2 mavo 2.4 les 1
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Een blokje heeft een lengte van 3 cm. Een breedte van 0,1 dm en een hoogte van 200 mm. Bereken het volume van het blokje in cm³
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
200 g = .... ton
A
0,2
B
200 000
C
0,0002
D
200 000 000
Slide 5 - Quizvraag
8 L = ... dm³
A
8
B
80
C
8000
D
0,008
Slide 6 - Quizvraag
0,4 kL = ... cm³
A
40
B
400 000
C
400
D
0,0004
Slide 7 - Quizvraag
0,00008 kg = ... mg
A
8
B
80
C
0,008
D
8000
Slide 8 - Quizvraag
400 000 mL = .... cm³
A
400
B
0,4
C
4000
D
400 000
Slide 9 - Quizvraag
Geef aan of de volgende woorden bij massa, volume of geen van beide horen.
Massa
Volume
Geen van beide
20 g
Weegschaal
0,8 L
Maatcilinder
l x b x h
8 lumen
kg
273 K
Slide 10 - Sleepvraag
Welke stof is zwaarder: Piepschuim of goud?
A
Piepschuim
B
Goud
C
Even zwaar
Slide 11 - Quizvraag
Hoe komt het dat goud zwaarder is dan piepschuim, zelfs als je een even groot stuk pakt.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Een blokje metaal heeft een volume 24 cm³. De massa van het blokje is 215 gram.
Bereken de dichtheid.
