BBL blz. 215 opdracht 6 zakelijke e-mail

Dit vind ik nog moeilijk bij het schrijven van een artikel of e-mail?
1 / 26
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dit vind ik nog moeilijk bij het schrijven van een artikel of e-mail?

Slide 1 - Open vraag

Wanneer je een artikel of een e-mail schrijft, vind je in de inleiding in ieder geval
A
Waar de tekst over gaat en waar je woont
B
Waar de tekst over gaat en wat je schrijfdoel is
C
Welke opleiding je volgt en je mening over het onderwerp
D
Voor wie je schrijft en je eigen naam.

Slide 2 - Quizvraag

Welke aanhef is het beste wanneer je een zakelijke e-mail schrijft?
A
Geachte meneer en mevr.
B
Hallo meneer en mevrouw,
C
Beste heer, mevrouw,
D
Beste heer/mevrouw

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de beste slotgroet?
A
Met vriendelijke groet,
B
Hoogachtend
C
Met vriendelijke groeten,
D
Met Vriendelijke Groet,

Slide 4 - Quizvraag


Blz. 215
Wat is het onderwerp?

Slide 5 - Open vraag

Wie is de lezer van jou e-mail?
A
klantenservice
B
directeur
C
geen idee
D
de geluidsman

Slide 6 - Quizvraag

Waar let je op bij het schrijven?
A
ik gebruik formele taal en ik geef informatie over het goede doel
B
Ik gebruik informele taal en geeft informatie over geluidsinstallaties
C
Ik gebruik informele taal en ik geef informatie over het Vista College
D
Ik gebruik formele taal en ik ga ervan uit dat hij het goede doel kent

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de beste aanhef?
A
Beste verhuurbedrijf,
B
Beste heer, mevrouw,
C
Hallo verhuurder,
D
Geachte heer,

Slide 8 - Quizvraag

Wat is je schrijfdoel?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor een soort tekst ga je schrijven?
A
Zakelijke brief
B
Artikel
C
Zakelijke e-mail
D
Persoonlijke e-mail

Slide 10 - Quizvraag

Inleiding van een zakelijke e-mail
Kondig het onderwerp aan
Kondig je schrijfdoel aan

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de inleiding

Slide 12 - Open vraag

Welke 2 argumenten ga je gebruiken in het middenstuk?

Slide 13 - Open vraag

Uit hoeveel alinea's bestaat je middenstuk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

schrijf het slot

Slide 15 - Open vraag

Wat is de beste slotzin bij een overtuigende e-mail
A
In afwachting van uw reactie.
B
Ik hoor graag spoedig van u.
C
Dit was mijn mail.
D
Ik wil dat u snel reageert op mijn mail.

Slide 16 - Quizvraag

schrijf de slotzin

Slide 17 - Open vraag

Wat is de beste slotgroet?
A
Met Vriendelijke groet,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groeten,
D
Groetjes en tot gauw,

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel woorden met de tekst bevatten?

Slide 19 - Open vraag

Huiswerk
blz. 215
(opdracht 6)
Schrijf de zakelijke e-mail

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

voegwoorden

Slide 24 - Woordweb

wat is waar?
A
Voor een voegwoord komt altijd een komma.
B
Naast het woordje "en" staat altijd een komma.
C
Aan het einde van een vraagzin staat een punt.
D
Na een aanhef komt geen komma.

Slide 25 - Quizvraag

Wat wil je nog leren in de volgende les?

Slide 26 - Open vraag