Je hebt al geleerd dat je van twee woorden één nieuw woord kunt maken, een samenstelling. Soms moet je ook letters (tussen-n) toevoegen om het woord goed te kunnen maken.
Je gaat straks proberen om met één hoofdwoord, zoveel mogelijk samenstellingen te maken!
Vb: schoen - sportschoen, schoenlepel, schoenendoos, schoenwinkel, etc.