VBPV-Professionele communicatieve vaardigheden

Professionele communicatieve vaardigheden
Professionele communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor een succesvolle stage.


Ze zijn van cruciaal belang voor het opbouwen van positieve relaties, het vermijden van conflicten en het bereiken van gemeenschappelijke doelen.  
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BPVMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Professionele communicatieve vaardigheden
Professionele communicatieve vaardigheden zijn essentieel voor een succesvolle stage.


Ze zijn van cruciaal belang voor het opbouwen van positieve relaties, het vermijden van conflicten en het bereiken van gemeenschappelijke doelen.  

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie 

Het vermogen om duidelijk en effectief te communiceren is essentieel.
Dit omvat luisteren naar anderen, je gedachten en ideeën op een begrijpelijke manier overbrengen en non-verbale signalen interpreteren.  

Slide 2 - Tekstslide

Een patiënt komt binnen met klachten, maar kan moeilijk zijn of haar symptomen beschrijven.
Wat doe je?
A
Gesloten vragen stellen en vakjargon gebruiken
B
Gesloten vragen stellen en begrijpelijke taal gebruiken
C
Open vragen stellen en vakjargon gebruiken
D
Open vragen stellen en begrijpelijke taal gebruiken

Slide 3 - Quizvraag

Wat doe je als je een nieuwe taak moet uitvoeren?
A
Luisteren naar de instructies van begeleiders
B
Eerst zelf proberen om de taak uit te voeren
C
Je ziek melden omdat je nieuwe dingen altijd spannend vindt
D
Luisteren naar de instructies en zorgen dat je ze begrijpt

Slide 4 - Quizvraag

Je moet patiëntinformatie doorgeven aan een andere doktersassistent tijdens een shiftoverdracht. Hoe doe je dit?
A
Je geeft dit tijdens de pauze even snel door
B
Communiceer duidelijk en beknopt de relevante patiëntinformatie
C
Je leest het hele medische dossier voor van de patient
D
Je stuurt haar een app met de informatie als je thuis bent,

Slide 5 - Quizvraag

 Empathie  
Empathie houdt in dat je jezelf in de schoenen van anderen plaatst en begrip toont voor hun gevoelens, behoeften en perspectieven. Het stelt je in staat om compassievol te reageren en te tonen dat je geeft om de mensen met wie je communiceert.

 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is GEEN voorbeeld van empathie tonen?
A
Een geruststellende en ondersteunende houding aannemen tegenover patiënten.
B
Collega's ondersteunen die stress ervaren in drukke periodes
C
Zorgen van patiënten serieus nemen als ze angstig of bezorgd zijn
D
Altijd zeggen: ik begrijp hoe je je voelt.

Slide 7 - Quizvraag

Een patiënt vertelt over een recent verlies van een dierbare en is emotioneel. Wat doe je?
A
Je condoleert de patiënt en gaat verder met je werk
B
Aangeven dat het allemaal weer beter zal gaan
C
Meehuilen met de patiënt
D
Luisteren de patiënt non-verbale signalen van steun geven.

Slide 8 - Quizvraag

Een collega ervaart mogelijk stress in drukke situaties.
Wat doe je?
A
Je klaagt bij andere collega's over haar
B
Je bied ondersteuning aan door bv door taken over te nemen.
C
Je adviseert haar zich ziek te melden
D
Je vertelt haar dat dit nou eenmaal bij het beroep hoort.

Slide 9 - Quizvraag

Assertiviteit
Assertiviteit is het vermogen om op een eerlijke en respectvolle manier je gedachten, behoeften en grenzen kenbaar te maken. Het gaat erom zelfverzekerd op te komen voor jezelf, terwijl je ook rekening houdt met de rechten en meningen van anderen.  

Slide 10 - Tekstslide

Wat houdt assertiviteit in?
A
Het negeren van de rechten en meningen van anderen.
B
Het opkomen voor jezelf zonder rekening te houden met anderen.
C
Op een eerlijke en respectvolle manier je gedachten, behoeften en grenzen kenbaar maken.
D
Alleen communiceren met collega's en supervisoren.

Slide 11 - Quizvraag

Je wordt gevraagd om een taak uit te voeren waarvoor je nog niet voldoende getraind bent.
Wat doe je?
A
Je communiceert duidelijk dat je nog niet voldoende getraind bent
B
Je vraagt stiekem aan een andere collega om dit voor jou te doen
C
Je doet dit gewoon, even het protocol lezen
D
Je zegt dat je dit niet wil.

Slide 12 - Quizvraag

Een collega spreekt patiënten op een onrespectvolle manier aan.
Wat doe je?
A
Je laat het gaan, je wil geen ruzie met haar
B
Je lacht er na afloop hard op met haar
C
Je grijpt direct in waar de patiënt bij is
D
Je spreekt haar aan op een respectvolle manier

Slide 13 - Quizvraag

Samenwerking
Samenwerking is het vermogen om effectief te werken in een team. Het omvat het vermogen om anderen te ondersteunen, ideeën te delen, conflicten op te lossen en gezamenlijke doelen te bereiken.  

Slide 14 - Tekstslide

Wat omvat samenwerking?
A
Alleen werken aan taken zonder hulp van anderen.
B
Effectief werken met anderen, delen van ideeën en bereiken van gezamenlijke doelen.
C
Het vermogen om conflicten te creëren in een team.
D
Het negeren van teamvergaderingen.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van het actief bevorderen van samenwerking?
A
Bereidheid om anderen te ondersteunen en te helpen bij taken
B
Alleen werken aan taken zonder interactie met collega's
C
Het vermijden van teamvergaderingen.
D
Het negeren van de suggesties van anderen tijdens een discussies

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een essentieel aspect van de samenwerking tussen de dokter, doktersassistent en andere teamleden bij het voorbereiden van een patiënt op een medische ingreep?
A
Het negeren van elkaars suggesties en ideeën
B
Individueel beslissingen nemen zonder overleg
C
Concurrentie om te bepalen wie de leiding heeft over de voorbereiding van de patiënt
D
Samenwerken, luisteren naar elkaars suggesties en ideeën, en taken verdelen voor de best mogelijke zorg.

Slide 17 - Quizvraag

Flexibiliteit 
Flexibiliteit verwijst naar de bereidheid en het vermogen om aan te passen aan veranderende omstandigheden en verschillende mensen. Het gaat om het openstaan voor nieuwe ideeën, het tonen van aanpassingsvermogen en het kunnen omgaan met diverse situaties.  

Slide 18 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met flexibiliteit in een professionele context?
A
Het vasthouden aan bekende methoden en routines
B
Het vermijden van nieuwe taken en verantwoordelijkheden
C
Het aanpassen aan veranderende omstandigheden en diverse situaties
D
Het negeren van onverwachte veranderingen in het werkschema

Slide 19 - Quizvraag

Hoe kun je flexibiliteit toepassen in een situatie waarin de planning onverwacht verandert?
A
Vasthouden aan de oorspronkelijke planning, ongeacht de veranderingen
B
De veranderingen negeren en doorgaan met je eigen werkzaamheden
C
Direct klagen over de veranderende planning en weigeren om mee te werken
D
Je snel aanpassen aan de nieuwe situatie, veranderingen communiceren en efficiënt samenwerken.

Slide 20 - Quizvraag

Er zijn onverwachte spoedpatiënten binnengekomen 10 minuten voor het einde van de dag, wat doe je?
A
Het weigeren om te helpen bij de spoedgevallen omdat ze niet binnen je normale taken vallen.
B
Klagen over de verstoring van je geplande taken zonder actie te ondernemen
C
Het negeren van de spoedgevallen en doorgaan met je geplande taken
D
Het aanpassen aan de nieuwe situatie, helpen bij de spoedgevallen en de planning herorganiseren.

Slide 21 - Quizvraag

Conflictbeheersing
Het vermogen om conflictsituaties effectief te beheersen en op te lossen is een belangrijke interpersoonlijke vaardigheid. Dit omvat het kunnen luisteren naar verschillende standpunten, begrip tonen, compromissen sluiten en constructieve oplossingen vinden.  

Slide 22 - Tekstslide

Welke vaardigheid is nuttig bij het omgaan met conflicten tussen collega's volgens de gegeven voorbeelden?
A
Het ontwijken van moeilijke gesprekken
B
Het altijd je eigen standpunt handhaven
C
Het aanvallen van de andere partij
D
Het bevorderen van open en respectvolle communicatie.

Slide 23 - Quizvraag

In welke situatie wordt het vermogen om kalm en professioneel te blijven tijdens een conflict benadrukt?
A
Bij meningsverschillen over de planning of toewijzing van taken.
B
Bij het kiezen van een restaurant voor de lunch.
C
Bij het bepalen van de beste vakantiebestemming.
D
Bij het bespreken van hobby's en interesses

Slide 24 - Quizvraag

Er is een meningsverschil tussen twee patiënten over wie als eerste geholpen moet worden. Wat doe je?
A
De patiënten negeren en hun probleem laten oplossen
B
Luisteren naar beide patiënten en begrip tonen voor hun standpunten
C
Snel een willekeurige beslissing nemen om het conflict te beëindigen
D
Alleen rekening houden met één patiënt en de andere verwaarlozen

Slide 25 - Quizvraag

Feedback geven
Het geven van feedback is een belangrijke vaardigheid om de groei en ontwikkeling van zowel individuen als teams te bevorderen. Effectieve feedback helpt anderen bewust te worden van hun sterke punten, verbeterpunten en mogelijkheden tot groei.  

Slide 26 - Tekstslide

Feedback ontvangen
Het ontvangen van feedback is een waardevolle kans om inzicht te krijgen in je sterke punten, verbeterpunten en groeimogelijkheden. Het effectief ontvangen van feedback helpt je om te leren en te groeien, en draagt bij aan je professionele ontwikkeling.  

Slide 27 - Tekstslide

Geven van feedback
Ontvangen van feedback
Ik vorm
Concreet

Ruimte voor reactie
Aanwijsbaar
Schiet niet in de verdediging
Luister naar de feedback
Ga niet in de aanval
Probeer wat met de feedback te doen

Slide 28 - Sleepvraag

Meer weten....
In teams delen wij een document met daarin de basis informatie en voorbeelden van de professionele communicatie vaardigheden.

Slide 29 - Tekstslide