§2.5 conflicten oplossen

waar ging deze paragraaf over?
A
ruzies
B
conflicten
C
scheiden
D
rechten
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

waar ging deze paragraaf over?
A
ruzies
B
conflicten
C
scheiden
D
rechten

Slide 1 - Quizvraag

Er moet snel uitspraak gedaan worden.. Hoe noem je dat?
A
snelle procedure
B
3robi spow
C
kort geding
D
versnelt proces

Slide 2 - Quizvraag

hoeveel soorten conflicten hebben wij genoemd?
A
2
B
3
C
5
D
4

Slide 3 - Quizvraag

welke soorten conflicten hebben wij genoemd?

Slide 4 - Open vraag

wat is mediation?

Slide 5 - Open vraag

mediation komt vaak voor bij?
A
trouwen
B
scheiding
C
schulden
D
rechten

Slide 6 - Quizvraag

waarom gebruik je juridisch advies?
A
om te weten wat je rechten zijn
B
om een zaak te starten
C
om de wetten te weten
D
om rechter te worden

Slide 7 - Quizvraag

wat is een dwangsom?
A
Mag iets nog wel maar bij 2e keer boete betalen
B
Mag iets nog wel en hoeft geen boete bij 2e keer
C
Mag iets niet meer, wel boete betalen bij 2e keer
D
Mag iets niet meer maar niet betalen bij 2e keer

Slide 8 - Quizvraag

waar gaan onderhandelingsconflicten over?
A
geld, kinderen, tijd
B
tijd, kinderen, scheiding
C
geld, tijd, ruimten
D
macht, mening

Slide 9 - Quizvraag

hoe vonden jullie deze les?
Leuk
free willem
schattig

Slide 10 - Poll