Hoofdstuk 14 Inhoud en gewicht


Wat hebben we de vorige les gedaan?
Welke doelen stonden centraal?
Wat weten we er nog van?
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Meten en meetkunde
Rekenen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les


Wat hebben we de vorige les gedaan?
Welke doelen stonden centraal?
Wat weten we er nog van?
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Meten en meetkunde
Rekenen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 14 Inhoud en gewicht
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Meten en meetkunde
Rekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.1 Inhoud
Leerdoelen: 
Aan het einde van de les:
- weet je wat de eenheden van inhoud zijn
- weet je welke eenheid van inhoud is
- kun je de verschillende inhoudsmaten naar elkaar omrekenen
- kun je de inhoud van maatbekers aflezen
bij
bij

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Inhoud?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inzicht in inhoudsmaten

Voorbeelden
  • Een fles water van 1 liter.
  • Een glas sinaasappelsap van 1 dl.
  • Een scheutje stroop van 1 cl.
  • Een beetje tandpasta van 1 ml.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juist inhoudsmaat:

In een kopje past 2 .... koffie
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juist inhoudsmaat:

Ik probeer op een dag 1,5 ... water te drinken.
A
liter
B
deciliter
C
centiliter
D
milliliter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inhoudsmaten omrekenen
De standaard gewichtsmaat is de liter. De andere eenheden zijn daarvan afgeleid met de voorvoegsels die je al leerde in de les over lengtematen:

kiloliter - hectoliter - decaliter - liter - deciliter - centiliter - milliliter

Tussen elke eenheid maak je een stapje van factor 10.
We gebruiken alleen de gekleurde eenheden.

Slide 9 - Tekstslide

Als de voorvoegsels nog helemaal niet bekend zijn, bekijk dan de les over lengtematen.
Als je inhoudsmaten moet omrekenen, kijk je naar dit plaatje:

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

inhoud van een object

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vermenig vuldig alle zijden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let op de uitdrukking ..3

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel is dit in dm3

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omrekenen kubieke ..3

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk getal hoort op de puntjes?

30 centiliter is hetzelfde als ... liter.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk getal hoort op de puntjes?

0,08 deciliter is hetzelfde als ... milliliter.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Leerdoelen: 
- weet je wat de eenheden van inhoud zijn?
- weet je welke eenheid van inhoud is?
- kun je de verschillende inhoudsmaten naar elkaar omrekenen?
- kun je de inhoud van maatbekers aflezen?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.2 Gewicht
Leerdoel:
Aan het eind van deze les:
- weet je wat de eenheden van gewicht zijn
- kun je de verschillende gewichtsmaten naar elkaar omrekenen
- kun je de gewichten van een weegschaal aflezen
bij
bij

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


1 kg = 1000 gram
1 gram = 1000 milligram
ONTHOUDEN:

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

=     1 Kilogram



=    1 Gram



=    1 Milligram

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1 ons = 100 gram    
1 pond = 500 Gram

1 ton = 1000 kilo



1 ton in euro? = 100.000

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthoud

1 kg = 1000 gram
1 ton = 1000 kilogram

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zak aardappelen
weeg je in?
A
g
B
kg
C
mg
D
hg

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een potlood weeg je in
A
kg
B
g
C
mg
D
dg

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
1 kilo= ......... gram
1 pond = ......... gram
1 ons = ............gram


Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 14.2, opdracht 10 t/m 15, blz. 68 t/m 74
Mogelijkheid om verlengde instructie te geven 



Ben je klaar?
Nakijken & verbeteren
Daarna pak je een wiskundespel uit de kast
timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Leerdoelen:
- weet je wat de eenheden van gewicht zijn?
- kun je de verschillende gewichtsmaten naar elkaar omrekenen?
- kun je de gewichten van een weegschaal aflezen?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

14.3 Rekenen met inhoud en gewicht
Leerdoelen:
Aan het eind van de les:
- kun je zin in welke eenheid de inhoud of gewicht is gegeven
- kun je omrekenen tussen inhoud en gewicht
- kun je de inhoud of gewicht van voorwerpen omrekenen naar gelijke eenheid
bij
bij

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
In sommige rekenopgaven met inhoud of gewicht moet je het antwoord in een andere eenheid geven. Je moet dan omrekenen. 

Bijv. In één pakje sap zit 20 centiliter. 
Hoeveel liter sap zit er in totaal in de 6 pakjes?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Bijv. In één pakje sap zit 20 centiliter. 
Hoeveel liter sap zit er in totaal in de 6 pakjes?

Manier 1: eerst omrekenen en daarna vermenigvuldigen
_________________________________________________________
Manier 2: eerst vermenigvuldigen en daarna omrekenen
_________________________________________________________

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Je kunt het gewicht of de inhoud van een voorwerp alleen optellen of aftrekken als de eenheden gelijk zijn.

Bijv. Freddy weegt 45 kilogram
Het konijn van Freddy weeg 1.500 gram
Hoeveel wegen Freddy en zijn konijn samen?
Geef het antwoord in kg. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Bijv. Freddy weegt 45 kilogram
Het konijn van Freddy weeg 1.500 gram
Hoeveel wegen Freddy en zijn konijn samen?
Geef het antwoord in kg. 

Stap 1: Reken het gewicht van het konijn om naar kg.
Stap 2: Tel de gewichten op nu de eenheden gelijk zijn. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Leerdoelen: 
- kun je zin in welke eenheid de inhoud of gewicht is gegeven?
- kun je omrekenen tussen inhoud en gewicht?
- kun je de inhoud of gewicht van voorwerpen omrekenen naar gelijke eenheid?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nabespreken doelen H14
14.1 Inhoud
Ik weet wat de eenheden van inhoud zijn
Ik weet welke eenheid van inhoud is
Ik kan de verschillende inhoudsmaten naar elkaar omrekenen
Ik kan de inhoud van maatbekers aflezen
14.2 Gewicht
Ik weet wat de eenheden van gewicht zijn
Ik kan de verschillende gewichtsmaten naar elkaar omrekenen
Ik kan de gewichten van een weegschaal aflezen
14.3 Rekenen met inhoud en gewicht
Ik kan zien in welke eenheid de inhoud of gewicht is gegeven
Ik kan omrekenen tussen inhoud en gewicht
Ik kan de inhoud of gewicht van voorwerpen omrekenen naar gelijke eenheid
bij
bij

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies