Les Cb - 24-1-22 aan het + te

1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- huiswerk?
- aan het + infinitief
- zitten, staan, lopen, liggen + te + infinitief
- DISK woorden (gevorderd: sociale media)
- leestekst / presentaties
- bijvoeglijk naamwoord
- DISK toets op 1 februari

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak een zin met
"aan het + hele werkwoord"

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Ik bel hem.

Slide 7 - Open vraag

Luisteren jullie?

Slide 8 - Open vraag

Wij maken de toets.

Slide 9 - Open vraag

Ik douche.

Slide 10 - Open vraag

Raden
Wat is hij / zij aan het doen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Hij wacht.
gebruik 'staan'

Slide 21 - Open vraag

De docent leest.
gebruik 'zitten'

Slide 22 - Open vraag

Ik slaap.
gebruik 'liggen'

Slide 23 - Open vraag

Maria belt.
gebruik 'lopen'

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Ik dacht dat de toets heel moeilijk zou zijn, maar het was makkelijk!
A
mislukken
B
overdrijven
C
meevallen
D
overkomen

Slide 27 - Quizvraag

Je mag niet liegen. Je moet de waarheid vertellen.
A
eeuw
B
eerlijk
C
inbreker
D
nieuwsgierig

Slide 28 - Quizvraag

Mijn telefoon is heeeeel oud. Zo oud als mijn oma!
A
overdreven
B
ondersteboven
C
jongelui
D
verslaafd

Slide 29 - Quizvraag

"Alle docenten houden van lezen," .............. de leerling. Maar is dat waar?
A
accepteert
B
afschaft
C
beweert
D
aarzelt

Slide 30 - Quizvraag

Ik doe er alles aan om op tijd te komen. ...................... gebruik ik de fiets van mijn buurman.
A
desnoods
B
verslaafd
C
zichtbaar
D
gemeenschappelijk

Slide 31 - Quizvraag

Kun je aan mij zien dat ik moe ben? Is het .......................?
A
seksueel
B
beleefd
C
zoal
D
zichtbaar

Slide 32 - Quizvraag

Ik weet niet wat ik moet doen. Ik twijfel, ik ben bang, ik wacht maar af.
A
besluiten
B
aarzelen
C
solliciteren
D
het evenwicht

Slide 33 - Quizvraag

Spreekbeurt in een notendop
Je gaat een minipresentatie geven.
Je presentatie duurt één tot twee minuten.
Je krijgt weinig tijd om je voor te bereiden.
Je krijgt vijf woorden die je MOET gebruiken.

Slide 34 - Tekstslide

Spreekbeurt 1
Onderwerp: verslaving

- verslaafd (aan)
- (de) stress
- beweren
- (het) probleem
- vertellen

Slide 35 - Tekstslide

Spreekbeurt 2
Onderwerp: in het weekend

- zich vervelen
- (de) uitzending
- offline
- (het) contact
- eerlijk

Slide 36 - Tekstslide

Spreekbeurt 3
Onderwerp: criminaliteit

- illegaal
- (de) inbreker
- mislukken
- meevallen
- opgroeien

Slide 37 - Tekstslide

Spreekbeurt 4
Onderwerp: het weer

- op safe spelen
- best (redelijk)
- beweren
- desnoods
- (de) hoop

Slide 38 - Tekstslide

Spreekbeurt 5
Onderwerp: vriendschap

- gemeenschappelijk
- (de) vriendschap
- overdrijven
- online
- (zich) voordoen (als)

Slide 39 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Het huis is groot.
Het ... huis

Slide 44 - Open vraag

De leerlingen zijn slim.
De ... leerlingen

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

De man is dik.
De ... man

Slide 47 - Open vraag

Het meisje is dun.
Het ... meisje

Slide 48 - Open vraag

Het meisje is dun.
Een ... meisje.

Slide 49 - Open vraag

De school is klein.
de ... school

Slide 50 - Open vraag

De stad is druk.
een ... stad

Slide 51 - Open vraag

Het boek is saai.
een ... boek

Slide 52 - Open vraag