Oefenen Set Criminaliteit

Oefenen Set Criminaliteit
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen Set Criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is asociaal gedrag?
A
lief zijn tegen iemand
B
dat je geen rekening houdt met andere mensen
C
dat je doet wat je zelf wilt
D
dat je rekening houdt met andere mensen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overtreding?
A
Ernstige strafbare feiten zoals moord of drugshandel
B
Strafbare feiten die minder erg zijn zoals fietsen zonder licht.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overtreding?
A
Doorlopen waar een bord “verboden toegang” staat.
B
Een fiets stelen.
C
Een schuurtje openbreken.
D
Iemand een klap geven.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



Iemand die een overtreding begaat is een crimineel.
Iemand die een overtreding begaat is een crimineel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is asociaal?
A
Als je met andere mensen een gesprek voert
B
Als je rekening houdt met andere
C
Als je geen rekening houdt met anderen
D
Te veel vrijheid hebben

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een misdrijf
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een misdrijf?
A
Zonder te betalen in de tram zitten.
B
Op de fiets zonder licht in het donker fietsen.
C
Een krat bier uit de supermarkt stelen.
D
Wildplassen.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een maatschappelijke oorzaak van criminaliteit
A
opvoeding
B
groepsgedrag
C
Slechte leefomstandigheden
D
alcohol- drugsgebruik

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jan heeft geen diploma, ging vaak niet naar school en is crimineel geworden. Dit is een voorbeeld van 1 van de volgende oorzaken waarom mensen de criminaliteit in gaan:
A
Groepsgedrag
B
weinig controle
C
Alcohol en drugs
D
spijbelen en schooluitval

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Piet is gaan stelen omdat zijn vrienden dat ook dat doen, dit is een voorbeeld van:
A
slechte opvoeding
B
alcohol
C
drugs
D
groepsgedrag

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een proces-verbaal?
A
De uitspraak van de rechter
B
Ander woord voor een huiszoekingsbevel
C
Politieverslag over het misdrijf en de verdachte
D
De ondervraging op het politiebureau

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een officier van justitie?
A
Een openbaar aanklager die verdachten vervolgt.
B
Een rechter die vonnissen uitspreekt.
C
Een politiefunctionaris die boetes uitdeelt.
D
Een advocaat die verdachten verdedigt.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland kun je drie soorten straf krijgen. Welke hoort er niet bij?
A
Geldboete
B
Taakstraf
C
OTS
D
Celstraf

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wek doel van straffen kan de doodstraf niet hebben?
A
Dader leert van fouten
B
Afschrikken samenleving
C
Veilig houden van de samenleving
D
Wraak nemen op de dader

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van straffen?
A
dat je iets nog een keer doet
B
dat je iets niet nog een keer doet
C
de staatskas spekken
D
om regels te respecteren

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN doel van straffen?
A
Vergelding en wraak
B
Genoegdoening
C
Resocialisatie
D
Modernisatie

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN voorbeeld van repressie
A
Meer agenten op straat
B
Meer gevangenisstraffen
C
Vaker taakstraffen uitdelen
D
Super snelrecht van relschoppers

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is repressie?
A
criminaliteit bestrijden
B
criminaliteit gedogen
C
criminaliteit voorkomen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Bij welk mensbeeld past preventie?
Bij welk mensbeeld past preventie? 
A
Links
B
Rechts

Slide 20 - Quizvraag

Uitleggen dat preventie beter past bij een links mensbeeld en repressie bij een rechts mensbeeld. 

Links mensbeeld gaat uit van het positieve van de mens en hierbij past de gedachte dat het beter is misdaad te voorkomen. Het rechtse mensbeeld gaat meer uit van het negatieve in de mens en vindt dat je criminaliteit hard moet bestraffen. 
Wat is preventief/preventie?
A
Ergonomisch werken
B
Voorkomen van ...
C
Een beroepsziekte
D
Een behandeling achteraf

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als beveiliger zorg je voor preventie. Wat betekent preventie?
A
Veiligheid
B
Voorkomen dat iets gebeurt
C
Nazorg bij slachtoffers
D
Communicatie tussen publiek en beveiliger

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies