Palliatieve training 2: Fysieke symptomen

Palliatieve training 2
Palliatieve training 2
Fysieke symptomen in de palliatieve fase 
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Palliatieve training 2
Palliatieve training 2
Fysieke symptomen in de palliatieve fase 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
- Kennis en (persoonlijke) ervaring in het verlenen van palliatieve zorg
- Kennis maken
- Bespreken fysieke symptomen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de training:
  • De fysieke symptomen in de palliatieve fase benoemen​
  • De fysieke symptomen in de palliatieve fase herkennen​
  • Weten wat er gedaan kan worden aan de fysieke symptomen in de palliatieve fase​


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Palliatieve fase:
Welke fysieke symptomen ken je?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ervaringen
Heb je in je dagelijks werk regelmatig te maken met palliatieve zorg? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysieke symptomen
  • Vermoeidheid​
  • Pijn​
  • Dyspneu ​
  • Misselijkheid en braken​
  • Obstipatie (Ileus)​




Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk symptoom komt het meeste voor?
A
Pijn
B
Vermoeidheid
C
Dyspneu
D
Misselijkheid/braken

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Vermoeidheid (40-100%)
Vermoeidheid is een aanhoudend, subjectief gevoel van uitputting dat grote invloed heeft op het dagelijks functioneren.​
Vermoeidheid is heviger dan de vermoeidheid die men normaal gesproken na inspanning ervaart, reageert niet op rust of slapen en is overweldigend in die zin dat men er niet overheen kan stappen.​

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
  • Lichamelijke vermoeidheid: zwakte, minder goed in staat zijn tot lichamelijke inspanning​
  • Mentale vermoeidheid: concentratie- en geheugenstoornissen, moeite met denken, beslissingen nemen​
  • Emotionele vermoeidheid: snel optredende geïrriteerdheid of emotionele labiliteit​
  • verminderde interesse en motivatie​
  • beperkingen in het sociaal functioneren (thuis, omgeving, werk)​




Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Waardoor raken patiënten in de palliatieve fase vermoeid??​
  • Werk in groepjes van 2-3 personen​
  • Gebruik internet als hulpbron, gebruik de zoektermen palliatieve zorg & vermoeidheid​
  • Schrijf op wat jullie vinden​


  • Tijd 10 minuten​
  • Nabespreken met de hele groep​






Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
Anamnese en lichamelijk onderzoek. Beoordeel de ernst van de vermoeidheid, de betekenis voor het dagelijks welbevinden en houd rekening met de behoeften van de patiënt en de levensverwachting.​

Aanvullend onderzoek op indicatie: ​
  • gericht bloedonderzoek op oorzaak​
  • ECG, longfunctieonderzoek, röntgenonderzoek​
  • vastleggen van vermoeidheid en andere symptomen m.b.v. Utrecht Symptoom Dagboek​
  • gebruik vragenlijst voor depressie of angst (HADS), aanvullend evt. consult psychiater/psycholoog​





Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er te doen aan vermoeidheid
Behandelen van de oorzaak bijvoorbeeld behandelen van bloedarmoede of staken van medicijnen​


Niet medicamenteus, adviezen over activiteiten-rust patroon, vast dagritme, therapieën etc.​

Medicatie: Dexamethason, Prednison of Methylfenidaat (Ritalin)​



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pijn (66%)
'pijn is datgene wat een persoon die het ervaart zegt dat het is en is aanwezig wanneer hij/zij zegt dat het aanwezig is’ [McCaffery 1968].

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Stoppen na...
Opdracht: Oorzaken van pijn​
Waardoor hebben cliënten in de palliatieve fase pijn?​


 Geef voorbeelden op uit de praktijk.

Ga in Duo’s 5 minuten overleggen en schrijf voorbeelden op.​

Nabespreking: voorbeelden delen met de groep.​





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek​
Pijnanamnese!!​  

VAS SCORE​
NRS score​


Lichamelijk onderzoek​​
Op indicatie aanvullend onderzoek​



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achtergrondpijn en Doorbraakpijn​
Achtergrondpijn: Constante/continue, langdurige pijn, meer dan 12 uur per dag!​
Doorbraakpijn: Plotselinge tijdelijke en heftige pijn!​

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleid pijnbehandeling​ in de palliatieve fase.
  • Minimaliseer pijn gerelateerd aan beweging 
  •  Wisselligging en dagelijks lichamelijke verzorging vinden alleen plaats als dat wenselijk is; dien 15-30 minuten tevoren preventief medicatie tegen doorbraakpijn toe.
  • Begeleid de naasten van een bewusteloze patiënt 
  • Maak bij onrust in het sterfbed onderscheid tussen onrust door een terminaal delier en onrust door pijn.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan je nog meer doen
om pijn te verlichten?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke toedieningswegen van medicijnen ken je?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswegen​
Oraal​

Buccaal (wangslijmvlies)​
Sublinguaal (onder de tong)​
Nasaal​
Rectaal​
Transdermaal ​
Subcutaan​
intramusculair​
Intraveneus​
Epiduraal/intrathecaal








Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelwerkende opiaten:
  • Morfinedrank​
  • Abstral​
  • Oxycodon​
  • Morfine ​/ Sendolor 
  • Fentanyl​
  • Methadon​
  • Hydromorfon





Lang werkende opiaten:
  • Morfine slow-release
  • Oxycodon slow-release​
  • Fentanylpleisters
  • Hydromorfon SR

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van opiaten heb je steeds meer nodig
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Weet niet

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opiaten werken levensverkortend.
A
ja
B
nee
C
soms
D
weet niet

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Morfine veroorzaakt ademhalings moeilijkheden
A
ja
B
nee
C
soms
D
weet niet

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

T.a.v. pijnmedicatie in de terminale fase:
  • Paracetamol en NSAID’s: In principe staken. Rectale toediening is mogelijk, maar meestal niet gewenst.
  • Continueer transdermale toediening van fentanyl of evt. buprenorfine.
  • Zet orale toediening van opioïden om in transdermale toediening of in subcutane  toediening van opioïden. 
  • Dien doorbraakmedicatie subcutaan of evt. intraveneus toe, of via het mondslijmvlies (alleen snelwerkende fentanylpreparaten).

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyspneu
Benauwdheid​

Kortademigheid 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het?​
Dyspneu is een onaangename gewaarwording van de ademhaling, het gevoel dat de ademhaling tekort schiet.​
Aanvalsgewijze dyspneu is dyspneu die tijdelijk ernstiger of onaangenamer is dan de normale fluctuaties in dyspneu of die uitsluitend aanvalsgewijs optreedt.​

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyspneu is: ​
erg beangstigend!​

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken​
Vraag aan jullie:​


​Wat kan er aan de hand zijn als een cliënt benauwd is?​

​Wat zijn oorzaken van dyspneu?​





Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek​
Anamnese​
NRS score (om de mate van dyspneu te meten of effect van een behandeling)​
Lichamelijk onderzoek​
Op indicatie aanvullend onderzoek​

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleid en Behandeling​
Goede voorlichting en instructie​

Praat over dyspneu, angst om te stikken en levenseinde​
Bied ondersteuning aan van lotgenoten, geestelijke, psychoog etc.​
Behandeling van de oorzaak, bijv. longontsteking of bestraling​
Ademhalingsoefeningen​
Tools voor minder inspanning​
Zuurstof?​
Opiaten, Corticosteroïden 






Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misselijkheid en Braken

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misselijkheid is een onaangenaam gevoel achterin de keel en in de buik, vaak gepaard gaande met ziektegevoel en (aandrang tot) braken. ​
- Braken is het krachtig uitstoten ​van de maaginhoud via de mond.. ​
- Kokhalzen is een ritmische beweging in de vorm van heftige ​oprispingen.         Het is een poging tot braken, ​zonder dat er daadwerkelijk iets omhoog           komt.


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Misselijkheid en braken treden vaak in combinatie met elkaar op. ​


Hierbij is er in veel gevallen sprake van speekselvloed, bleekheid, zweten, snelle hartslag en aandrang tot defecatie. ​

Misselijkheid en braken hebben een zeer negatieve invloed op de kwaliteit van leven​



Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kost het de cliënt heel veel energie!!​

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken
Vertraagde maagontlediging​
Andere abdominale oorzaken​
Chemisch/metabole oorzaken​
Cerebrale/psychologische oorzaken ​

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is jouw rol bij misselijkheid en braken?
In groepjes van 3-4 personen​


Zoek op internet! (let op betrouwbare informatie) en uit eigen ervaring​

Wat kan je doen als jouw cliënt vaak misselijk is en braakt? En waar let je op?​

Schrijf je antwoorden op.​

Nabespreken met de hele groep.​







Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Obstipatie
Obstipatie is het weinig frequent (minder dan driemaal per week) en/of met moeite produceren van (meestal harde) ontlasting. Bij fecale impactie is de ontlasting zodanig ingedikt en hard, dat het spontaan lozen hiervan niet meer mogelijk is. Obstipatie kan leiden tot paradoxale of overloopdiarree: lekkage van dunne ontlasting langs een ingedikte fecesprop.​

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen
Pijn in de buik of het anorectale gebied, opgezette buik, anorexie, misselijkheid, braken, flatulentie, onrust en/of verwardheid​

Hemorroïden, anusfissuur, perianaal abces, urineretentie​
Darmperforatie of ileus​

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken 
Algemeen​

Ziekte gerelateerd​
Medicamenteus​

Obstipatie in de palliatieve fase is meestal multifactorieel bepaald. ​



Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diagnostiek
Anamnese ~ Wat vraag je allemaal?​
Dagboekje bijhouden​
Lichamelijk onderzoek door arts​

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleid en behandeling
Preventie - Voorkomen!​
Voorlichting - Herkennen, Adviezen​
Behandeling van de oorzaak​
Zonder medicijnen​
Met medicijnen

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ileus
Onder een ileus wordt verstaan een verminderde tot opgeheven passage van de dunne of dikke darm. Dit kan het gevolg zijn van een gedeeltelijke of totale afsluiting op één of meerdere plaatsen (mechanische ileus), een verminderde of opgeheven motiliteit (paralytische ileus) of een combinatie van beide mechanismen.​

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een ileus?
Obstructie​
Pseudo obstructie​
Andere oorzaken - door ernstige obstipatie!​

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Overleg met de cliënt wat nog zinvol en gewenst is​


Soms heeft laxeren nog effect​

Anders pijnbestrijding en middelen tegen misselijkheid​

Maaghevel of octreotide?​

Goede mondzorg!​







Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Casus:
Mw P. 57 jaar.​
Uitgezaaide darmkanker. ​
Diabeet type 1​
Mw is getrouwd heeft 3 dochters, waarvan er 1 dochter hoogzwanger is.​
 ​
 Als thuiszorg medewerker kom je bij mw om steunkousen aan te trekken.​
 ​
Mw geeft aan dat zij zich steeds meer vermoeid voelt. Mw heeft nergens meer energie voor, en kan eigenlijk de hele dag slapen.​
Echtgenoot zorgt dat het huishouden blijft draaien, naast zijn fulltime baan als opzichter in de bouw.​
Mw zegt dat haar mobiliteit afneemt doordat ze zich steeds zieker begint te voelen. Ook ziet zij dat haar echtgenoot overbelast raakt.​
Dochter komt elke dag langs, nu zij met zwangerschapsverlof is. ​

 ​
Na drie dagen de situatie te hebben geobserveerd knoop je een gesprek aan, in bijzijn van dochter en echtgenoot.​
 ​
Welke adviezen geef je?​
Waar kan er ondersteuning worden geboden?​














Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie van Symptomen
Alle symptomen worden dagelijks geëvalueerd door de verzorgende of verpleegkundige​


Begrijpt de cliënt wat er aan de hand is?​
Worden adviezen opgevolgd?​
Is er verbetering?​
Volg de richtlijnen.​




Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symptomen in volgorde van voorkomen​
Vermoeidheid 74%​
Pijn 64% (iets hoger bij COPD, lager bij Hartfalen)​
Obstipatie 37%​
Dyspneu 35% (ligt hoger bij COPD en Hartfalen)​
Misselijkheid 31% (25% bij Hartfalen, 4% bij COPD) ​
Braken 20% (voornamelijk bij Kanker)​

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie en Afsluiting​
Wat vonden jullie van deze module?​
Zijn de doelen bereikt?​
Invullen evaluatieformulieren Samen​

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies