4h Lezen H1-H5 les 2

4h Lezen H1-H5 les 2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4h Lezen H1-H5 les 2

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Start Lezen H4 stappenplan tekstanalyse

Samen teksten lezen
Theorie en voorbeeld uit het boek bekijken



Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Drie teksten:
1) 'Erik Scherder wil af van laptops en tablets in de klas'
2) 'De smartphone verslaafde, dat is de ander'
3) 'Ongelijkheid aanpakken? Geef iedereen van 25 een ton'

Wat is het onderwerp? Wat is de tekstsoort? (blz. 60) Wat is het tekstdoel? Wat is de hoofdgedachte? Herken je een bepaalde tekststructuur? (blz. 22)
 Onderstreep/markeer belangrijke zinnen.

Slide 3 - Tekstslide

Lesboek op blz. 77
Wat doe je met een tekst als je deze voor je neus krijgt?

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Oriënterend lezen blz. 74
• Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).

• Vraag je af:
– Wat weet ik al van dit onderwerp?
– Wat zal de tekst over dit onderwerp zeggen?

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2: Globaal lezen
Om alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst vluchtig door:
• Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.
• Probeer deelonderwerpen (zie Basis p. 20) te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet strepen tussen de delen.

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3: Precies lezen
Lees de tekst aandachtig van het begin tot het eind:
• Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst bevestigd worden.
• Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: achterhaal die via een woordraadstrategie of raadpleeg een woordenboek.
• Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie geven.
• Markeer de signaalwoorden die verbanden tussen alinea’s aangeven.
• Noteer (in de marge) de deelonderwerpen: informerende kopjes of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.
• Markeer (als die er zijn) woorden die de functie van een alinea aanduiden.
• Markeer signaalwoorden die een belangrijk verband tussen zinnen aangeven.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 4: Analyse afronden

• Noteer de structuur van de tekst (als die duidelijk herkenbaar is). (zie Basis paragraaf 3)
• Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
• Noteer het (belangrijkste) tekstdoel.
• Noteer de tekstsoort.

Slide 8 - Tekstslide

Stap 4: Analyse afronden

• Noteer de structuur van de tekst (als die duidelijk herkenbaar is). (zie Basis paragraaf 3)
• Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
• Noteer het (belangrijkste) tekstdoel.
• Noteer de tekstsoort.
Nu doorgrond je de tekst en kan je deze gebruiken, verwerken of eventueel verbeteren.

Slide 9 - Tekstslide

Oefen dit met opdracht 1, blz. 77 
Je leest en analyseert een tekst over bijgeloof



Slide 10 - Tekstslide