In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
WELKOM!
HERHALING
Slide 1 - Tekstslide
Hoe noem je het water van de douche, wasmachine en de keuken?
A
zwart water
B
grijs water
C
groen water
D
wit water
Slide 2 - Quizvraag
Wat is thermische vervuiling?
A
Vervuiling van dieren
B
Het opwarmen van de aarde door broeikasgassen
C
Het lozen van te warm afvalwater
D
Het lozen van vervuild afvalwater
Slide 3 - Quizvraag
Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water
2= zoet water
3= brak water
B
1 = zoet water
2= zout water
3= brak water
C
1= brak water
2= zoet water
3= zout water
D
1= zoet water
2= brak water
3= zout water
Slide 4 - Quizvraag
Wat is geen taak van de waterschappen?
A
Zorgen voor een goede waterkwaliteit (schoon water).
B
Zorgen voor voldoende waterkwantiteit (hoeveelheid).
C
Beschermen tegen overstromingen (dijken, duinen, stuwen).
D
Het verkeer op zee regelen (veiligheid)
Slide 5 - Quizvraag
Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor
Slide 6 - Quizvraag
Kribben in een rivier zorgen voor ...
A
een betere bevaarbaarheid
B
minder sedimentatie in de vaargeul
C
een snelle afvoer van het water
D
meer Ruimte voor de Rivier
Slide 7 - Quizvraag
Welke maatregel zie je op de foto?
A
kribverlaging
B
nevengeul
C
dijkverzwaring
D
hoogwatergeul
Slide 8 - Quizvraag
Welke maatregel zie je hier?
A
Uiterwaardvergraving
B
Kribverlaging
C
Dijkverlegging
D
Nevengeul/
Hoogwatergeul
Slide 9 - Quizvraag
In deze afbeelding is een waterplein te zien? Leg uit wat de functie is.
Slide 10 - Open vraag
Je ziet hier op de foto een
A
modderpoel
B
spaak
C
as
D
wiel
Slide 11 - Quizvraag
Je ziet hier natuurlijk een ....
A
veenpolder
B
landpolder
C
zeepolder
D
droogmakerij
Slide 12 - Quizvraag
Als regenwater langzaam de grond in zakt, dan noem je dat
A
Interferentie
B
Interneren
C
Infiltratie
D
Infiltreren
Slide 13 - Quizvraag
Wat laat het groen gekleurde gebied op de kaart zien?
A
Debiet
B
Regiem
C
Stroomgebied
D
Sedimentatie
Slide 14 - Quizvraag
Waar stroomt de rivier het snelst?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Overal even snel
Slide 15 - Quizvraag
Veel rivieren in China beginnen in....
A
Himalaya
B
Hoogvlaktes
C
Tarim Bekken
D
Hoogland van Tibet
Slide 16 - Quizvraag
Deze grafiek van Maas en Rijn laat zien het...
A
Debiet
B
Regiem
Slide 17 - Quizvraag
In welk deel van de rivier vindt je de meeste sedimentatie
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Overal!
Slide 18 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Klik om te vergroten.
Welke begrip hoort bij de de oranje stippellijn?
A
Rivier
B
Stroomstelsel
C
Waterscheiding
D
Stroomgebied
Slide 19 - Quizvraag
→ Zet de naam van het juiste gebied achter de omschrijvingen.
Dit gebied is onderdeel van de bovenloop van de grootste rivier van China en heeft een hoge bevolkingsdichtheid, waardoor hier ook veel watervervuiling is.
In dit deel van China ligt de belangrijkste rivier vaak boven het overige landschap, door sterke sedimentatie. Vooral in de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam het door grote droogte voor dat er geen water meer over was om via de delta in zee in te stromen.
In dit deel van China voeren de rivieren het meeste water af in de zomermaanden. Dit komt doordat hier gletsjerrivieren voorkomen. Het is hier gemiddeld te koud voor intensieve landbouw.
Dit deel van China is de middenloop van een van de grote Chinese rivieren. Het is een vruchtbaar akkerbouwgebied en het oudste beschavingsgebied van China. Er komt hier veel bodemerosie voor.
Hoogland van Tibet
Laagland
Rode Bekken
Lössplateau
Slide 20 - Sleepvraag
Bij de Drieklovendam zijn grote sluizencomplexen aangelegd.
Bekijk de afbeelding.
Waarom zijn die sluizen nodig?
A
Voor de vele scheepvaart op de Chang Jiang is een scheepslift niet genoeg.
B
Om extra water door te laten, als het veel heeft geregend in de bovenloop van de Chang Jiang.
C
Om vissen de stuwdam te kunnen laten passeren.
D
Met de sluizen kan water in een droge tijd weer omhoog worden gepompt.
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Door de aanleg van de Drieklovendam is de afvoer van slib door de rivier veranderd.
Wat is er gebeurd?
A
Door de bouw van de dam is de erosie stroomafwaarts toegenomen.
B
Door de bouw van de dam is de erosie stroomopwaarts afgenomen.
C
Door winning van zand en grond (voor beton) voor de dam is er veel minder slib in de rivier terechtgekomen.
D
Door de bouw van de dam blijft het slib nu in het stuwmeer achter.
Slide 22 - Quizvraag
Zijn onderstaande stellingen juist of onjuist? 1. De Huang He stroomt in natter gebied dan de Chang Jiang. 2. Het debiet van de Chang Jiang is groter dan de Huang He. 3. De Xi Jiang stroomt in het noordwesten van China.
Slide 23 - Open vraag
Noem 2 voordelen en 2 nadelen van de drieklovendam.
Slide 24 - Open vraag
Wanneer is het debiet van de Chang Jiang het grootst? (en na deze vraag, waarom dan? Denk hierover na)
A
Winter
B
Zomer
C
Lente
D
Herfst
Slide 25 - Quizvraag
Welke rivieren liggen hier?
Huang He
Jangtsekiang
Xi Jiang Parelrivier
Slide 26 - Sleepvraag
Zet de rivieren op volgorde van grootste debiet naar kleinste debiet: Huang He, Xi Jiang, Tarim He en de Chang Jiang
Slide 27 - Open vraag
Wat voor soort rivieren is de Chang Jiang? Leg je antwoord goed uit!