H8 Ontwikkelingslanden

Welkom bij Economie
- Boek, schrift, rekenmachine op tafel

Planning vandaag: 
Start nieuwe hoofdstuk (H8 -  ontwikkelingslanden)
- maken par. 8.1
- bespreken / nakijken





Bijzonderheden
volgende week par 3 en 4.
Daarna herhalen en oefenen SE
Planning deze en komende week:
hoofdstuk 8: par 1 en 2 


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Economie
- Boek, schrift, rekenmachine op tafel

Planning vandaag: 
Start nieuwe hoofdstuk (H8 -  ontwikkelingslanden)
- maken par. 8.1
- bespreken / nakijken





Bijzonderheden
volgende week par 3 en 4.
Daarna herhalen en oefenen SE
Planning deze en komende week:
hoofdstuk 8: par 1 en 2 


Slide 1 - Tekstslide

par. 8.1: Verschillen in welvaart
lesdoelen:
- Je kunt uitleggen hoe welvaart meestal wordt berekend.
- Je kunt vier redenen noemen waarom de welvaart in een land in werkelijkheid anders kan zijn.
- Je kunt met behulp van een Lorenzcurve de inkomensverdeling van landen vergelijken.
- Je kunt uitleggen dat het armoedeprobleem een vicieuze cirkel is.



Slide 2 - Tekstslide

8.1 Verschillen in welvaart
blz. 234 - 235
welvaart = 
in hoeveel behoeftes je kunt voorzien (hoe meer, hoe welvarender)
door:
- inkomen/ geld (door te kopen)
- zelfvoorziening (eigen eten verbouwen, beschikbaarheid van water, etc)
- collectieve voorzieningen (bijv. gezondheidszorg en onderwijs)

inkomen per hoofd van de bevolking = inkomen per persoon gemiddeld
= nationaal inkomen : aantal inwoners

maken: vraag 2 t/m 5, 

Slide 3 - Tekstslide

maken: vraag 2 t/m 5
af? Dan verder met 8, 9 en 10
  • 2.  Luxemburg: $ 70.950.000.000 ÷ 640.000 = $ 110.859
  •  Portugal: 10.300.000 × $ 34.895 = $ 359,4 miljard
  •   Eritrea: $ 9.800.000.000 ÷ 6.150.000 = $1.593

  • 3. Nationaal inkomen van Luxemburg is ongeveer 7x zo groot als Eritrea.
  • Het nationaal inkomen per hoofd is ongeveer 70x zo groot als in Eritrea. 

  • 4. Nee, want de prijzen verschillen per land. In het ene land kun je voor $ 1,90 meer kopen dan in een ander land.

  • 5. Door zelfvoorziening kunnen mensen in meer behoeftes voorzien (bijv. eten, water). Je wordt dus welvarender zonder dat er geld nodig is. 


Slide 4 - Tekstslide

theorie: Lorenzcurve en vicieuze cirkel
blz. 236 en 237
Lorenzcurve =
geeft de verdeling van het inkomen in een land weer
- in een ontwikkelingsland is het inkomen vaak ongelijk verdeeld (hele rijke en hele arme mensen) --> de Lorenzcurve loopt dan 'krommer'. 

vicieuze cirkel =
een gevolg van armoede is ook weer een oorzaak van armoede
-> het is lastig om uit armoede te komen zonder hulp van buitenaf

Maken: vraag 8, 9 en 10 

Slide 5 - Tekstslide

maken: vraag 8, 9 en 10
af? Verder met 8.2 
  • 8. grafiek B, die geeft een ongelijke inkomensverdeling weer (groot deel van de mensen verdient maar een klein deel van het inkomen, klein deel rijkste mensen verdienen het meeste inkomen)
  • 9.   nr. 2       ( armoede -> weinig investeringen -> eenvoudige productiemethodes -> lage productie -> lage opbrengst -> armoede)

10. 

Slide 6 - Tekstslide

8.2 Wat is een ontwikkelingsland?
lesdoelen:
  • Je kunt kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • Je weet wat de gevolgen van een monocultuur zijn voor ontwikkelingslanden.
  • Je kunt oorzaken noemen van de economische achterstand van ontwikkelingslanden.
  • Je kunt uitleggen wanneer de ruilvoet verbetert of verslechtert.

Slide 7 - Tekstslide

kenmerken ontwikkelingslanden 
blz. 238
- laag inkomen
- ongelijke inkomensverdeling
-  veel werkloosheid
- ondervoeding
- snelle bevolkingsgroei
- veel analfabetisme
- beperkte technische ontwikkeling
- eenzijdige economische structuur

monocultuur =
land wat (veelal) afhankelijk is van de export van één product

Slide 8 - Tekstslide

oorzaken armoede
blz. 240
  • gebrek aan goed onderwijs, daardoor weinig (technische) kennis
  • slechte infrastructuur
  • snelle bevolkingsgroei
  • hoge schulden met hoge rentelasten
  • protectiemaatregelen door rijke landen
  • natuurrampen
  • burgeroorlogen
  • corrupte regering

Ruilvoet = Verhouding exportprijzen en importprijzen   
--> Kan een land de import betalen met de opbrengst van de export? 
 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

maken: vraag 1 tm 5
af? dan 7, 8 en 10
1a. Tot 18 jaar of korter als je al eerder een startkwalificatie hebt behaald met een diploma mbo-niveau 2, havo of vwo.
 b. 0,5 × 0,4 × 80 miljoen = 16 miljoen
 c. Er zijn daar geen of nauwelijks scholen, kinderen in die leeftijd moeten meewerken op het land / bij hun ouders, kinderen in die leeftijd moeten thuis op jonge kinderen passen, terwijl hun ouders aan het werk zijn.

2. Een beperkte technische ontwikkeling betekent: weinig mechaniseren en automatiseren. Zonder mechanisering en automatisering blijft de arbeidsproductiviteit laag.

3. 

Slide 11 - Tekstslide