Exercice 7 – mise en route ~ vocabulaire
1 réciproque = wederzijds
2 un refus = een afwijzing
3 un mouchoir = een zakdoek
4 un coup de foudre = liefde op het eerste gezicht
5 rougit = bloost
6 se passer de = zonder kunnen
7 console = troost
8 évite = vermijdt
9 n’ose pas = durft niet
10 en tout cas = in elk geval