5.4 Kunnen we zo sociaal blijven?

Hoofdstuk 5.4 Kunnen we zo sociaal blijven?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5.4 Kunnen we zo sociaal blijven?

Slide 1 - Tekstslide

 Economie 4 TL

  • Uitleg 5.4 Kunnen wo zo sociaal blijven?
  • zelfstandig werken
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.4

  • Wat zijn de gevolgen van vergrijzing
  • Hoe kan de sociale zekerheid betaalbaar blijven
  • Hoe wil de overheid de kosten van de zorg beperken

Slide 3 - Tekstslide

Vergrijzing 
  • Actieven
  • Alle mensen met betaald werk
  • Zij betalen geld aan de overheid in de vorm van premies en belastingen
  • Niet-actieven
  • Mensen zonder betaald werk, die een uitkering ontvangen. Bijv. omdat ze arbeidsongeschikt zijn, werkloos zijn of boven de pensioenleeftijd.
  • Tot de groep niet-actieven behoren ook de AOW'ers. Deze groep groeit al jaren 

Slide 4 - Tekstslide

Vergrijzing:
  • het aandeel ouderen in de totale bevolking neemt toe en de gemiddelde leeftijd van de bevolking stijgt

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

De AOW
Algemene ouderdomswet
AOW premie 

Samenwonend of getrouwd   €    832,86 p.p. 
Alleen wonend                  € 1.218,19 p.p.

Slide 7 - Tekstslide

Verhoging AOW-leeftijd
Door de AOW-leeftijd te verhogen zijn er minder mensen die een AOW-uitkering krijgen (inactieven) en zijn er meer mensen die werken en betalen voor de AOW (actieven)

Hoe houden we de AOW betaalbaar?

Slide 8 - Tekstslide

Hoe houden we de AOW betaalbaar?
  • de AOW-leeftijd verder te verhogen van 65 naar 67 jaar
  • de premies + loonbelasting te verhogen
  • de AOW-uitkeringen te verlagen;
  • de arbeidsparticipatie (arbeidsdeelname) te laten toenemen;
  • de AOW-ers ook AOW-premie te laten betalen;
  • de AOW niet meer aan iedereen te geven, maar alleen aan ouderen met geen of een laag pensioen.

Slide 9 - Tekstslide

Iedereen heeft recht op een AOW- uitkering als de AOW-leeftijd bereikt is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Door het verhogen van de AOW-leeftijd
A
neemt het aantal actieven toe
B
neemt het aantal inactieven toe
C
wordt vergrijzing tegen gegaan
D
wordt de AOW ook hoger

Slide 11 - Quizvraag

Marktwerking
Aan de zorg geeft de overheid veel geld uit. Om die kosten te beperken moeten ziekenhuizen en zorgverzekeraars met elkaar concurreren om klanten te krijgen. > (marktwerking)  

Concurreren doen ze door middel van prijzen, kwaliteit of service.

Slide 12 - Tekstslide

Wie behoren NIET tot
de 'inactieven'?
A
AOW-ers
B
Arbeidsongeschikten
C
Vuilnismannen
D
Werklozen

Slide 13 - Quizvraag

De AOW is een basispensioen, dat door de staat wordt uitgekeerd aan alle Nederlanders van 67 jaar en ouder. Dat kost heel veel geld.
Hoe komt de regering aan dat geld?
A
Alle werkende Nederlanders moeten iedere maand een deel van hun loon afstaan.
B
De staat verkoopt jaarlijks een deel van zijn goudvoorraad.
C
Het wordt geleend van de banken.
D
De werkgevers betalen het uit hun winsten.

Slide 14 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • Maak opgave 31 t/m 43 van H5.4 (blz.152 t/m blz.155) 

Slide 15 - Tekstslide