hoe die landen in ontwikkeling zijn.
    - begrijp je wat het verschil is tussen de koplopers, volgers en achterblijvers en kun je landen indelen in deze drie groepen.

    Slide 40 - Tekstslide

    7. Evaluatie LJ2
    Hoe ging de les?
    Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

    Lesdoelen: 
    - weet je dat in de 19e eeuw veel mensen in de landbouw werkten of ander arbeidsintensief werk deden?
    - kun je uitleggen waarom kapitaal een steeds belangrijkere rol is gaan spelen bij het produceren van goederen?

    Slide 41 - Tekstslide

    Huiswerk & Toetsen
    Huiswerk LJ1: 
    Maandag 3 oktober
    1.4 opdracht 1 t/m 6


    Huiswerk LJ2: 
    Maandag 3 oktober 
    1.4 opdracht 1 t/m 5
    Toetsen LJ1: 
    Maandag 10 oktober
    Toets H1

    Toetsen LJ2: 
    Maandag 10 oktober
    Toets H1

    Slide 42 - Tekstslide