Wetten in de zorg: Wat moet je weten?

Wetten in de zorg: Wat moet je weten?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je welke wetten er zijn in de zorg en waarom het belangrijk is om deze te kennen.

Leg het leerdoel uit aan de studenten en geef aan waarom het belangrijk is om deze wetten te kennen.

Wat weet jij al over wetten in de zorg?

Wetten in de zorg

Wetten in de zorg zijn er om patiënten te beschermen en de kwaliteit van de zorg te waarborgen. Er zijn verschillende wetten waar zorgverleners zich aan moeten houden.

Leg uit waarom wetten in de zorg belangrijk zijn en geef een overzicht van de verschillende wetten.

WGBO

De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt de relatie tussen zorgverlener en patiënt. Het geeft patiënten onder andere het recht op informatie en toestemming voor behandeling.

Leg de belangrijkste punten van de WGBO uit en geef voorbeelden.

Wkkgz

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) regelt de kwaliteit van zorgverleners en de afhandeling van klachten en geschillen.

Geef een overzicht van de belangrijkste punten van de Wkkgz en geef voorbeelden.

BOPZ

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) regelt de rechten van mensen die gedwongen worden opgenomen in een psychiatrische instelling.

Leg uit wat de BOPZ inhoudt en geef voorbeelden.

BIG

De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG) regelt de registratie en titelbescherming van beroepen in de gezondheidszorg.

Geef een overzicht van de belangrijkste punten van de BIG en leg uit waarom het belangrijk is voor zorgverleners om geregistreerd te zijn.

AVG

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) regelt de privacy van patiënten en de verwerking van persoonsgegevens in de zorg.

Leg uit wat de AVG inhoudt en geef voorbeelden van persoonsgegevens die worden verwerkt in de zorg.

Toepassing in de praktijk

Het is belangrijk dat zorgverleners op de hoogte zijn van de wetten in de zorg en deze toepassen in de praktijk. Zo wordt de kwaliteit van zorg gewaarborgd en worden patiënten beschermd.

Leg uit waarom het belangrijk is dat zorgverleners weten hoe ze de wetten in de zorg moeten toepassen in de praktijk.

Casus 1

Een patiënt weigert een behandeling. Welke wet regelt het recht op informatie en toestemming voor behandeling?

Geef de casus aan de studenten en laat ze nadenken over welke wet van toepassing is. Bespreek vervolgens het antwoord.

Casus 2

Een patiënt heeft een klacht over de behandeling. Welke wet regelt de afhandeling van klachten en geschillen?

Geef de casus aan de studenten en laat ze nadenken over welke wet van toepassing is. Bespreek vervolgens het antwoord.

Quiz

Test je kennis over wetten in de zorg met deze quiz!

Maak een quiz over de wetten in de zorg en laat de studenten individueel of in groepjes de vragen beantwoorden.

Samenvatting

Aan het einde van deze les weet je welke wetten er zijn in de zorg en waarom het belangrijk is om deze te kennen. Je kent de belangrijkste punten van de WGBO, Wkkgz, BOPZ, BIG en AVG en je begrijpt waarom het belangrijk is dat zorgverleners deze wetten toepassen in de praktijk.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de studenten de gelegenheid vragen te stellen.

Reflectie

Reflecteer op wat je hebt geleerd in deze les. Wat vond je interessant en wat vond je moeilijk? Wat wil je nog meer weten over wetten in de zorg?

Vraag de studenten om te reflecteren op de les en bespreek hun antwoorden in de klas.

Bronnen

Hieronder vind je een lijst met bronnen die je kunt raadplegen voor meer informatie over wetten in de zorg:

Geef een lijst met bronnen die de studenten kunnen raadplegen voor meer informatie over wetten in de zorg.

Einde

Bedankt voor het volgen van deze les!

Rond de les af en geef de studenten nogmaals de gelegenheid vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.