Hoofdstuk 2 Vragers en aanbieders

Vragers en aanbieders
Hoofdstuk 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vragers en aanbieders
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoel: verzekeren
  • Instructie:
  • oefenen: interactief
  • Zelfstandig werken:
  • Evaluatie: 

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
> Aantonen dat iemand risico-avers gedrag vertoont
> Uitleggen wat verzekeren is en waarom iemand zich verzekert
> De hoogte van een verzekeringspremie berekenen
> Beschrijven welke afweging een verzekerde maakt tussen risico en kosten bij het afsluiten van een verzekering.
> Uitleggen hoe averechtse selectie werkt en wat de gevolgen ervan kunnen zijn voor verzekeraar en verzekerde.
> Uitleggen dat averechtse selectie kan worden bestreden met collectieve dwang.
> Beschrijven hoe eigen risico en premiedifferentiatie averechtse selectie kunnen vermijden.
> Aantonen of er sprake is van averechtse selectie en beschrijven op welke wijze partijen daarop inspelen.

Slide 3 - Tekstslide

Instructie

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Verzekeren
De verzekeraar (verzekeringsmaatschappij) neemt de financiële gevolgen over van een schade van de verzekerde (klant of consument). Als de verzekerde schade heeft kan de verzekeraar een bedrag uitkeren.


Slide 6 - Tekstslide

Risico berekenen 
De kans dat je scooter wordt gestolen is 1:5. 
Dat wil zeggen dat eens in de vijf jaar je scooter gestolen wordt.
Een nieuwe scooter kost 2.000 euro. 

1:5 = 20% kans (1:5 = 0,2) 
20% van 2.000 = 400 euro      of       2.000 x 0,2 = 400 euro 
Is de premie per jaar minder dan 400 euro? Verzeker je dan!
Risico: kans op voorval x gemiddeld schadebedrag 

Slide 7 - Tekstslide

Premie
De prijs van de verzekering; het bedrag dat een verzekerde betaalt aan de verzekeringsmaatschappij om verzekerd te zijn.

De hoogte van de premie hangt af van het risico en hoogte van het verzekerd bedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Zorgpremie gaat weer omhoog

Slide 9 - Tekstslide

Stelling:
Verzekeraars vullen hun zakken met onze premie

Slide 10 - Tekstslide

MISVATTING!
Ruim 97 procent gaat naar de zorg
Van iedere euro aan premie die we betalen gaat ten minste 97 procent rechtstreeks naar de zorg, bijvoorbeeld je huisarts, medicijnen of het ziekenhuis.

De kosten voor bedrijfsvoering, personeel en administratie bedragen circa 2,5 procent van de kosten.

Verzekeraar VGZ heeft een mooi overzicht van hoe zij jouw premie besteden. Spoiler alert: er wordt geen winst gemaakt.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Risico-aversie
Je kunt de kans op schade vermijden of uitbraak van schade verkleinen. Als je dit doet dan is er sprake van risico-aversie. 

Slide 13 - Tekstslide

Solidariteit 
Verzekeren doe je samen. Als er schade is dan krijg je een vergoeding van de maatschappij. Als iedereen meedoet, ook als je een kleine kans op schade hebt, dan blijft dit betaalbaar.
Verzekeren alleen mensen zich die een hoog risico vormen? Dan noem je dit averechtse selectie. 

Slide 14 - Tekstslide

Averechtse selectie en moral hazard
Met welke problemen hebben verzekeraars te maken?

Kernwoorden:
- informatieasymmetrie / informatieachterstand
- averechtse selectie
- moral hazard

Slide 15 - Tekstslide

Averechtse selectie
Iemand die zijn auto in een afgesloten garage kan zetten, loopt (veel) minder risico op diefstal. Hij zal zich dan misschien niet verzekeren, omdat het risico lager is dan de premie.
Als alleen mensen met een hoog risico zich verzekeren, is er sprake van averechtse selectie.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Asymmetrische informatie
informatie achterhouden
Moral hazard
niet voorzichtig zijn

Slide 18 - Tekstslide

Een probleem van averechtse selectie is dat dit kan leiden tot het verdwijnen van een verzekering: De verzekeraar kent alleen een gemiddeld risico en stelt een uniforme premie vast. Voor verzekerden met een laag risico is deze te hoog en voor mensen met hoog risico is deze relatief te laag. Lage risico's verzekeren zich niet. Als alleen mensen met hoge risico’s zich verzekeren, zal verzekeraar meer kosten hebben. De hoge risico's maken meer schade. De maatschappij heeft meer kosten en zal (om winst te maken) de premie laten stijgen. Hierdoor wordt voor sommige mensen de premie te hoog (voor het risico dat ze lopen) en vallen er meer mensen af. Hierdoor hou je nog minder mensen over met een nog hoger gemiddeld risico. Premie stijgt weer, etc. Hierdoor kan uiteindelijk de premie zo hoog worden dat er nauwelijks / geen klanten meer over blijven.

Slide 19 - Tekstslide

Welke maatregel werkt het best tegen moreel wangedrag (moral hazard)?
A
Premiedifferentiatie
B
Eigen risico
C
Overheidsingrijpen

Slide 20 - Quizvraag

Hoe noemen we de prijs die je betaalt om jouw risico te verzekeren?
A
Premie
B
Solidariteit
C
Polis
D
Eigen risico

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we dat deel van de schade die de verzekerde zelf moet betalen?
A
Polisvoorwaarden
B
Risicoaversie
C
Premiedifferentiatie
D
Eigen risico

Slide 22 - Quizvraag

Een zorgverzekeraar heeft te maken met mensen die op het aanvraagformulier niet invullen dat ze roken. Om welk risico gaat het hier?
A
Asymmetrische informatie
B
Moral hazard
C
Averechtse selectie
D
Moreel wangedrag

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noem je het als mensen met een laag risico bereid zijn te betalen voor mensen met een hoog risico?
A
Risicospreiding
B
Solidariteit
C
Risicoaversie
D
Moral hazard

Slide 24 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Opdrachten 2.6 t/m 2.11

Slide 25 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 26 - Tekstslide

Exit-ticket:
Waar helpt premiedifferentiatie tegen?

Slide 27 - Open vraag