2ha1 - chapitre 2 - source E

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

• Vocabulaire E + les phrases-clés (de zinnen)

Voer het gesprekje in tweetallen, wissel om van rol.

Rôle A

• Vraag of hij/zij broers / zussen heeft.
• Vraag hoe hij/zij heet
• Vraag of hij/zij aardig is
  
• Vraag wat ze leuk vinden om te doen samen
  

Rôle B

• Geef antwoord op de vraag.
  
• Vertel hoe je zus/broer heet
  
• Zeg of hij/zij aardig is
  
• Vertel wat jullie leuk vinden om te doen.
  

Il y a quoi dans la chambre?

Dessine ta chambre !

1. Maak een tekening van jouw kamer (schrift)

2. Schrijf in je schrift op welke voorwerpen je in je kamer hebt staan.             Tu peux utiliser ton portable

2. Schrijf op of je tevreden bent, waarom wel/niet ? 

3. Wat mis je nog in jouw kamer? (je voudrais ... dans ma chambre)

ik heb een grote kamer

1. j'ai une grand chambre
2. j'ai une grande chambre
3. j'ai une chambre grande
4. j'ai un chambre grand

ik heb geen televisie (in mijn kamer)

1. Je n'ai pas de télé
2. J'ai une télé
3. je n'ai pas des télé
4. je n'ai pas de la télé

ik heb een klein bureau

1. j'ai une grande bureau
2. j'ai un bureau petit
3. j'ai un grand bureau
4. j'ai un petit bureau

ik heb een wit deken

1. j'ai un blanche couverture
2. j'ai une blanche couverture
3. j'ai une couverture blanche
4. j'ai un blanc couverture

Telefoons in de tas

Décris ta chambre !  CHANGE AUSSI DES RÔLES

Rôle A 

• Vraag hoe zijn/haar kamer eruit ziet
• Vraag of degene tevreden is
  

Rôle B

• Vertel hoe je kamer eruitziet
• Zeg of je tevreden bent, en wat je graag nog zou willen
  

on va écouter à la page soixante-seize - ex. 20

Exercice 20a

Wie? Gabriel en Timéo.
Wat? Ze zijn samen op vakantie en hebben al drie steden bezocht.
Waar? In de trein richting Parijs
Waarom? Timéo is een vlogger en doet mee aan een competitie die hij graag wil winnen.

Exercice 20b

1     A
2     C
3     C
4     B
5     A

Faire : exercices 21 + 22  = huiswerk

Klaar? Quizlet op de telefoon (voca E )