Jongerenculturen(opkomst) 2024

1 / 43
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan jongerenculturen


Deze les:
Hoe was het om jong te zijn in de jaren 50?
Verschillende jongerenculturen
Oorzaken en gevolgen van de omkomst van jongerenculturen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JONGERE/ PUBER/ TIENER ZIJN
BETEKENT VOOR MIJ:...

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

JONGERENCULTUREN DOOR DE JAREN HEEN
JONGERENCULTUUR = 
Levensstijl van jongeren waarmee zij zich onderscheiden van andere groepen, bijvoorbeeld door hun kleding, kapsel en muziekkeuze.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FEITJES JAREN 50:
  1. Roken was heel gewoon, iedereen rookte
  2. Moeders waren de hele dag thuis
  3. 48 urige werkweek (dus ook op zaterdag!)
  4. 1 x per week douchen
  5. Hele week in dezelfde kleding, weekend nette kleding
  6. Grote gezinnen zijn heel normaal

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SOCIALE CONTROLE
  • Mensen leven dicht op elkaar
  • Letten op elkaar en elkaars kinderen
  • Weing privacy
  • Kostgeld
  • Vriend of vriendin moesten goedgekeurd worden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gezellig samen radio luisteren
lezen...

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kerkbezoek
spelletjes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WELVAART STIJGT
  • Eind jaren 50:
  • Hogere lonen, meer mensen in steden (minder sociale controle)
  • Jongeren langer naar school en zo meer invloed op elkaars gedrag
  • 1961: 5-daagse werkweek
  • Welvaartsamenleving/ consumptiemaatschappij
  • Jongeren>  meer vrije tijd>   meer geld>  gedrag veranderd

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

NOZEMS
  • Eind jaren 50
  • Werkende jongeren uit de stad
  • Vrijheid
  • Geen verantwoordelijkheid maar lol!
  • Brommers (Puch), vetkuiven, leren jacks, spijkerbroeken
  • Meisjes: petticoats, suikerspinkapsel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent provoceren?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

PROVO'S
  • Midden jaren '60
  • Hoger opgeleid, studenten, Amsterdam
  • Provoceerden ouders, leraren, politie
  • Milieubewust, politiek, witte fietsen
  • Witte spijkerpakken, lang haar, meisjes minirokken

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

HIPPIES
  • Eind jaren '60 uit Amerika
  • Flower power / Love & Peace
  • TEGEN: milieuvervuiling, Vietnamoorlog, consumptiemaatschappij
  • Wilden niet burgerlijk zijn
  • Vrije seks, softdrugs, popfestivals
  • Tweedehands kleding, veel kleuren, boemen, wijde pijpen, 
      kralenkettingen, lang haar (mannen en vrouwen)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie wilden de samenleving niet veranderen?
A
Hippies
B
Nozems
C
Provo's
D
Allemaal niet

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protestgeneratie
Jongeren hadden een beeld van hoe de wereld eruit moest zien

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Boudewijn de Groot
Luister naar het liedje en lees de tekst mee.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht jongerencultuur

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je:
  • Oorzaken en gevolgen van de opkomst van jongerenculturen omschrijven en verklaren.
  • Uitleggen wat de seksuele revolutie was en welke gevolgen dat had voor de samenleving.
  • Uitleggen wat democratisering is en daar enkele voorbeelden bij geven.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de definitie van het begrip:
Democratisering

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de definitie van het begrip:
Seksuele revolutie

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe de samenleving veranderde
Jongeren gingen anders denken over gezag, geloof, politiek, relaties en seks. Gevolgen:
  1. ONTKERKELIJKING
  2. INDIVUALISERING
  3. DEMOCRATISERING

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontzuiling
  • De televisie, de verstedelijking en de toename van de welvaart waren oorzaken van de ontzuiling.
  • De mensen lieten zich vanaf de jaren '60 minder vertellen door het gezag.
  • De organisatie van de zuilen verloren steeds meer leden.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontkerkelijking
  • De ontzuiling viel samen met de ontkerkelijking.
  •  Hierdoor veranderde het leven in de jaren '60 enorm.
  • De seksuele moraal veranderde, men ging ongehuwd samenwonen, homoseksualiteit, geboortebeperking en echtscheidingen werden steeds normaler.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is "Individualisering?"
A
Persoon is belangrijker dan de groep in de samenleving
B
Groep is belangrijker dan de persoon in de samenleving
C
Dat er meer afstand tussen groepen in de samenleving komt
D
Dat groepen in de samenleving overleggen voor een oplossing

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

DEMOCRATISERING
  • Jongeren eisen meer inspraak
  • Ouders moesten rekening 
      houden met hun kinderen
  • Leerlingstatuten,
     studentenvakbonden

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HANS VAN MIERLO (1931-2010)

  • Telegeniek (hij sprak ook de kiezers direct aan
       in de campagne)
  • Oprichter D'66
  • Ontploffen politiek stelsel
  • 7 zetels

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Tijdens de campagne lanceerde hij de zogeheten "ontploffingstheorie". Hij stelde dat D'66 moest worden opgeheven zodra zij haar doel had bereikt. "D'66 verdwijnt wanneer we het huidige politieke stelsel mee hebben helpen opblazen
Zwevende kiezers
  • De komst van de televisie had ook gevolgen voor de politiek.
  • Journalisten gingen politici kritischer bevragen, ze gingen
     doorvragen om de waarheid te achterhalen.
  • Een goed mediaoptreden werd dus steeds belangrijker.
  • Mensen stemden niet meer via hun eigen zuil, maar lieten
     zich meer leiden door wat ze hoorden van de politici op t.v.
  • Hierdoor ontstonden: zwevende kiezers

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1967: een keerpunt
  • Sinds 1918 hadden de katholieken en de protestanten de meerderheid in
     de Tweede Kamer.
  • In 1967 verloren ze de meerderheid.
  • Om meer stemmen verlies te voorkomen gingen ze samenwerken in
     (1980) in het Christen Democratisch Appel (CDA).
  • Door zwevende kiezers kregen nieuwe partijen juist een kans.
  • Zo wonnen in 1967 Democraten '66 (D66) 7 zetels.
  • D'66 wilde de burgers meer inspraak geven op de politiek

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke partij werd opgericht om te zorgen voor ontzuiling?
A
Partij voor de Dieren
B
D66
C
ChristenUnie
D
SP

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een bron

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met een bron
  • Wat zien we op de bron?
  • Wat is de boodschap van
      de bron?
  • Welke beeldkenmerken kan
      je de boodschap
      ondersteunen?

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! Huiswerk voor vrijdag 7 juni:
  • Schrijf een samenvatting van H3  
  • Maken uit het boek opdracht 6 t/m 11 en 13

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies