H9 Laagland: verlichting, romantiek

Verlichting
Cursus 9
(achttiende en negentiende eeuw)
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Verlichting
Cursus 9
(achttiende en negentiende eeuw)

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
1) Ik kan aangeven in welke eeuw de verlichting plaatsvond.
2) Ik kan vertellen wat de positie van de burger was tijdens de verlichting
3) Ik kan uitleggen welk idee de basis vormde voor de verlichting.
4) Ik kan vijf belangrijke onderwerpen uit de verlichting noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Tijdlijn
500-1500: middeleeuwen
1500-1700: renaissance
1700-1800: verlichting

Slide 3 - Tekstslide

timer
1:00
Middeleeuwen
Renaissance
Humanisme
Theocentrisme
Nachtwacht
Wilhelmus
Feodale stelsel
Macht katholieke kerk
Antropocentrisme
Hervorming
Macht van de adel

Slide 4 - Sleepvraag

Achttiende eeuw
-Burgers krijgen meer macht
-Franse revolutie (1789): Franse koning afgezet - burgers grijpen macht

-In Republiek Zeven Verenigde 
Nederlanden: regenten hebben de
macht

Slide 5 - Tekstslide

Pruikentijd
-Parijse mode
-Tonen van rijkdom

-Burgerij was 
economisch heel
sterk

Slide 6 - Tekstslide

Bataafse republiek
1795: Frankrijk valt Republiek binnen. 
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
 heet voortaan 'Bataafse republiek'

Slide 7 - Tekstslide

Verlichting
Emancipatiebeweging burgerij (opkomen voor rechten)
Basis: verstand (ratio)
Rationalisme: met verstand is alles op te lossen
Verdraagzaamheid en godsdienstvrijheid

Onderwijs, opvoeding en verspreiden van kennis

Slide 8 - Tekstslide

De perzik
Die perzik gaf mijn vader mij,                      De vrolijkheid past aan de jeugd
Om dat ik vlijtig leer.                                         Die leerzaam zich betoont.
Nu eet ik vergenoegd en blij.                       De naarstigheid, die kinderdeugd, 
Die perzik smaakt naar meer.                      wordt altijd wel beloond.

Slide 9 - Tekstslide

timer
1:00
Waarom zou dit een typisch
gedichtje uit de Verlichting zijn?

Slide 10 - Woordweb

Kinderliteratuur
Zo vroeg mogelijk 
beginnen met opvoeden.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Welke kenmerken die we eerder besproken hebben
zie je terug in dit filmpje?
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

In welke eeuw plaatsen we de verlichting?
timer
0:30
A
vijftiende
B
zestiende
C
zeventiende
D
achttiende

Slide 14 - Quizvraag

Omschrijf de positie van de burger tijdens de verlichting

Slide 15 - Open vraag

Hoe noem je het idee dat de basis vormde voor de Verlichting?

Slide 16 - Open vraag

Noem de vijf belangrijkste onderwerpen in de verlichting.

Slide 17 - Open vraag

Verlichting - kinderliteratuur
Literatuur van burgers voor burgers
Schrijver in verlichting =  opvoeder en opinievormer
Zo vroeg mogelijk beginnen - kinderliteratuur

Hiëronymus van Alphen - Kleine gedigten voor kinderen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Hoe komt het dat het jonge meisje Esther met Casanova mee mag terwijl ze hem helemaal niet kent?
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Wat is er leerzaam aan de dialoog tussen de twee kinderen over 'de zwarte man'?
timer
1:00

Slide 22 - Open vraag

Welke twee lessen over de dood komen er in het filmpje aan bod?
timer
1:00

Slide 23 - Open vraag

Opkomst van de roman
Roman = verhaal waarin innerlijke ontwikkeling personage wordt beschreven.
Zedenroman = roman waarin staat wat goed en slecht gedrag is (leerzaam)
Zedenroman maakte gebruik van de briefvorm.

Betje Wolff en Aagje Deken - De historie van mejuffrouw Sara Burgerhart

Slide 24 - Tekstslide

Betje Wolff en Aagje Deken  

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Invloed verlichting op het nu

--> Is groot!




scheiding van kerk en staat / inperking van macht van de vorst d.m.v. wetten / afschaffing van slavernij en lijfstraffen, scheiding van de drie machten, Amerikaanse en Franse revolutie / etc.


6

Slide 27 - Tekstslide

Exit ticket:
Benoem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd.

Slide 28 - Open vraag

Negentiende eeuw
Aan het einde van deze les weet je:
-Wat industrialisatie was
-Welke drie gevolgen de moderne tijd had
-Wie de eerste publieke feminist was
-Welke drie stromingen er bestonden in de 19e eeuwse kunst
-Wat deze stromingen globaal inhielden

Slide 29 - Tekstslide

Historische achtergronden 19e eeuw
-Franse overheersing tot 1815 (Waterloo)
-Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden samen onder Willem I
1830: Zuidelijke Nederlanden in opstand
1839: 'België' definitief alleen verder
Nederland: parlementaire democratie

Slide 30 - Tekstslide

Belangrijk kenmerk 19e eeuw: industrialisatie
Moderne tijd met stoomvaart en  spoorwegen.

Gevolg:
-verstedelijking
-ontkerkelijking
-verzuiling

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Wat betekent 'verzuiling'?
A
Terug naar de architectuur van de Oudheid
B
Opkomen voor meer rechten van fabrieksarbeiders
C
Aparte scholen, sportverenigingen, kranten per geloofsstroming
D
Een georganiseerde burgerij die streefde naar politieke invloed

Slide 33 - Quizvraag

De moderne tijd had drie ingrijpende gevolgen, welke waren dat?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video

Einde 19e eeuw


Feminisme - Aletta Jacobs 
De eerste studente (1871)

Feministen streden voor kiesrecht en gelijke rechten


Slide 36 - Tekstslide

Aletta Jacobs
Michelle Obama

Slide 37 - Tekstslide

Drie stromingen in 19e eeuwse kunst
1. romantiek
2. realisme
3. impressionisme

Slide 38 - Tekstslide

Stroming 1: romantiek

Slide 39 - Tekstslide

NIET
DIT: 

Slide 40 - Tekstslide

WEL
DIT:

Slide 41 - Tekstslide

Kenmerken romantiek. De kunstenaar...
1. Wilde zijn gevoelens uitdrukken
2. Had vrijheidsdrang --> hield niet van regels
3. Was ontevreden met eigen tijd -->  melancholisch (somber)
4. Vluchtte in verbeelding, verleden en natuur
5. Nam soms een maatschappijbetrokken standpunt in --> engagement.

Slide 42 - Tekstslide

Wat is geen kenmerk van de romantiek?
A
Besef van kloof tussen ideaal en werkelijkheid
B
Vaderlandsliefde
C
Treurigheid en lijden
D
Sterke hang naar regels

Slide 43 - Quizvraag

Vergelijk de verlichting en de romantiek. Wat is het belangrijkste verschil?

Slide 44 - Open vraag

stroming 2: realisme
Mensen zo nauwkeurig mogelijk afbeelden in sociale en economische werkelijkheid. 

Slide 45 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'impressie'?

Slide 46 - Open vraag

stroming 3: impressionisme
Ontstond in Parijs

Een moment uit het dagelijks leven, zonder verdere boodschap of doel. Er was vooral aandacht voor sfeer. 

Slide 47 - Tekstslide

Romantiek
Realisme
Impressionisme
Momentopname van stadse leven
Gevoelig en groots
Het nauwkeurig tonen van de werkelijkheid

Slide 48 - Sleepvraag

Exit ticket:
Benoem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd.

Slide 49 - Open vraag

Opdracht
Kies een bekend persoon en beargumenteer waarom diegene wel of niet 'romantische' kenmerken heeft.

Voorbeeld:
Mark Rutte: niet romantisch
Billie Eilish: wel romantisch

Inleveren via classroom. Document staat klaar.

Slide 50 - Tekstslide